Het is een van de meest ingrijpende momenten in het leven: het lukt niet meer om de zorg voor een kind, ouder, partner, thuis te bieden. De gang naar een instelling is nodig. Een abrupte, pijnlijke overgang. Ik ben dan ook blij met het initiatief van Tweede Kamerleden Vera Bergkamp en Sophie Hermans om een vorm van deeltijdwonen in de langdurige zorg te introduceren.
Deze vernieuwing is zeer gewenst in de gehandicaptenzorg. Veel ouders van ernstig beperkte kinderen staan nu voor een onmogelijke keuze: hun kind langer thuislaten, met het risico van overbelasting en uitputting, of volledig bij een zorgorganisatie laten wonen? Het is dan prettig als de overgang van thuis naar een zorgorganisatie geleidelijk verloopt.
Deeltijdwonen moet niet worden verward met logeren of respijtzorg. Het begint daar waar het logeren ophoudt. In het sociaal domein is door de bezuinigingen bij gemeenten sprake van een afname van de mogelijkheden voor logeren. In de Wlz zijn er nog wel goede mogelijkheden voor logeren.
Grote stap
Hoe dan ook, de vervolgstap na het logeren is het volledig wonen bij een zorgorganisatie. Voor ouders is dit een grote stap, om van een paar (maximaal drie) nachten per week over te gaan naar permanent wonen. Er is behoefte aan een tussenvorm, waarin een kind bijvoorbeeld drie nachten thuis en vier nachten bij een zorgorganisatie verblijft.
Kinderen groeien zo langer in het eigen gezin op en ouders krijgen het vertrouwen dat de zorgorganisatie het kind goed leert kennen en de zorg goed overneemt. Het helpt ouders ook om de zorg thuis langer vol te houden, of beter te combineren met het gezin en/of het werk.
Belemmeringen
Toch is de praktijk weerbarstig. Organisatorische en financiële belemmeringen staan in de weg. De zorgorganisatie wordt volledig verantwoordelijk voor de zorg, ook voor de periode dat het kind nog thuis in zorg is. Dat is vaak niet de wens van ouders, omdat die de zorg zelf organiseren. En ook niet praktisch, gelet op de reisafstanden. Het budget is ontoereikend om zowel de zorg in de organisatie als thuis te kunnen financieren. En voor organisaties is flexibiliteit in wonen een ingewikkelde: hoe ga je om met leegstand en personeelsbezetting?
Het is een goed idee om te starten met een experiment dat zich richt op een soepele overgang. Waarbij de zorgvraag en de ondersteuningsbehoefte leidend zijn en niet de vraag uit welke wet dit betaald moet worden. Kortom, het initiatief van de Kamerleden verdient veel steun en een mooie toepassing in de gehandicaptenzorg.
Frank Bluiminck
Directeur Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland