Excelleren en presteren wordt de laatste decennia in Nederland steeds meer als voorwaarde voor persoonlijk geluk en maatschappelijk succes gezien. Wie daarin faalt, heeft een probleem en moet dat zelf oplossen, al dan niet met gespecialiseerde hulp. Wij denken dat we daarmee op een doodlopend spoor zitten. Het steeds meer problematiseren, labelen en medicaliseren van gedrag vanuit de maakbaarheidsgedachte lost niets op. Natuurlijk moet gespecialiseerde hulp waar nodig voor iedereen in dezelfde mate beschikbaar, vindbaar en toegankelijk zijn. Maar medicatie en individuele therapie zijn geen oplossingen voor obstakels die bij het opgroeien en opvoeden horen of het gevolg zijn van kansenongelijkheid of bestaansonzekerheid. Daarvoor hebben ouders, kinderen en jongeren een sterke pedagogische basis nodig waarin zij voldoende steun vinden om te leren omgaan met de normale tegenslagen die bij het leven horen.
Mentaal welbevinden
Uit onderzoek weten we dat kinderen en jongeren voor hun mentaal welbevinden op de eerste plaats betrouwbare opvoeders nodig hebben die hun ontwikkeling stimuleren, zorgen voor hun veiligheid en geborgenheid, en voor de vervulling van hun basisbehoeften. Daarnaast hebben ze een leefomgeving nodig die bijdraagt aan gelijke kansen, verbinding met anderen, mogelijkheden om maatschappelijk te participeren en bijdragen te leveren, veerkracht en agency; grip op en zeggenschap over hun eigen leven. Door corona is dat nog duidelijker geworden. Het gedwongen sociale isolement tijdens de sluiting van scholen en universiteiten was een aanslag op de behoefte aan sociale contacten en het gevoel van agency. Daardoor hadden vooral jongeren en jongvolwassenen meer last van spanningen en depressieve gevoelens, zeker als ze eerder al kwetsbaar waren.
Herstellen
Om te herstellen van de schade die ze door de coronabeperkingen hebben opgelopen, hebben kinderen en jongeren tijd nodig om hun ervaringen te verwerken. Dat lukt niet als excellentie en maakbaarheid de maatstaf is en de focus ligt op het wegwerken van individuele achterstanden. Kinderen en jongeren hebben juist nu mogelijkheden nodig om samen veerkracht te ontwikkelen en te benutten. We kunnen hun mentaal welbevinden nu een steviger fundament geven door het normale opgroeien en opvoeden in het gezin – opnieuw – te verbinden met het opgroeien en opvoeden binnen de school, de vrije tijd, de wijkvoorzieningen en andere vormen van ondersteuning en zorg. We kunnen zowel individuele als collectieve veerkracht versterken door hen letterlijk en figuurlijk meer tijd, ruimte en maatwerk geven om te bepalen wat ze echt willen, kunnen en moeten leren.
Het is de vraag of dat met het huidige herstelbeleid ook gebeurt. In het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) wordt veel nadruk gelegd op het wegwerken van individuele leerachterstanden via trainingen en programma’s. Daarmee wordt de individuele prestatiedruk verder opgevoerd. De aandacht voor welbevinden wordt vooral individueel ingevuld. Voor het aanpakken van structurele kansenongelijkheid biedt het NPO geen mogelijkheden.
Ook in het jeugdzorgbeleid van veel gemeenten zien we – nog steeds – een sterke nadruk op individuele problematiek en weinig aandacht voor preventieve programma’s of gezamenlijke initiatieven ter versterking van de pedagogische basis, terwijl de coronamaatregelen juist daarin veel schade hebben aangericht.
Tegenover de inbreng van jongeren zien wij een ambivalente houding. De wederkerigheid tussen jongeren en beleidsmakers is nog niet vanzelfsprekend. Een gevoelig punt want tijdens corona is een groot beroep op het verantwoordelijkheidsgevoel en vindingrijkheid van jongeren gedaan, maar zijn zij ook voortdurend als groep beschuldigd van onverantwoord gedrag.
De uitdaging
We roepen bestuurders, beleidsmakers en professionals van gemeenten, instellingen en organisaties op om kritisch te kijken naar de maatschappelijke meetlat die zij hanteren voor het mentaal welbevinden van kinderen en jongeren. Geef kinderen en jongeren rust en ruimte om zich te ontwikkelen op de manier die bij henzelf past. Wij denken daar graag over mee. Met het oog op alle collectieve uitdagingen die ons ook na corona nog te wachten staan; op onze gezamenlijke toekomst.
Anita Kraak is expert bij het Nederlands Jeugdinstituut. Marloes Kleinjan is programmahoofd Jeugd bij het Trimbos-instituut en hoogleraar Youth Mental Health Promotion aan de Universiteit Utrecht.