Als zelfs een archaïsch instituut als de Telefoongids volledig overstapt op digitaal, wordt het toch ook eens tijd dat zorgbestuurders niet krampachtig vasthouden aan papier. Nog steeds werkt zo’n 20 procent van alle zorgverleners namelijk het zorgdossier op papier bij.
Bij het recente bericht dat de papieren telefoongids ophoudt te bestaan, denk je eerst: “Bestaat die dan nog?!” Vervolgens komen er, als je van een bepaalde leeftijd bent, beelden in je op van het bladeren door die gids. Je eigen naam vinden was toch het ultieme bewijs van je bestaan. Je vrienden en familie stonden er ook in. En ja, zelfs het meisje van twee straten verderop. Die zou je zo kunnen bellen…
Dit is het laatste jaar van de papieren telefoongids. Jaarlijks werden er nog steeds miljoenen gidsen gedrukt en verspreid. Tot 2015 was het een wettelijke verplichting uit de Telecomwet. Maar kennelijk waren er in de afgelopen drie jaar nog voldoende redenen om het ding te blijven drukken. Volgens uitgever DTG vindt in ieder geval nog 2 procent van de Nederlanders de papieren gids onmisbaar. Dat komt ongeveer overeen met het percentage Nederlanders dat geen toegang tot internet heeft. En voor alle verenigingen in het land die voor inkomsten mede afhankelijk zijn van de opbrengst van oud papier, is de telefoongids natuurlijk ook nog steeds van waarde.
De eerste telefoongidsen verschenen in 1881. Tegen alle ontwikkelingen in bleef de gids in vrijwel ongewijzigde vorm bestaan. Zelfs toen vanaf 1994 internet breed toegankelijk en beschikbaar werd voor de meeste Nederlanders, was dat tot voor kort geen reden te stoppen met het verspreiden van de doorbladerbare stoeptegel. Als een klein Gallisch dorpje bleef de Telefoongids weerstand bieden tegen de overheersing van een grootmacht. Tot dit jaar dus. Zelfs het 138 jaar oude instituut Telefoongids gaat nu volledig digitaal.
Ergernis
Is er dan niets meer heilig? ‘Gelukkig’ hebben we de zorgsector nog. Bij sommige zorgorganisaties wordt nog ‘succesvol’ strijd gevoerd tegen de oprukkende digitalisering. Nog steeds werkt zo’n 20 procent van alle zorgverleners het zorgdossier voornamelijk op papier bij, wat niet alleen inefficiënt is, maar ook nog eens interpretatiefouten vergroot en het delen van die informatie bemoeilijkt.
Daarnaast wordt in veel gevallen het zorgdossier eerst op papier uitgewerkt en vervolgens digitaal ingevoerd. Dat kost zorgverleners gemiddeld een dagdeel per week, tot hun grote ergernis. Een grote meerderheid van de medewerkers ziet het aan de bron digitaal kunnen registreren als de oplossing.
Digitale efficiëntie
Als zelfs een archaïsch instituut als de Telefoongids volledig overstapt op digitaal, dan zou dat toch wel een belletje moeten doen rinkelen bij de zorgbestuurders die zo krampachtig vasthouden aan papier. Het is niet meer van deze tijd en patiënten en zorgmedewerkers schreeuwen om meer digitale efficiëntie. Digitaal leidt namelijk tot meer effectiviteit en transparantie van de zorg. Ook blijft er meer tijd over voor persoonlijke zorg. Waar je vroeger aan de hand van de Telefoongids je bestaan kon bewijzen, is het papier nu juist een teken van eindigheid.
Marcel Lucker
Directeur sales en marketing bij Winvision