E-health is een prachtige ontwikkeling en biedt veel kansen. Toch is e-health alleen niet voldoende om zelfmanagement voor mensen met een chronische aandoening mogelijk te maken. Zeker op dit moment moeten we daarvan nog geen overspannen verwachtingen hebben, blijkt uit de e-Health monitor 2013 van onderzoeksinstituut NIVEL en NICTIZ.
Bijna iedereen heeft toegang tot internet en heel veel mensen weten de weg daarop te vinden voor informatie over gezondheid en ziekte. Maar de groep die online gezondheidsgegevens bijhoudt, een zelftest uitvoert of diabetesapps gebruikt, is veel kleiner. En het aantal mensen dat dat wel zal doen in de toekomst is klein, zo concludeert het onderzoek. Toepassen van e-health vraagt volgens het onderzoek “meer van mensen dan alleen het zoeken van informatie en deze stap is nog niet gezet.”
Ondersteuning
Diabetesvereniging Nederland (DVN) vindt het belangrijk dat deze stap wel gemaakt wordt. Waarom? E-health kan gemak bieden: denk aan automatische herhaalmedicatie via internet. Belangrijker is dat e-health kan zorgen voor beter geïnformeerde patiënten, die op ieder moment en op elke gewenste plek toegang hebben tot hun medische gegevens. Vanwege dat belang neemt DVN deel aan Zelfzorg Ondersteund!, coöperatie in oprichting van zorgvragers, zorgverleners en zorgverzekeraars. Zelfzorg ondersteund! zet in op het vergroten van de ondersteuningsmogelijkheden voor zelfmanagement. Niet alleen via ICT, maar ook via hulpmiddelen en omgeving. De inspanningen van DVN binnen deze coöperatie zijn er ook op gericht om mensen met diabetes zoveel mogelijk te laten profiteren van de digitale mogelijkheden.
Zorgmodel
Maar zelfs als het gebruik van e-health spectaculair groeit, dan blijft het een hulpmiddel, geen wondermiddel. Patiënten hebben verschillende behoeften in hun behandeling. DVN onderscheidt daarbij 3 zorgmodellen. In het klassieke model volgt de patiënt de aanbevelingen van de zorgverlener. Lange tijd het enige en dominante model. In het begin van de 21e eeuw kwam daarbij het informerende model, waarbij de patiënt de zorgverlener raadpleegt, die zich meer als coach opstelt. De laatste jaren ligt het accent op de participerende patiënt, die op een gelijkwaardiger niveau communiceert met zijn zorgverlener.
Toverwoord
Toch is hier geen sprake van een puur chronologische ontwikkeling: patiënten stromen niet standaard door naar een ander niveau. Een deel vindt het erg plezierig door de arts geadviseerd te worden. Niet iedereen is in staat om een participerende patiënt te worden. Het is goed om ons dat te realiseren in een tijd waarin zelfmanagement een toverwoord is. Ook voor deze mensen maakt DVN zich sterk in onze contacten met zorgverleners en zorgverzekeraars. Binnen Zelfzorg Ondersteund wordt nu gewerkt aan het vergoeden van ondersteuning bij zelfmanagement. Een mooi initiatief, maar wat DVN betreft gaat het niet alleen om e-health, maar ook om de meer klassieke ondersteuning: in de spreekkamer.
Doe-het-zelf
Modern zelfmanagement bevat immers beide. Diabetes is een doe-het-zelf-ziekte bij uitstek. Mensen met diabetes ontmoeten hun zorgverlener slechts een paar keer per jaar. De rest van de tijd, alle 24 uren in een dag, 7 dagen per week, 52 weken per jaar zijn zij op zelfmanagement aangewezen. Dat moet dan ook goed geregeld worden en passen bij de specifieke situatie en mogelijkheden van die patiënt.
Margreeth Smilde
Voorzitter Diabetesvereniging Nederland