Veel e-health-toepassingen zijn voor een grote groep mensen, mensen met minder (gezondheids)vaardigheden, niet goed bruikbaar. Dat is heel jammer, omdat zich juist in die groep de grootste gezondheidsachterstanden bevinden.
Onlangs won Kijksluiter de prijsvraag die Pharos had uitgezet onder de noemer ‘Ehealth4All’. Het ging om het beste initiatief voor een gezondheids- of zorg-app die ook bruikbaar is voor mensen die minder goed kunnen lezen, minder vaardig zijn in taal. Dit soort initiatieven zijn hard nodig. Als we hier niet in investeren, lopen we het risico dat e-health de gezondheidsverschillen tussen hoog- en laagopgeleiden vergroot in plaats van verkleint.
Gezondheidsverschillen
Duidelijk is dat e-health-toepassingen de komende jaren enorm zullen groeien en van grote invloed zullen zijn. Er zijn al ontelbaar veel apps op het terrein van gezondheid. Daarmee kunnen we onze bloeddruk of hartslag meten, onze beweging per dag bijhouden, of medische gegevens op afstand laten bewaken door een arts of verpleegkundige. Met veel artsen kunnen we al digitaal een consult voeren. Deze digitale middelen vergroten de rol van mensen zelf op het terrein van zorg en gezondheid.
Maar geldt dat voor alle mensen? Helaas nog niet. Veel e-health-toepassingen zijn voor een grote groep mensen, mensen met minder (gezondheids)vaardigheden, niet goed bruikbaar. Dat is heel jammer, omdat zich juist in die groep de grootste gezondheidsachterstanden bevinden. Reden om dat stevig op de agenda te zetten.
Kans
De positieve boodschap is: als we apps en andere digitale toepassingen wel geschikt gaan maken voor iedereen, ligt er een enorme kans. Dan kan e-health juist bijdragen aan het terugdringen van gezondheidsverschillen. Want hoe mooi is het als laaggeletterden thuis de bijwerkingen en voorschriften voor het gebruik van medicijnen op het scherm rustig kunnen nalezen of aanhoren? Of via afbeeldingen duidelijker aan de huisarts kunnen uitleggen waar ze last van hebben? Of via een keuzehulp die ook voor hen toegankelijk is bij de juiste behandeling en arts terecht komen?
Bij de prijsuitreiking drongen laaggeletterden er stevig op aan hen van meet af aan bij de ontwikkeling van apps te betrekken. Niet pas achteraf bij ons testen, maar vanaf de start, was hun duidelijke pleidooi. Dat is al een mooie stap. Mooi zou ook zijn als ontwikkelaars de checklist en adviezen gebruiken, die Pharos voor hen heeft opgesteld. Daarmee kan je zien of je app bruikbaar is voor iedereen.
Vanzelfsprekend
Ik roep alle partijen die met e-health bezig zijn aandacht te besteden aan de bruikbaarheid voor ieder. Samen met ontwikkelaars, zorgprofessionals en gebruikers hebben we een aantal ambities voor de komende 5 jaar. Hoofdoel is: over een aantal jaren moet het vanzelfsprekend zijn dat ieder die apps ontwikkelt, ook laagopgeleide gebruikers van meet af aan betrekt en de bruikbaarheid bij hen test.
Tweede hoofddoel is: e-health nog gerichter gaan inzetten bij de integrale aanpak van gezondheidsachterstanden lokaal. Daarover gaan we met professionals en mensen uit de 164 GIDS-gemeenten in beraad. Die GIDS-gemeenten zijn bezig met het versterken van hun eigen aanpak van gezondheidsverschillen in en tussen wijken. Wij zien wel mogelijkheden voor professionals en bewoners in deze wijken om met e-health hun voordeel te doen.
Ouder
Mooi tijdens de prijsuitreiking was de spontane uitspraak van een vrouw in de zaal. Zij had nog eens geluisterd naar de verschillen in levensverwachting tussen hoog- en laagopgeleiden. Ze stond daarna op, pakte de microfoon en zei: “Ik zal jullie wat vertellen. Wij gaan ehealth gebruiken om ouder te worden dan al die hoogopgeleiden in dit land. Ik voorspel het jullie!”
Directeur Pharos Expertisecentrum gezondheidsverschillen