Nu in de coronacrisis veel zorgverleners enthousiast aan het beeldbellen slaan, bekruipt me weleens het gevoel van die ukelele-workshop. Het is even een gedoe voor alles werkt en de camera bij de patiënt thuis zo op het litteken wordt gericht dat de dokter iets zinnigs in beeld krijgt. Maar het werkt. Het eerste liedje wordt gespeeld!
Noten en akkoorden
Wie zelf muziek maakt weet dat er heel wat meer bij komt kijken voor je een instrument beheerst. Je moet het juiste materiaal hebben. Je moet het systeem van noten en akkoorden leren begrijpen. Je moet vooral heel veel spelen. En dat spelen moet je inplannen in je week, want anders komt het er niet van. Mijn moeder ging vroeger elke zondagochtend naast me zitten bij de piano. Niet leuk, maar het heeft goed gewerkt, want ik speel nog steeds. De piano zit in mijn systeem.
Structurele verandering
Ik zou willen dat we de coronacrisis gebruiken als de start van een structurele verandering van de zorg. Waarbij zorg op afstand in ons systeem zit.
Waarbij je met klachten of symptomen niet eerst tussen 8 en 9 uur de doktersassistente hoeft te bellen voor een afspraak twee dagen later met de huisarts op een moment dat je eigenlijk moet werken. En waarbij je vervolgens tien weken moet wachten op een eerste afspraak bij het ziekenhuis. En nog eens vier maanden op een behandeling.
Er kan immers zoveel zorg online georganiseerd worden! Fijn voor de patiënt en goedkoper voor het zorgsysteem. Denk bijvoorbeeld ook aan de hartpatiënt die dankzij slimme monitoring op afstand zelf vinger aan de pols houdt en een verpleegkundige spreekt als er afwijkende scores zijn.
Vergeten
In deze tijd waarin de meeste reguliere zorg is afgezegd hebben we geleerd dat veel zorg niet op de locatie van de zorgverlener gegeven hoeft te worden. Maar als we nu stoppen is het als met die ukelele workshop: een week later ben je alweer vergeten hoe dat liedje te spelen.
Dus laten we een goed instrument uitzoeken. Op les gaan. Elke dag praktiseren. Want je leert alleen maar door te doen. En als we geen geld hebben zou het net als bij de muziekschool fijn zijn als er een partij is die een stukje meebetaalt.
Orkest maken
Voor structurele verandering is het te weinig als alleen individuele zorgverleners aan de slag gaan met meer zorg op afstand. Mijn voorstel: laten we van het incidentele bedrijfsuitje proberen een orkest te maken. Eerst op amateurniveau, maar met de ambitie om steeds professioneler te worden.
Voor dat orkest hebben we een dirigent nodig: het management van de zorgorganisatie. We hebben een muziekstuk nodig: de ICT-infrastructuur. Elke speler moet een partituur hebben die aangeeft welke bijdrage hij moet leveren: de e-health toepassing die bij jouw vak en jouw patiëntengroep past.
Dianda Veldman
Directeur-bestuurder Patiëntenfederatie Nederland
J.B.
In de bijgevoegde blog van NPCF is de oproep duidelijk: laten we blijven (beeld)bellen in de zorg. De voordelen zijn evident. Ik heb het zelf ook ervaren, en ben er erg blij mee.
Als we dat vanuit patiëntenperspectief willen blijven behouden, of tenminste de optie voorgelegd willen krijgen, moeten we er nu actie op ondernemen.
Anders kan het zo maar zijn dat (individuele) professionals er niet zo’n zin in hebben, nog niet goed overweg kunnen met de voorzieningen etc. (En dat kan overigens ook gelden voor patiënten hoor).
Voordat je het weet heb je weer het nakijken als patiënt, omdat de zorgverlener het anders wil.
De vraag is dus: hoe kunnen we de gedragsverandering tijdens de lockdown (dus veel meer gesprekken tussen zorgprofessionals en patiënten via beeldbellen of gewoon bellen) blijven stimuleren. Wat is er nodig om deze gedragsverandering te laten beklijven?
Mijn idee is dat een grootschalig programma als bijvoorbeeld JZOJP nu, op dit moment, moet inspelen door dit soort implementatieprojecten te stimuleren. Nu is het momentum. Als we weer business as usual hebben, wordt dat weer een stuk moeilijker.