Er is steeds meer behoefte aan samenwerking tussen disciplines en over lijnen en domeinen heen. Frank Beemer behandelt in een serie blogs drie dooddoeners in samenwerkingsprocessen. In deze editie: ‘Eigenlijk willen we allemaal hetzelfde”.
U werkt geïnspireerd samen aan het realiseren van die mooie ambitie waar samenwerking voor nodig is: 1-gezin-1-plan, dat multidisciplinaire zorgprogramma, een geïntegreerde practice unit of wat dan ook. U heeft met elkaar vastgesteld dat alle partners het echt willen, maar toch het lijkt of er iets niet klopt: het lijkt wel of iedereen iets anders wil. En dat kan natuurlijk niet, want dat is geen goede samenwerking. Dus roept u, of een van uw partners: ‘eigenlijk willen we allemaal hetzelfde’.
Het is de valkuil van veel samenwerkingsprocessen: de (onuitgesproken) norm dat effectieve samenwerking betekent dat iedereen hetzelfde moet willen. ‘Alle neuzen moeten dezelfde kant op’ om resultaat te boeken. Maar is dat wel zo? Nee dus.
Waarom werken we eigenlijk samen? Omdat we samen iets kunnen dat alleen niet lukt. Kennelijk heeft dat andere specialisme, die andere discipline of organisatie iets te bieden dat wijzelf niet, of niet goed genoeg kunnen leveren, om kwaliteit te bieden. Verschil creëert waarde.
De lamme en de blinde
Het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld is de parabel van de lamme en de blinde. De lamme kan niet lopen en de blinde kan niet zien, dus alleen komen ze niet ver. Maar als ze hun competenties combineren kunnen ze op pad. Daarvoor is het wel van belang dat de lamme de blinde ziet als een loper, en blinde de lamme als een ziener. Anders gezegd, de ene partij moet de bijdrage van de andere kunnen waarderen, en vice versa.
Je kunt je voorstellen dat dat hieraan een zoekproces ten grondslag ligt, wat nog niet zo eenvoudig is. De lamme ziet immers iets heel anders dan de blinde. En de blinde hoort en voelt veel meer dan de Lamme.
De parabel leert ons dat juist verschil leidt tot waardecreatie. En de parabel leert dat waardecreatie uiteindelijk het product is van een grillig en ambigu wederzijds leerproces.
Dat de lamme en de blinde elkaar kunnen helpen is evident, maar hoe kunnen ze elkaar leren begrijpen, als ze letterlijk anders naar de wereld kijken? De eerste stap naar het waarderen van het verschil, is het erkennen van het verschil: we kunnen iets anders, omdat we anders zijn, en omdat we anders zijn, willen we iets anders.
We willen dus (aanvankelijk) helemaal niet hetzelfde, in tegendeel. De mentale beelden van het resultaat die we in ons hoofd hebben verschillen wezenlijk, omdat we anders zijn. En zelfs als we ze proberen te beschrijven, leidt dat aanvankelijk tot verwarring: wat bedoelt hij nou precies?
Harmonie
We kunnen slecht omgaan met deze onvermijdelijke dynamiek bij samenwerking over grenzen omdat we verschil spannend vinden. Onze norm is harmonie, ook in onze professionele wereld. En dan komt verschil van opvatting, belang en gedrag slecht uit. We duiden verschil van opvatting al snel als vermeende incompetentie van de andere partij of persoon. En daarmee is het relatieconflict geboren, waar we meestal slecht uitkomen. De verzuchting ‘eigenlijk willen we allemaal hetzelfde’ is dan ook meestal een vorm van spanningsvermijding: we dekken de verschillen toe, en kunnen toch weer gerustgesteld naar huis. Alleen zijn we geen millimeter opgeschoten.
Voor resultaat uit samenwerking moeten we die spanning juist opzoeken, het taakconflict aangaan. Alleen dan kunnen we de nieuwe combinaties op het spoor komen die voor alle partijen werken. Wat wil je en kun je precies en waarom? En wat zijn de randvoorwaarden die daarbij voor jullie gelden? Dat is spannend en inspannend. Er zijn vele werkvormen die helpen om dit proces effectief te maken en te versnellen. Maar de beste interventie voor spanningsreductie is het verschil te expliciet te accepteren. Voortaan neemt u geen genoegen met ‘eigenlijk willen we allemaal hetzelfde’ als afsluiter: het brengt u op het puntje van uw stoel. Sterker, u opent met ‘eigenlijk willen we allemaal iets anders’.
Vertrouwen
Veel verhalen rond co-creatie en open innovatie lijken deze inherente spanning systematisch te ontlopen. ‘Als er maar vertrouwen is’. Vertrouwen is echter geen input, maar een resultante van samenwerking. Daarover de volgende keer.
Academic Director Ketenregie in de Zorg bij Erasmus Academie
Eerder verschenen in de deze serie: Samenwerken, kunnen we het eigenlijk wel? en Dooddoeners bij samenwerking: doorzettingsmacht