Met deze titel sprak Rob Baltussen, hoogleraar ‘Global health economics’ dit jaar zijn oratie uit. Cruciaal in deze redevoering was de vraag hoe wij de minister kunnen helpen met het maken van maatschappelijk aanvaardbare keuzes in de zorg. Want het maken van keuzes noemt de hoogleraar onvermijdelijk, omdat we anders in 2040 de helft van ons inkomen aan zorg kwijt zijn.
Wat bijzonder was dat een econoom bij het maken van keuzes niet alleen pleit voor een kosteneffectiviteitsanalyse van de gezondheidseconomie, maar dat ook andere wetenschappen zoals besliskunde en ethiek een rol moeten spelen. En dat de burger zelf aan het woord moet komen om mee te beslissen. Want de meeste analyses van economen stellen dat selectieve inkoop van gecontracteerde zorg in combinatie met bekostiging van (vaak niet te meten) uitkomsten de reddingsboei is voor ons stelsel. Met als extra slot op de kostendeur vijf hoofdlijnenakkoorden.
Terecht wijst Baltussen in zijn oratie op het risico van verdringing, als met zo’n akkoord nieuwe keuzes worden gemaakt. Hierover zegt hij: “Als gevolg vindt er verdringing plaats van andere zorg. Het is heel onduidelijk op welke zorg er dan bespaard wordt. Dit kan leiden tot minder handen aan het bed, wachtlijsten, verschraling van de verpleegzorg, besparingen op de thuiszorg of meer taken voor de huisarts. Het essentiële hierbij is: deze verdrongen zorg kan weleens van veel meer waarde zijn dan de nieuwe operatierobot of medicatie”. De relatie benoemen tussen hoofdlijnakkoorden en verdringing is tamelijk uniek. En zijn de voorbeelden van verdringing niet heel erg herkenbaar?
Een burgerforum
Charmant is het voorstel van Baltussen een burgerforum te laten meedenken over zorgkeuzes. Want als je keuzes moet maken die complex en noodzakelijk zijn, moet draagvlak bij de gehele bevolking worden gecreëerd. Allereerst draagvlak bij patiënten. Maar patiëntorganisaties komen meestal nog wel aan het woord bij de toezichthouder, of in de publiciteit, om hun belang te verdedigen. Meestal vertegenwoordigd door de Patiëntenfederatie Nederland, waar 170 van de 282 patiëntorganisaties bij zijn aangesloten.
Nee, het gaat ook om de noodzakelijke inbreng in de discussie van de ‘gewone’ premiebetaler. “De overheid moet haar beleid zo inrichten dat zij maatschappelijk aanvaardbare keuzes maakt. Dus met het betrekken van belangengroepen, met een zorgvuldige afweging van maatschappelijke waardes. Zij moet vervolgens ook daadwerkelijk deze keuzes durven te maken. Doet zij dat niet, dan leidt dat tot verregaande verschraling van zorg”. Eerder heb ik zelf ook verkondigd dat actieve burgerparticipatie bij kostenbeheersing nodig is.
In gesprek
Hoogleraar en huisarts Jako Burgers sprak in zijn oratie in 2017 dat bij zorg het cruciaal is dat huisartsen én patiënten met de kennis uit de richtlijnen met elkaar in gesprek gaan. En dat de vraag wat goede zorg is vooral in de spreekkamer moet worden beantwoord.
Hoogleraar Baltussen sprak in zijn oratie dat bij betaling van zorg het cruciaal is dat beleidsmakers met patiënten en premiebetalers, als keuzes onvermijdelijk zijn, met elkaar in gesprek gaan. En dat de vraag welke zorg tot het basispakket moet behoren, in samenspraak moet worden besproken. De overeenkomst van patiëntenparticipatie bij zorginhoud en zorgbetaling is duidelijk, toch?
Kritiekpunt
Dat de zorgkosten snel oplopen, vraagt om een nuancering. Want de overheid levert in de financiering van het zorgstelsel zelf maar een heel kleine bijdrage (6,8 procent). Het leeuwendeel wordt betaald door werkgevers, zzp’ers en burgers. Als de werkgever of burger te veel geld moet uitgeven aan zorg, ja, dan kunnen zij die euro’s niet uitgeven aan iets anders. En parallel hieraan: als de minister zorg uit het basispakket haalt, dan dalen de collectief te betalen zorgkosten van alle burgers, maar bestaat ook het gevaar dat voor de benadeelde individuele burger de kosten… stijgen!
De burger moet een rol krijgen bij uitvoering van de kunst van het kiezen. Dat betekent verantwoordelijkheid krijgen en dragen. Een burgerforum kan bijdragen aan meer begrip bij burgers voor de noodzaak tot het maken van keuzes en aan meer kennis bij de politiek over voorkeuren van burgers. Het ‘met-elkaar-in- gesprek-gaan’ hoeft zich niet te beperken tot de zorginhoud in de spreekkamer.
Anton Maes
Huisarts N.P