Steeds meer en complexere zorgvragen in de eerste lijn vragen om meer tijd voor de patiënt, betere ondersteuning van de professionals in deze zorgsector en de ontwikkeling van nieuwe zorgconcepten.
In het hoofdlijnenakkoord voor de eerste lijn zijn hierover afspraken gemaakt, zijn doelen gesteld waarvoor investeringen nodig zijn en is budget beschikbaar gesteld. Waarom komt het geld dan toch niet beschikbaar?
Afgelopen zaterdag in een interview in de Volkskrant gaven de vier grote verzekeraars eigenlijk hun antwoord op deze vraag. “De zorg is een koekoeksjong dat de andere overheidsuitgaven uit het nest drukt. De kosten stijgen harder dan de economische groei, daar moeten we iets aan doen”, aldus Wim van der Meeren van CZ. De opdracht aan de verzekeraars is duidelijk; probeer de kostenstijging zo goed mogelijk te dempen. Maar de vraag is of verzekeraars wel de juiste dingen doen om de zorgkosten te beteugelen.
Gedeelde ideeën
In theorie staan de oplossingen die de verzekeraars in het artikel aandragen helemaal niet ver af van onze idealen. Neem bijvoorbeeld de opmerking over de zorg voor kwetsbare ouderen.
Ruben Wenselaar van Menzis: “Ik had liever gezien dat het geld beschikbaar zou zijn gesteld ongeacht waar ze wonen. Nu wordt weer een deelbelang geclaimd… .”
Of Wim van der Meeren: “..als mensen gek worden van de schulden halen we de psychiater erbij in plaats van te helpen met de echte problemen. Dat is toch niet wijs?”
Deze uitspraken hoor ik ook van zorggroepen die ouderenzorg organiseren, of van de gezondheidscentra die integrale zorg verlenen aan kwetsbare groepen in achterstandswijken. We delen blijkbaar dezelfde ideeën en visie over hoe we de zorg in Nederland goed en betaalbaar kunnen inrichten. Toch wordt in het veld het partnerschap en het samen inzetten op dezelfde doelen vaak niet gevoeld, sterker, het wordt ernstig gemist.
Onvrede
InEen en LHV lieten vorige week maandag al weten niet tevreden zijn over de naleving van de afspraken in het akkoord. Partijen die samen een akkoord sluiten kunnen blijkbaar volstrekt andere verwachtingen hebben bij de gemaakte afspraken. Alle verzekeraars geven aan dat ze in 2018 substantieel meer aan huisartsenzorg gaan uitgeven dan in 2017. Dat geloof ik, maar hoe kan het dan dat de onvrede over de contractering dit jaar zo groot is?
De realiteit die eerstelijnsorganisaties ervaren is dat tarieven in 2018 niet worden geïndexeerd (terwijl de lonen stijgen), er bezuinigd wordt op zorgprogramma’s voor chronische zieken (het sterkst door de verzekeraar die heeft aangekondigd zich juist op deze doelgroep te gaan richten), de financiering van gezondheidscentra onder druk staat en er onvoldoende wordt geïnvesteerd in de nieuwe activiteiten van zorggroepen waarmee huisartsen juist ontlast kunnen worden. Op deze manier gaan we de door iedereen gewenste sterke eerste lijn niet realiseren!
Samen
Terwijl volgens mij verzekeraars de eerste lijn in het algemeen, en de huisartsenorganisaties in het bijzonder, hard nodig hebben om de gestelde opdracht te bewerkstelligen. Voorkomen moet worden dat vanwege de steeds verder toenemende werkdruk huisartsen op enig moment gaan doorverwijzen naar de tweede lijn of zich minder zullen inzetten om zorg van de tweede naar de eerste lijn te verplaatsen.
Onze oproep is dan ook aan verzekeraars om samen te zorgen voor een sterke eerste lijn. Laten we werk maken van ons idealen, goede zorg voor ouderen in de thuissituatie tot stand brengen, mensen in achterstandswijken met schulden in contact brengen met de schuldsanering in plaats van de psychiater en voorkomen dat de huisarts uit nood gaat doorverwijzen terwijl er andere oplossingen zouden zijn als hij maar meer tijd had gehad. Laten we voorkomen dat het penny wise, pound foulish wordt.
Directeur InEen