In de geestelijke gezondheidszorg (ggz) wordt al langer gewaarschuwd tegen de versnippering van het ggz-landschap. Als gevolg van de versnippering is het dit kabinet gelukt om onder meer de wachtlijsten prominent op de agenda te krijgen.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) wordt al lang gewaarschuwd tegen de versnippering van de natuurgebieden: “De natuurgebieden worden namelijk steeds vaker doorsneden door infrastructurele werken. De versnippering die hierdoor ontstaat, vormt daardoor het grootste obstakel om de biodiversiteit te bewaken, bedreigde diersoorten te beschermen en natuurlijke processen meer ruimte te geven. Bovendien is het in grotere gebieden goedkoper om de kwaliteit van het milieu en van het water te verbeteren.”
Eigenlijk kan je de bovenstaande tekst bijna letterlijk overnemen als je het huidige ggz-landschap wilt beschrijven. De afgelopen jaren is er al regelmatig gewaarschuwd tegen de versnippering van dit landschap, het wordt namelijk steeds vaker doorsneden door nieuwe schotten in de financiering. De versnippering die hierdoor ontstaat, vormt het grootste obstakel om behandeldiversiteit van zorginstellingen te bewaken, de bedreigde instellingen tegen de snijverliezen in verband met omzetplafonds te beschermen en zorgprocessen meer ruimte te geven. Bovendien is het met één financier voor de volledige zorgketen goedkoper om de kwaliteit van de zorg en de zorglogistiek te verbeteren.
Omzetplafonds
De kern van het probleem van de versnippering in de ggz is dat iedereen ongeacht zijn leeftijd, opleidingsniveau, culturele achtergrond, somatische problematiek en of hij thuis of in een instelling verblijft, in de ggz behandeld wordt. Deze zorg vindt plaats in één van de vier financieringsstelsels ZVW, WLZ, Jeugdwet en WMO, die op hun beurt weer versnipperd zijn over een aantal verzekeraars, twintigtal zorgkantoorregio’s, een vijftiental jeugdregio’s en vierhonderd gemeenten. Het resultaat hiervan is dat ggz-instellingen vaak met tientallen partijen afspraken moeten maken over aantallen cliënten en omzetplafonds.
Iedereen begrijpt dat door deze versnippering de kans dat over- en onderproductie ontstaat, ten opzichte van de afgesproken aantallen cliënten en omzetplafond, zeer groot is en dat dit tot problemen leidt bij of de financiers, zorginstellingen of beiden. Uiteindelijk zal dit ook een effect kunnen hebben op de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg.
Een voorbeeld van deze problematiek is dat veel jeugdregio’s geen geld meer over zouden hebben om jeugdzorg in te kopen en dat dus cliënten moeten wachten op behandeling tot volgend jaar. Op zich bijzonder als je ook leest dat gemeenten circa 1,2 miljard euro hebben overgehouden vorig jaar. Een rechter heeft laatst een uitspraak gedaan in een kort geding tussen een aantal gemeenten en een aantal zorgaanbieders over omzetplafonds.
Een ander voorbeeld is de ZVW, die versnipperd is over de specialistische ggz, generalistische GGZ en langdurige ggz met vaak allemaal aparte omzetplafonds en afspraken over gemiddelde kosten per unieke cliënt. In de blog van Karik van Berloo met als titel: Pleur op met je omzetplafond! wordt deze problematiek haarfijn uitgelegd.
Risico’s
In de praktijk blijkt dat het veel tijd en energie kost om alle financiers uit te leggen dat zij zich niet kunnen verschuilen achter omzetplafondafspraken als er aantoonbaar meer en of zwaardere cliënten in zorg komen. Veel instellingen kunnen zich niet langer permitteren om eenzijdig alle risico’s te lopen en zorg ‘gratis’ te leveren, omdat snijvlakverliezen door over- en onderproductie tussen verzekeraars, zorgkantoren, jeugdregio’s en gemeenten niet onderling verrekend kunnen worden.
De zorginstellingen hebben gewoon geen marges meer om hun kosten in lijn te brengen met de afnemende opbrengsten door de versnippering van het zorglandschap. Aan de ene kant hebben instellingen namelijk te maken met de onvoorspelbaarheid van de instroom van nieuwe cliënten per financier en aan de andere kant dient de instelling per financier ook nog aan een divers scala aan contractvoorwaarden te voldoen.
Het feit dat sommige financiers met dat de omvang van de geprognosticeerde overschrijding naar hun idee binnen de onzekerheidsmarges valt, is natuurlijk een gotspe. Deze financiers maken gebruik van het feit dat het snijvlakverlies relatief klein is ten opzichte van de omzet van de betreffende zorginstelling. Als financiers met een relatief groot snijvlakverlies ten opzichte van de omzet dat standpunt ook handhaven heeft dit onmiddellijk een effect op de continuïteit van de zorginstelling. Alle kleine snijvlakverliezen bij elkaar opgeteld zorgen echter ook ervoor dat een zorgaanbieder in de problemen kan komen.
Keuzevrijheid
Het bijzondere is daarnaast dat sommige financiers zich voorstaan op hun 100 procent keuzevrijheid, maar dat dit aanbod blijkbaar niet meer geldt als er onvoldoende zorg is ingekocht. Het mag duidelijk zijn dat de kans bestaat dat de verzekerden of inwoners dus niet krijgen, wat zij wettelijk wel zouden moeten ontvangen wanneer zij een beroep moeten doen op de zorg.
Als financiers en zorginstellingen niet tot overeenstemming kunnen komen over het vergoeden van de hogere instroom van cliënten en daarmee niet de keus van de cliënt respecteren, dan houdt het op voor een zorginstelling. De cliënt zal dan moeten wachten of kijken of die zorg bij een andere zorgaanbieder kan krijgen.
Het resultaat van de versnippering is dat het dit kabinet opnieuw gelukt is om de wachtlijsten prominent op de agenda te krijgen, de integrale ketenzorg te dwarsbomen, de bureaucratie in instellingen, gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars te maximaliseren en de continuïteit van zorgaanbieders onder druk te zetten.
Verantwoordelijk voor onder meer Financiën bij GGZ Delfland