In hun blog ‘Pleidooi voor doodgewoon doodgaan’ pleiten Clémence Ross en Laurent de Vries tegen het overmatige regelgeving van het sterven, om daarmee meer grip op de dood te krijgen. Ze pleiten ook voor een beter gesprek over de dood en het onder ogen zien van het levenseinde. Mee eens. Maar ik wil ook pleiten voor een preciezer debat; doodgaan is namelijk niet doodgewoon, het is bijzonder.
Het sterven vraagt zorgvuldigheid en aandacht en het gesprek erover ook. Dat is ook de gedachte achter de Coalitie Van betekenis tot het einde. Maar waar praat je dan over? De dood? Het sterven? Je laatste levensfase? Eindigheid? Het leven? Het zijn verschillende onderwerpen, die vaak onder de noemer ‘de dood’ bij elkaar worden geveegd. Het gevolg is vaak langs elkaar heen praten of niet praten.
Doodgaan zonder te sterven
De vraag ‘hoe kijk je aan tegen de dood?’ gaat over een toestand: dood zijn. Dat kan gaan over begraven of cremeren, hiernamaals, de gevoelens van de nabestaanden. De vraag ‘hoe kijk je aan tegen het sterven’ gaat over een proces: dood gaan. Hoe om te gaan met pijn en lijden, wie je wilt zien, welke gesprekken je nog wilt voeren, wat je nog wilt zeggen aan je nabestaanden. De vraag ‘hoe zie je je laatste levensfase’ heeft betrekking op het leven in het perspectief dat je er binnenkort niet meer zult zijn. De ‘bucket list’, wat wil je per se (nog) meemaken, nalaten, afronden, meegeven aan anderen?
De wat abstracte vraag ‘hoe zie je de eindigheid van je bestaan’ gaat over hoe om te gaan met het beëindigen van maatschappelijke posities (pensioen, grootouder zijn), afnemende mogelijkheden, dement worden, Parkinson krijgen, mensen met wie je gedurende je leven oud geworden bent en wegvallen. Je bent niet meer degene die je was en van dat stuk van je zelf moet je afscheid nemen. In psychologisch, sociaal en fysiek opzicht sterf je stukje bij beetje, zonder dat je er direct aan dood gaat.
Eindigheid en onvolkomenheid
Al deze existentiële vragen zijn de moeite waard om te bespreken, al leiden ze meestal niet tot eensluidende en duidelijke antwoorden of acties. Vaak is er geen antwoord en is niets doen de beste actie. Soms is het doen wat iemand nodig heeft, zonder oordeel of dat nu verantwoord of toegestaan is. De kern is hoe je je tot eindigheid en daarmee onvolkomenheid in al zijn gedaanten verhoudt. En hoe je – met het perspectief van eindigheid en onvolkomenheid – in het leven staat.
Dood, sterven en eindigheid zijn onvermijdelijk en niet of nauwelijks ‘maakbaar’, laat staan op te lossen. Je kunt met elkaar proberen het beste er van te maken. Grip op de dood krijgen we niet met regels en protocollen. We kunnen wel proberen grip te krijgen op het gesprek over de betekenis van je sterven, je laatste levensfase en je eindigheid. Het bijzondere is, dat in die gesprekken vaak de kern van het leven duidelijk wordt. De betekenis die je voor de ander hebt en omgekeerd. Dat zou ik niet doodgewoon willen noemen, maar bijzonder.