In de wijkverpleging wordt gewerkt aan een nieuw kwaliteitskader. Tegelijkertijd wordt er hard gewerkt aan een nieuwe manier van bekostiging. Deze twee trajecten raken elkaar mogelijkerwijs, maar laten we dit vooral proberen te voorkomen!
Bij het opstellen van een kwaliteitskader mogen financiën niet leidend zijn. Juist de input van de zorgprofessional en de cliënt moet de kaders aangeven. Daarvoor hoeft het wiel niet helemaal opnieuw te worden uitgevonden, maar kan goed gebruik worden gemaakt van de kennis van andere sectoren die reeds met het kwaliteitskader bijltje gehakt hebben.
In de wijkverpleging zoeken zorgverleners, zorgaanbieders en verzekeraars naar de balans tussen kwalitatief goede en doelmatige zorg. Gezien het toenemende tekort aan wijkverpleegkundigen versus de groeiende zorgvraag is dit nodig, maar daarmee niet makkelijk. En wat is eigenlijk een goede definitie van ‘kwalitatief goede zorg’ en ‘doelmatige zorg’? Kwaliteit in de wijkverpleging gaat immers niet alleen over de uit te voeren handeling, maar ook over signalering, preventie en mobilisering van het netwerk. En doelmatigheid gaat niet alleen over effectief inzetten van medewerkers, maar ook over de kosten die zijn verbonden aan de zorg.
Acceptatie
Een kwaliteitskader dient bij te dragen aan een verbetering van de zorg in de praktijk: leren en verbeteren. Het zijn vanzelfsprekend dus de zorgprofessional en de cliënt die hier een goede invulling aan zouden moeten geven. Door hen te betrekken bij het vaststellen van kwaliteitsindicatoren, zal bovendien de acceptatie van het kwaliteitskader groter zijn. Wanneer in het kader eisen worden gesteld die voorbij gaan aan de zorginhoud, wordt het kader een ‘moetje’. Kwaliteit wordt daarmee opgedragen en niet uitgedragen. Wanneer de zorgprofessional echter de kans krijgt goede zorg te leveren volgens zijn eigen standaarden, geeft dit hem meer voldoening en trots.
Prachtig voorbeeld is het kwaliteitskader gehandicaptenzorg. Dit kader is opgesteld vanuit een gezamenlijke visie voor en door het veld. Middels proeftuinen is een jaar lang geëxperimenteerd met het voor de sector opgestelde kwaliteitskader. Zo kon in de praktijk, door zorgprofessionals en cliënten, ervaren worden of het kader de beoogde positieve bijdrage leverde aan de kwaliteit van de zorg.
Groeien
Geef de professionals de kans om te groeien en de ruimte om aandachtspunten te verbeteren, zonder hier direct consequenties aan te hangen als organisatie en financier. Een kwaliteitskader kan op deze manier echt tot optimalisatie van de sector leiden. Zo geef je de sector de kans om zorg te leveren op een kwaliteitsniveau waar de zorgprofessionals achter staan en waar de cliënt de vruchten van plukt. Kwaliteit van zorg is daarmee niet één op één verbonden aan de bekostiging, maar draait om het leveren van goede zorg. Kwaliteit die wordt uitgedragen door de professionals, en niet opgedragen aan de professionals!
Lisanne Puijk
Adviseur bij Arteria Consulting