Is de invoering van de nieuwe Wmo per 1 januari 2015 nog wel haalbaar? Dat is een vraag die steeds prangender wordt. Ook in het licht van de gemeenteraadsverkiezingen is dit een actueel vraagstuk.
Een van de pijnpunten in de decentralisatie is de bezuiniging op de huishoudelijke hulp. Daarvoor heeft ActiZ nu een oplossing bedacht, de dienstencheque, die gemeenten kan helpen bij de problemen die gaan ontstaan als gevolg van de bezuiniging op de huishoudelijke hulp. Want niet alleen zullen ruim 40.000 mensen hun baan verliezen, ook zal de vraag naar huishoudelijke hulp niet meer volledig kunnen worden beantwoord. Dit vraagt wel samenwerking en besluitvaardigheid van de landelijke en gemeentelijke overheden.
Blijvende vraag
De dienstencheque is een middel waarmee juist in de lager opgeleide segmenten van de arbeidsmarkt banen behouden kunnen worden voor 20.000 medewerkers in de huishoudelijke hulp. Belangrijke banen, want juist aan die onderkant van de arbeidsmarkt is een groot banentekort. Door de bezuiniging op de Wmo is minder publiek geld beschikbaar voor hulp bij het huishouden. Daardoor dreigen in dit segment veel banen verloren te gaan, en dat hoeft niet. In het voorstel van ActiZ kunnen, met wat extra geld dat bespaard wordt op de WW-uitkeringen omdat veel minder mensen werkloos worden, deze banen behouden worden. Want de vraag naar huishoudelijke hulp zal niet dalen: de mensen die nu hulp bij het huishouden krijgen, krijgen die niet zomaar, maar omdat ze deze hulp nodig hebben. Om nu de cliënten niet te dwingen om de noodzakelijke hulp en ondersteuning op de ‘zwarte markt’ te zoeken, en om niet een groot aantal volwaardige banen te laten verdwijnen, heeft ActiZ een plan gemaakt voor dienstencheques, speciaal voor de hulp en ondersteuning bij het huishouden.
Samen betalen
Het principe van de dienstencheque is simpel: de cliënt legt wat geld bij, en de gemeente en de rijksoverheid legt wat geld bij. Met het geld dat bespaard wordt doordat minder mensen werkloos worden als de dienstencheque wordt ingevoerd, een eigen bijdrage van de cliënt en het geld dat na de korting van veertig procent nog resteert bij de gemeenten kunnen heel veel medewerkers die nu huishoudelijke hulp verrichten en die nog dit jaar hun baan zullen verliezen in dienst blijven – met alle voordelen van dien. Een win-win situatie, zou ik zeggen. De medewerker houdt haar baan en alle sociale zekerheden die daar bij horen. De cliënt houdt hulp van vertrouwde mensen. De zorgaanbieder kan medewerkers in dienst houden en de gemeente en de overheid is niet duurder uit. Al was het maar omdat geen geld uitgegeven wordt aan werkloosheidsuitkeringen voor duizenden mensen.
Sectorplan VVT
Daarmee behouden in elk geval medewerkers huishoudelijke hulp hun baan – als de overheid er voor kiest om mee te doen. Voor andere zorgmedewerkers hebben we ook plannen – die staan beschreven in het werkgelegenheidsplan en het sectorplan VVT. We kunnen niet alle banen en medewerkers behouden – de bezuinigingen gaan door. Maar we kunnen wel mensen helpen om ander werk te vinden, binnen of buiten de sector. Het ministerie van SZW heeft daarin een rol: het sectorplan ligt voor ter beoordeling.
Het enige dat nu nog nodig is, is dat landelijke en gemeentelijke overheid, zorgaanbieders en werknemersorganisaties de handen ineen slaan en om het voorstel voor de dienstencheque samen ten uitvoer te brengen.
Aad Koster
Directeur ActiZ
—
Dit blog maakt onderdeel uit van een reeks blogs die in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart 2014 geschreven worden door vertegenwoordigers van de organiserende partijen van de zorgdebatreeks. Deze zorgdebatten worden georganiseerd door verenigingen van zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en patiënten (GGZ Nederland, ActiZ, KNMP, SGF, NVZ, ZN, GGD Nederland, KNGF, VGN, LHV en V&VN). Op 12 maart vindt in Den Haag een zorgdebat plaats met de woordvoerders van de zes grootste partijen in de Tweede Kamer. De aanmelding voor dit debat is gesloten.
Eerder verschenen al: