Uitvoering van euthanasie in het verpleeghuis komt relatief weinig voor (zie de jaarverslagen regionale toetsingscomissies). De ervaring leert dat euthanasie niet alleen een gevoelig onderwerp is voor een individu, maar ook in brede zin wordt dit onderwerp binnen verpleeghuisinstellingen lang niet altijd openlijk besproken. Op basis van mijn ervaring in de praktijk als geestelijk verzorger wil ik een lans breken voor helder beleid in verpleeghuisinstellingen.
Duidelijkheid ontbreekt
Mij is opgevallen dat veel verpleeghuisorganisaties geen duidelijkheid bieden over beleid rond dit onderwerp. Het lijkt erop dat dit vooral wordt overgelaten aan de medische vakgroep. Leden hiervan, zoals de Specialist Ouderengeneeskunde, maar ook verpleegkundig specialisten en physician assistents, zijn uiteraard de eerst aangewezenen om met een bewoner het persoonlijke gesprek aan te gaan, maar ik vind dat er ook een taak ligt voor de organisatie.
Taboe over het onderwerp
Het (op wetenschappelijke wijze) aantonen van een taboe is niet zo eenvoudig. Toch geven bewoners soms wel aan dat zij het onderwerp als zodanig ervaren. Dit betekent in de praktijk dat zij in het ongewisse verkeren of euthanasie wel mogelijk is. Er ontbreekt voordat bewoners op een locatie worden geplaatst (vaak op toewijzing) inzicht in beleid. Het vermoeden wordt uitgesproken dat met name geloofsovertuiging een rol kan spelen bij management of artsen.
In combinatie met moeite om in gesprek te komen met een arts en diens persoonlijke opvattingen over het onderwerp, kan een bewoner hiermee in een situatie terechtkomen dat praten over euthanasie onvoldoende mogelijk is. Tel daarbij op de grotere afhankelijkheid van een verpleeghuisbewoner en het gegeven dat verwijzing (naar de oude huisarts?) ook niet automatisch plaatsvindt, dan moge duidelijk zijn dat er – voordat sprake is van een toetsing of een bewoner überhaupt voor euthanasie in aanmerking komt – nog wat hobbels te nemen zijn. Artsen zijn nog wel eens beducht voor een ‘aantrekkende werking’ en hebben ook te maken met de, al dan niet ondersteunende, rol van naasten. Daarbij is er ook gebrek aan tijd.
Aandachtspunten
Neem ter bevordering van gesprek en openheid als organisatie de volgende aandachtspunten in acht:
- Bied helderheid intern en extern: faciliteert de organisatie/locatie desgewenst euthanasie?
- Bij wie kan de bewoner terecht voor algemene, informatieve, vragen?
- Welke arts is beschikbaar om specifiek het gesprek over euthanasie mee aan te gaan? Is deze eventueel ook bereid tot uitvoering?
- Wat is de rol van naasten en hoe worden zij betrokken in geval hun naaste daadwerkelijk om euthanasie zou verzoeken? (Hierbij maakt het uitdrukkelijk verschil of sprake is van wilsonbekwaamheid bij bewoner of niet).
- Wat is de rol van medewerkers (goed werkgeverschap)?
Ondersteunend voor bewoners en medewerkers
Ik wil geen promotie van euthanasie bepleiten, maar wél de bespreekbaarheid van het onderwerp binnen verpleeghuisinstellingen. Helderheid vanuit management over het beleid is hierbij ondersteunend voor de bewoner om te weten welke weg te bewandelen, maar zeker ook ondersteunend voor de medewerkers ter voorkoming van handelingsverlegenheid en morele dilemma’s. Dit onderwerp past, tot slot, ook naadloos in de ontwikkeling van samenwerking tussen huisartsen, kleinschalige woonvormen en specialisten ouderengeneeskunde.
Marjolein Rikmenspoel studeerde publiek recht in Leiden (1992) en volgde een opleiding tot geestelijk verzorger in Nijmegen (2014). Zij heeft zowel ervaring intramuraal als in de eerstelijnszorg. Zij publiceerde als onderzoeker dit jaar een wetenschappelijk artikel gebaseerd op gesprekken met respondenten.
Frank Conijn
Helemaal mee eens! Ik heb zó veel mensen in verpleeghuizen gezien die ongelukkig waren en geen uitzicht hadden op verbetering van hun conditie dat ik het zelfs mishandeling vindt om die mensen geen euthanasie toe te staan.
Frank Conijn
vind