We staan aan het begin van een belangrijke transitie in de zorg. Qua omvang en inspanning vergelijkbaar met de energietransitie. De urgentie is groot: in de komende twintig jaar neemt het aantal 65-plussers toe naar 26 procent, waarbij het aantal 80-plussers stijgt tot 2 miljoen.
Meer dan de helft van de volwassenen heeft in 2040 een of meer chronische aandoeningen, terwijl ons gefragmenteerde zorgsysteem vaak nog is ingericht op patiënten met één aandoening. Tel daar bij op: een snel toenemend tekort aan medisch en verplegend personeel. Er zijn ruim 100 duizend mensen extra nodig tot 2020.
Gelukkig kennen we ook al oplossingen, maar daarvoor moeten we dan wel bereid zijn om duurzaam te investeren in plannen die verder gaan dan één regeerperiode.
Hoofdlijnenakkoord
Het kabinet is deze maanden in gesprek met de zorgsector over het sluiten van akkoorden. Maandag wordt het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg ondertekend door minister Bruins en de onderhandelende partijen. Ook voor de wijkverpleging ligt er inmiddels een akkoord. Dat is mooi. Zulke akkoorden zorgen meestal voor een paar jaar rust. Maar zijn ze voldoende om de toekomst met een gerust hart tegemoet te zien? Wij denken van niet.
De akkoorden bestrijken slechts een periode van vier jaar, inclusief hieraan gekoppelde financiering. Ze worden per sector gesloten en van investeringen in de overkoepelende langetermijnaanpak wordt nog nauwelijks tot niet gerept.
Wij kiezen niet de horizon van 2022, maar van 2040. Niet alleen omdat bij alle veranderingen echt een visie op de lange termijn nodig is, maar ook omdat we al vlug moeten beginnen met hervorming van de opleidingen. Een dergelijke periode is nodig om in 2040 voldoende artsen en verpleegkundigen te hebben die vanuit de nieuwe manier van denken over de zorg (samen)werken.
Preventie
Hoe die zorg er in 2040 uitziet, is in grote lijnen wel te schetsen. Zorgverleners richten zich meer dan voorheen ook op preventie, met focus op gezondheid en gedrag en op basis van inzicht in gezondheidskenmerken van populaties in wijken en buurten. Big data helpen nieuwe interventies te ontwikkelen en eerder in te zetten.
Ook in de werkomgeving is meer aandacht voor preventie. Nederlanders werken in 2040 immers langer door. Dat vraagt om een gezond arbeidsklimaat en een werkomgeving die gericht is op behoud van vitaliteit. Mantelzorg zal meer aandacht vragen, al is het maar omdat het tekort aan beroepskrachten in de zorg zal toenemen. Daarnaast worden robots en e-health een normaal verschijnsel.
Zelfmanagement
De relatie tussen zorgverlener en patiënt zal als gevolg van deze ontwikkelingen sterk veranderen. Zelfmanagement wordt belangrijker; zorgverlener en patiënt beslissen samen over gezondheids- en behandeldoelen – natuurlijk met extra ondersteuning waar de patiënt en zijn omgeving die verantwoordelijkheid niet aan kunnen. Informatietechnologie maakt het mogelijk gegevens efficiënt en veilig uit te wisselen tussen patiënt en zorgaanbieders. Niet de organisatie, maar de patiënt en zijn of haar reis door de zorg staan centraal. Professionals volgen de patiënt in zijn proces op het juiste moment op de juiste plek.
Mede door toename van het aantal chronisch zieken en van patiënten met meer dan één aandoening wordt multidisciplinair samenwerken regel in plaats van uitzondering. Dat samenwerken gebeurt steeds meer buiten de muren van ziekenhuis of zorginstelling. Dat vraagt vertrouwen in elkaar en het radicaal stoppen met de tijdrovende schijnzekerheid van afvinklijstjes. Leidend worden de op persoonsniveau gerichte zorginformatiesystemen die niet de productie, maar kwaliteit en uitkomsten van de verleende zorg inzichtelijk maken.
De mens centraal
Ook het rapport ‘De juiste zorg op de juiste plek’ is gebaseerd op dit beeld. Kernpunten: de mens centraal, meer regie op de eigen gezondheid, een centrale rol voor multifunctionele wijkteams, met zorgprofessionals die zorg bieden in de nabijheid van cliënt of patiënt, zonder hinder van financiële schotten in het systeem. Een visionaire blik op de toekomst van de zorg.
Het komt er nu op aan om deze visie te vertalen in een Zorgagenda 2040. Daarvoor is een substantiële meerjareninvestering nodig voor innovatie- en frictiekosten, vergelijkbaar met de wijze waarop Nederland investeert in de energietransitie. Want als we op dezelfde voet doorgaan, loopt het huidige systeem snel vast.
Integraal zorgakkoord
Daarom roepen wij, artsen en verpleegkundigen, de bewindslieden van VWS op om over de eigen schaduw heen te stappen en voorbereidingen te treffen die bewerkstelligen dat we in de volgende kabinetsperiode geen deel-zorgakkoorden meer sluiten, maar één integraal zorgakkoord, dat de Zorgagenda 2040 faciliteert en de barrières slecht die nu nog de juiste zorg op de juiste plek belemmeren. Net als de energietransitie is de zorgtransitie een enorme operatie. Maar als we willen, kunnen we het met zijn allen aan.