Toen ik nog maar net Kamerlid was hoorde ik vaak “de ouderenzorg in Duitsland is veel goedkoper”. In deze tijd waarin het aantal ouderen toeneemt en mensen steeds ouder worden is niet meer de vraag of we meer zorg gaan verlenen, maar hoe we dat op een goede en betaalbare manier kunnen doen. Een recent werkbezoek in Duitsland heeft mij hier interessante handvatten voor aangeleverd.
Kostenbeheersing
In het afgelopen kerstreces heb ik met de Tweede Kamercommissie VWS een werkbezoek gebracht in Duitsland over de langdurige zorg. Voordat ik vertrok hoopte ik te leren hoe het toch kan dat de langdurige zorg in Duitsland veel goedkoper is. Als het gaat om kostenbeheersing wordt er namelijk vaak naar Duitsland gewezen als voorbeeld. Maar met het werkbezoek achter de rug vraag ik me af of dat terecht is. Weliswaar betalen Duitsers veel minder premie voor langdurige zorg, maar wanneer mensen eenmaal hulpbehoeftig zijn betalen ze meer en als zij dat niet kunnen worden hun kinderen aangeslagen. Die eigen bijdragen zagen we in de ons aangereikte info niet terug. Sterker nog, een antwoord op de vraag wat de totale kosten voor ouderenzorg zijn, dus inclusief die eigen bijdragen, moesten zowel het landsministerie als het federale ministerie ons schuldig blijven. Het zou mij niks verbazen dat de kosten voor ouderenzorg in Nederland en Duitsland elkaar helemaal niet zo enorm veel ontlopen.
Bekostiging
En dan is de vraag: wat heb je liever: een werkend leven lang behoorlijk wat betalen aan de langdurige zorg voor iedereen, of aanzienlijk minder gedurende je werkend leven, maar veel meer als jij of je ouders oud zijn en zorgbehoeftig worden. Het eerste klinkt mij rechtvaardiger in de oren.
Uitgangspunt
In de bekostiging zat wat mij betreft dus niet de voornaamste les. De voornaamste les zat erin hoe er naar ouderen gekeken wordt, wat het uitgangspunt is als je in Duitsland zorgbehoeftig wordt door ouderdom. Meer dan in Nederland ligt het uitgangspunt op ouderen zo lang mogelijk thuis laten wonen. Wat heeft iemand nodig om thuis te kunnen blijven wonen? Woningaanpassingen? Extra hulp? Wat kunnen naasten doen? Natuurlijk zijn dat vragen die in Nederland ook gesteld worden, maar vaak gebeurt dat op zo’n manier dat mensen het gevoel krijgen dat ze geen recht op zorg hebben. In Duitsland staat de eigen regie van mensen veel centraler.
Eigen regie
Duitsland heeft al langer dan Nederland een persoonsgebonden budget (pflegegeld). Het gebruik ervan neemt iets af maar zit toch nog op 30 procent van de mensen die langdurige zorg nodig heeft. En dat terwijl mensen slechts 50 procent van de kosten vergoed krijgen van de zorg die anders in natura geleverd zou worden. Dat zegt iets over de grote behoefte aan eigen regie.
De Duitse overheid koestert de behoefte aan eigen regie. Ze realiseert zich dat als alle mensen die nu hun zorg zelf organiseren zich tot zorg in natura zouden wenden de kosten enorm zouden toenemen. En daarmee het tekort aan goed verzorgend personeel ook. Begrijpelijk dus ook dat we vaak hoorden over het belang van zorg door naasten. Het woord mantelzorg kent bij mijn weten geen echte vertaling in het Duits, maar het gevoel kennen de Duitsers zeker. Opvang in het eigen netwerk is van belang. Samenredzaamheid om mensen zelfstandig te kunnen laten zijn is cruciaal. En de overheid spant zich ervoor in om dat mogelijk te maken en te houden. Zo is er sinds kort een regeling waarbij iemand tot 2 jaar voor een naaste kan zorgen en daarvoor worden vrijgesteld van werk. Een inkomensgat van de mantelzorger kan met een pgb van de zorgbehoevende worden gedicht. Mantelzorg wordt dus niet ingezet vanuit bezuinigingen, maar om mensen de kans te geven de eigen regie te behouden.
Duitse verzorgingstehuizen
Natuurlijk zijn er ook in Duitsland verzorgingstehuizen. Wat mij opviel was dat die in Duitsland veel kleinschaliger zijn. We bezochten een verzorgingstehuis dat met 148 bewoners voor Duitse begrippen groot is. Elke afdeling vormt een aparte woongroep, met een eigen keuken, en eigen verzorgen personeel. Dergelijke initiatieven kennen we in Nederland ook. Maar kunnen we ons voorstellen dat Nederland net als Nordrhein Westfalen zou besluiten dat nieuwe tehuizen nog maar maximaal 80 bewoners mogen hebben? Ik betwijfel het. Het klinkt natuurlijk star, ook grote instellingen kunnen zorg kleinschalig organiseren. Maar grootschaligheid biedt voor de zorg geen voordelen. We verliezen dus niks met een eventueel besluit om ook een maximum aan het aantal bewoners in te voeren, toch? En we krijgen er meer, maar kleinere instellingen mee en dus is er dan ook meer te kiezen. Een meetbaar doel hoe groot we willen dat tehuizen zijn valt dus te overwegen.
Kleinschaligheid
Niet alleen de kleinschaligheid, maar ook het uitgangspunt dat mensen zo lang mogelijk thuis willen wonen, sprak mij aan en zou in Nederland veel meer centraal moeten staan. Wat mij betreft gaan we ernaar streven dat vanaf nu elk jaar het aantal ouderen dat thuis woont met 1 procent toe neemt en het percentage dat in een zorginstelling woont met 1 procent vermindert. Het budget reist natuurlijk mee. Met zo’n cliëntvolgend budget komt de cliënt en zijn zorgvraag pas echt centraal te staan.
Suggesties
Wat mij betreft is en blijft de eigen regie het centrale doel in de langdurige zorg, daar wil ik me voor in blijven zetten en ook voorstellen voor formuleren. Daarbij zal ik zeker lessen trekken uit de ervaringen die ik in Duitsland heb opgedaan, maar ik houd me ook aanbevolen voor suggesties: l.voortman@tweedekamer.nl.
Linda Voortman
Tweede Kamerlid GroenLinks