Al jaren ben ik een groot fan van de Ig Nobelprijs, de alternatieve wetenschapsprijzen die een week voor de echte Nobelprijs worden uitgereikt. Het zijn onderzoeken die mensen ‘eerst aan het lachen maken, en daarna tot denken zetten’. In september worden deze prijzen alweer voor de 25e keer uitgereikt.
Onder de prijswinnaars van de afgelopen jaren zijn verscheidene Nederlandse wetenschappers op het gebied van gezondheid en zorg. Denk aan Simon Rietveld en Ilja van Beest, die in 2010 concludeerden dat astmasymptomen door een ritje in de achtbaan worden verzacht, en aan Mirjam Tuk, Debra Trampe en Luk Warlop, die een jaar later reconstrueerden hoe een volle of lege blaas ons beslissingsvermogen beïnvloedt.
Zweetvoeten en stinkende kaasjes
Ook bij de entomoloog Bart Knols hangt het bewijs van deze Ig Nobelprijs aan de muur. Knols, die al jarenlang onderzoek doet naar de bestrijding van malaria, won deze prijs in 2006 voor zijn onderzoek naar de vraag waarom zweetvoeten en stinkende kaasjes dezelfde aantrekkingskracht op muggen uitoefenen. Nu, alweer bijna tien jaar later, noemt Knols deze prijs nog steeds erg belangrijk voor zijn carrière en de initiatieven die hij daarna heeft genomen.
In de bundel Dwarsdenken en doordouwen die ZonMw vandaag presenteert, legt Knols uit waarom hij creativiteit in de wetenschap zo belangrijk vindt. Om nog even bij het voorbeeld van de stinkende kaasjes te blijven: als je weet wáár deze Afrikaanse muggen op af komen, kan je de bewuste geur aanbrengen in vallen, licht hij toe. En hoe meer muggen je kunt vangen, hoe minder mensen er gebeten worden en het risico lopen besmet te worden. Voor een ziekte waaraan nog steeds 700.000 mensen per jaar overlijden, onder wie vooral jonge kinderen en zwangere vrouwen, is dit een uiterst relevante maatschappelijke toepassing van een wetenschappelijke studie. Maar wie had gedacht dat hij daarvoor eerst naar een kaaswinkel zou gaan om kaas te kopen ‘die naar voeten ruikt?’
Bevlogen
Naast Knols zijn voor deze bundel zeventien andere onderzoekers op het brede terrein van gezondheidsonderzoek geïnterviewd. Op verzoek van ZonMw vertellen zij bevlogen over hun werk en visie op het wetenschappelijk bestel. Allen zijn wetenschappers die de moed hebben eigen keuzes te maken, goed kunnen omgaan met tegenkrachten en ongewenste ontwikkelingen in de onderzoekswereld hardop durven benoemen.
Onder de geïnterviewden zijn bekende en minder bekende gezondheidsonderzoekers. Naast Knols zijn dit bijvoorbeeld Rudi Westendorp, Wouter Kusters, Sadik Harchaoui en Inez de Beaufort. Tezamen pleiten deze onderzoekers voor meer creativiteit en vooral onconventioneel denken in de wetenschap. Behalve serieus en goed moet wetenschap ook origineel, gedurfd en vernieuwend zijn – soms ook een beetje stout.
Toepassing blijft achter
Een opvallende uitkomst in deze bundel vind ik dat er onder deze wetenschappers veel onvrede is over het feit dat zij alleen hun peers met hun resultaten bereiken. De beoogde toepassing van hun resultaten blijft daardoor achter. In het boek vertellen de onderzoekers over hun zeer bewuste strategieën om wel tot die beoogde kennistoepassing te komen. Denk aan toegankelijk geschreven boeken in het Nederlands, optredens op tv en een ‘debattour’ door het land.
De aanbevelingen van deze onderzoekers passen goed in het nieuwe onderzoeksprogramma Fostering responsible research van ZonMw. Dit programma, dat nu nog in voorbereiding is, is gericht op meer relevantie, kwaliteit, integriteit en efficiëntie van wetenschappelijk onderzoek, gezien de brede maatschappelijke behoefte die daar in binnen- en buitenland aan bestaat.
Maar ook bij bestaande programma’s zal ZonMw proberen haar voordeel met de uitkomsten van deze interviews te doen. Makkelijk zal dit niet zijn, maar ook op dit punt valt er veel uit de interviews te leren. Want als er één ding is dat mij in deze interviews treft, dan is het de vasthoudendheid en doorzettingsvermogen waarover deze onderzoekers beschikken. Zij verdienen onze steun en waardering vanaf het allereerste uur.
Directeur van ZonMW