De doelstellingen voor e-health uit de kamerbrief van juli zijn in de huidige eHealth-monitor niet expliciet gemeten. Er komt een nulmeting aan, maar er is toch al meer over te vertellen.
Minister Schippers heeft direct na het uitkomen van de eHealth-monitor aan de onderzoekers Nictiz en Nivel gevraagd de drie doelstellingen uit de Kamerbrief van juli te onderzoeken. In het voorjaar komt die nulmeting er.
Direct toegang
De drie doelstellingen moeten in 2019 zijn gerealiseerd. Dan moet 80 procent van de chronisch zieken direct toegang hebben tot bepaalde medische gegevens, waaronder medicatie-informatie, vitale functies en testuitslagen. Chronisch zieken kunnen deze desgewenst gebruiken in mobiele apps of internetapplicaties. Van de overige Nederlanders moet dit percentage op 40 liggen in 2019.
De tweede doelstelling is dat van de chronisch zieken (diabetes, COPD) en kwetsbare ouderen 75 procent die dit wil en hiertoe in staat is, zelfstandig metingen kunnen uitvoeren. Dit kan in combinatie met gegevensmonitoring op afstand door de zorgverlener. Tot slot moet binnen vijf jaar iedereen die zorg en ondersteuning thuis ontvangt de mogelijkheid hebben via een beeldscherm 24 uur per dag met een zorgverlener te communiceren. Naast beeldschermzorg wordt hierbij ook domotica ingezet. Dit draagt eraan bij dat mensen langer veilig thuis kunnen wonen, aldus de bewindslieden.
Kleine stap
Volgens de eHealth-monitor staat Nederland er op het punt van de digitale dossiervoering goed voor. Uit de cijfers blijkt dat 98 procent van de huisartsen en 75 procent van de medisch specialisten het patiëntendossier vooral elektronisch bijhoudt. Het verlenen van toegang tot medische gegevens aan zorggebruikers lijkt dan een kleine stap.
Van de huisartsen gaf 12 procent aan dat online inzage in de voorgeschreven medicatie mogelijk is. Voor toegang tot andere gegevens en voor toegang tot gegevens bij medisch specialisten en psychiaters is dit aantal lager. Van de ondervraagde zorggebruikers, inclusief chronisch zieken, zegt slechts 3 procent online inzage te hebben in de eigen medische gegevens bij zorgverleners, 65 tot 67 procent van de zorggebruikers weet niet of online inzage in de medische gegevens mogelijk is bij deze zorgverleners.
De feitelijke mogelijkheden tot dossierinzage voor patiënten zijn dus nog beperkt in Nederland. Waarom krijgen niet meer patiënten online inzage in hun dossier? Is het angst of bewustwording? Techniek is in elk geval geen bottleneck. Al ruim tachtig miljoen Amerikanen kunnen hun eigen medisch dossier downloaden via de zogenoemde blue button en zo meer controle hebben over hun gezondheidsinformatie.
Standaardrepertoire
In 2014 geeft 6 procent van de mensen aan dat ze zelf gegevens hebben bijgehouden over hun gezondheid via internet of met een app op hun telefoon of tablet. Het aantal mensen dat aangeeft dat ze zelfmeetapparaten wil gebruiken, ligt op 5 procent. Al hoewel we niet mogen spreken van een significante stijging ten opzichte van het gebruik van zelfmeetapparaten in 2013, nemen we vanuit andere rapportages zoals het TrendITion-rapport De-doe-het-zelf-patiënt en de huisarts waar dat het gebruik stijgt.
Dat is op zich niet vreemd, want het zelf meten van chronische patiënten wijkt in essentie niet af van de huidige praktijk. Bloedglucosemetingen, bloeddrukmetingen, temperatuur metingen, hartritmestoornissen met een ECG-monitor, gewicht en het meten van de zuurstofsaturatie behoren tot het standaardrepertoire van een huisarts. Dit vergroot de potentie tot adoptie.
De eHealth-monitor 2014 geeft voor het eerst inzicht in de toepassing van begeleiding op afstand, zoals beeldbellen en medicijndispensers vanuit het perspectief van verpleegkundig en verzorgend personeel en praktijkondersteuners. Beeldschermzorg komt het meest voor in instellingen van verpleegkundigen in de care. Van de verpleegkundigen in de care gaf 12 procent aan dat hun instelling beeldschermzorg gebruikt.
In de praktijkvoering door huisartsen en medisch specialisten is online contact via beeldscherm nog niet gebruikelijk (respectievelijk 1 en 3 procent). Psychiaters lijken hierin volgens de eHealthmonitor 2014 voor te lopen, 8 procent van hen biedt deze mogelijkheid. Telemonitoring voor zorggebruikers met diabetes is nu blijkens de recente cijfers mogelijk bij 15 procent van de huisartsen. 4 Procent van hen past telemonitoring toe bij patiënten met hartfalen. Van de 22 ondervraagde medisch specialisten past ongeveer eenvijfde telemonitoring toe.
Haalbaar
Ogenschijnlijk zijn de percentages die we hier zien laag. Toch ben ik optimistisch over het halen van de doelstellingen van de Minister en Staatssecretaris. Nieuwe computertechnologie en de toepassing daarvan ontwikkelen zich exponentieel. De eHealth monitor biedt inzicht in hoe hard ontwikkelingen in het gebruik en acceptatie van e-health gaan. Voor de overheid en zorgpartijen is dat inzicht belangrijk om zich te kunnen voorbereiden op exponentiële veranderingen in de zorg.
Actieve markt
De cijfers wijzen erop dat al sprake is van toepassingen en initieel gebruik door zorgverleners en zorggebruikers op de drie doelsstellingsgebieden. Bovendien is er sprake van een actieve markt die zich in toenemende mate op de burger richt én er is een duidelijke bereidheid bij zowel zorggebruikers als zorgaanbieders om meer met eHealth te willen doen. De vraag is niet óf maar wanneer voldoende kritische massa zal zijn bereikt. Aan de echte nulmeting op de drie doelstellingen wordt gewerkt, die komt dit voorjaar beschikbaar.