Er komt geen einde aan de berichtgeving over de verpleegkunde en werkomstandigheden. Werkdruk stijgt; één verzorgende op 60 bewoners tijdens de nachtdienst; wijkverpleging heeft cliëntenstops. Dat lezende is het opmerkelijk dat in het regeerakkoord onvoldoende aandacht is voor de arbeidsmarkt van verpleegkundigen.
Verpleegkundige: wat een mooi beroep! Verpleegkundigen maken rond de 80 procent van het gekwalificeerde personeelsbestand uit in de zorg en vertegenwoordigen een invloedrijke kracht voor het tot stand brengen van kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg. Hun bijdrage bestrijkt het hele spectrum. Verpleegkundigen vormen volgens de WHO de ruggengraat van de gezondheidszorg. Maar hoe houden we die ruggengraat in de goede positie?
Mbo- en hbo-verpleegkundigen
Momenteel zijn er belangrijke ontwikkelingen gaande om de wet BIG aan te passen inzake het onderscheid tussen mbo- en hbo-verpleegkundige. Of dit bijdraagt aan duidelijkheid voor patiënten en de aantrekkelijkheid van het beroep vergroot is zeer te betwijfelen.
Het denken wordt teveel bepaald door het verleden en het heden. Ik mis een visie met durf en lef die echt werkt aan de toekomst die elke dag al duidelijk wordt. Complexe vragen van patiënten met minder verpleegkundigen. Meer met minder is de opdracht. Dat vraagt om onconventionele oplossingen in het beroepenhuis.
De voorstellen van de Stuurgroep ‘Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging’ – die zich hiermee heeft bezig gehouden onder leiding van Doekle Terpstra – zijn aan de minister aangeboden met daarbij de opmerking: er is drukte in het verpleegkundig domein, oftewel de verschillende beroepen zitten dicht op elkaar. Daar verandert dus weinig.
Het geschetste profiel van de verzorgende IG zit dicht bij mbo- verpleegkundige en dat van de mbo-verpleegkundige zit dicht bij de hbo-verpleegkundige. Tevens lijken de voorstellen niet zo eenvoudig te verankeren in de wet BIG omdat ze onvoldoende onderscheid definiëren.
Titel en identiteit
Maar buiten de inhoud is er ook een beroepstitel voorgesteld die de verkeerde beroepsidentiteit suggereert. Hoe kunnen we in tijden van schaarste pleiten om het hart uit het beroep van de hbo- verpleegkundige te halen door haar ‘regieverpleegkundige’ te gaan noemen? Onmiskenbaar bedacht achter bureaus om een politiek vraagstuk semantisch op te lossen.
Het hart van het beroep is de rol van zorgverlener. Dat vinden verpleegkundigen aantrekkelijk aan het verpleegkundig beroep, ook op hbo-niveau. Beroepsidentiteit is zeer belangrijk voor jongeren bij hun beroepskeuze.
Er is te weinig bewustzijn van de consequentie om de hbo-er regieverpleegkundige te noemen in de wet BIG. Stel je voor je gaat hbo-verpleegkunde studeren aan een hogeschool en je komt als 21-jarige van de hogeschool af met je diploma bachelor of Nursing. Dan word je in het BIG register ingeschreven als regieverpleegkundige. Dat is jouw beroep. Hoe voelt dat?
Vraag op een verjaardagsfeestje: Wat is jouw beroep? Ik ben regieverpleegkundige. Begrijpen je familieleden en anderen dat? Ook later, als ervaren verpleegkundige, is het duidelijk kunnen maken wat je doet, weet en betekent van groot belang voor je beroepsidentiteit. Vakmanschap, autonomie en beroepsidentiteit zijn drijfveren om het vak vol te kunnen houden en te blijven beoefenen. Beroepsidentiteit is verbonden met beroepstrots en beroepsontwikkeling.
Toekomstbestendig
Daarom, maak dat onderscheid mbo-hbo voor verpleegkundigen in de wet BIG. Maar als je het doet, doe het dan duurzaam en toekomstbestendig. Kijk daarbij ook vanuit het perspectief van patiënten en de aantrekkelijkheid van het beroep. Onderscheid beroep en functie. Overweeg voor mbo: verpleegkundige en voor hbo: verpleegkundige BN (Bachelor of Nursing). Een simpel alternatief is verpleegkundige-mbo en verpleegkundige-hbo. Bedenk ook dat internationaal de ‘regieverpleegkundige’ niet herkenbaar is. Verpleegkundige BN wel.
Bureau Lambregts, advies en ontwikkling in gezondheidszorg