De verpleeghuizen staan weer volop in de belangstelling, en helaas zelden positief. Bewoners raken besmet, personeel valt uit. En er was nog zo beloofd dat dit nooit meer zou gebeuren, is de teneur in veel berichten in de media. Er komen experts aan het woord die een verklaring zoeken in de mate van veiligheid van de beschermende materialen, omdat uit bron- en contactonderzoek zou blijken dat medewerkers het virus binnen brengen. Ook geven zij aan dat het toelaten van bezoekers in het verpleeghuis riskant is, zeker wanneer het aantal besmettingen in de ‘buitenwereld’ zo groot is. Tot slot zou er in de verpleeghuizen veel vaker en ‘agressiever’ moeten worden getest.
‘Verpleeghuisbewoners zijn geen patiënten’
Actie is geboden, lijkt de boodschap. Maar de vraag is of de voorgestelde maatregelen gaan helpen. Herhaaldelijk testen is zeer ingrijpend voor bewoners, zeker als zij niet begrijpen waarom dit gebeurt. En het virus buiten de deur houden is een illusie, want een verpleeghuis is geen ziekenhuis. De bewoners zijn geen patiënten; het is hun thuis, en daar hoort ook het contact met geliefden bij. En de zorgmedewerkers gaan ook weer naar huis, wat onvermijdelijk risico’s met zich meebrengt. Ook al leven de meesten als kluizenaars om de kans op besmetting, thuis en op het werk, zoveel mogelijk te beperken. Corona in huis krijgen is soms ook botte pech, hoe goed je de zaken ook op orde hebt.
Zoals altijd, vertellen de cijfers maar een deel van het verhaal. In onze onderzoeken binnen de ouderenzorg zoeken we dan ook altijd een combinatie van zowel normatieve (zoals checklists, statistieken) als narratieve informatie (de verhalen van betrokkenen). Wat kunnen de zorgmedewerkers, bewoners en hun naasten ons vertellen over hoe het nu gaat in de verpleeghuizen?
Race tegen de klok
In hun verhalen horen we dat medewerkers ook in deze tweede golf keihard werken om corona buiten de deur te houden en alles binnen hun mogelijkheden doen voor de kwaliteit van leven van bewoners en hun naasten. Verzorgende Dennis: “Het is een race tegen de klok om alle mensen te helpen. Dat is de laatste tijd nog erger geworden omdat er ook collega’s ziek zijn.” Welzijnsmedewerker Wendy: “Je voelt je verantwoordelijk voor besmettingen, voor de kwaliteit van leven van bewoners, voor het contact met naasten, voor de gezondheid van het team en dat is veel. Je kan het niet allemaal alleen dragen.”
‘Mijn hart klopt in mijn keel van bezorgdheid’
In het verpleeghuis is de impact van de eerste coronagolf bovendien nog voelbaar. Medewerkers zijn moe en verdrietig als ze praten over wat ze hebben meegemaakt. Na een korte zomer is de werkdruk weer flink toegenomen. Op plekken waar nog geen besmettingen zijn, heerst spanning en strijdlust om het virus buiten de deur te houden. Waar wel corona wordt vastgesteld, is er soms geen weg terug en wordt een groot deel van de bewoners en medewerkers ziek. Welzijnsmedewerker Annette: “De bezorgdheid om de bewoners laat mijn hart de hele dag in mijn keel kloppen.”
Evenwicht tussen veiligheid en kwaliteit van leven
In de verhalen beluisteren we dat er grote verschillen zijn tussen zorgorganisaties, locaties en soms zelfs tussen woningen binnen een locatie. Maar overal wordt getracht om een evenwicht te bewaren tussen de veiligheid van bewoners en hun kwaliteit van leven. Medewerkers maken er het beste van, onder uiterst moeilijke omstandigheden. Ze troosten mensen in hun laatste momenten. En zorgen voor momenten van leefplezier. Zoals verzorgende Roelien ons vertelde: “Er wordt gedanst en gekookt. Laatst zag ik mijn collega’s zwetend in hun pak poffertjes bakken.”
Broodnodige erkenning
Moeten we dan maar niks doen? Nee, zeker niet. Wat we heel veel terug horen, is het gebrek aan waardering dat de medewerkers nu ervaren. Binnenshuis is er vaak steun van psychologen en managers voor de teams, van collega’s onder elkaar en van familieleden. Maar de steun van de buitenwacht ontbreekt; het applaus is verstomd. Dit gaat over kleine gebaren zoals die hand op je schouder, of de vraag van de buurvrouw: ‘hoe gaat het met jou?’ Verzorgende Lies: “In de eerste golf konden we geen vazen meer vinden; de scholen maakten tekeningen, er kwam taart voor ons en voor de bewoners. Nu zie je niks meer, terwijl juist nu onze energie een beetje opraakt.”
Deze aandacht en attenties voor de mensen die wonen en werken in de verpleeghuizen, kunnen zorgen voor die broodnodige erkenning. Steun zit ook in het bieden van ruimte en vertrouwen aan medewerkers om zorg te (blijven) bieden gericht op de wensen en verlangens van bewoners. En hierover op een andere, narratieve manier verantwoording af te leggen.
‘Geef de zorg die warme omarming’
Laten we niet op zoek gaan naar strengere ingrepen of zondebokken, maar de mensen in de ouderenzorg steunen om hun moeilijke werk vol te houden. Geef de zorg die “warme omarming” die Lies zo zegt te missen. En sluit je aan bij de oproep van teamleider Ineke: “Kijk om naar de mensen in de zorg, ga achter ze staan. Met steun van eenieder, op welk niveau dan ook, wordt de coronatijd in het verpleeghuis een stukje mooier.”
Josanne Huijg, senior onderzoeker bij Leyden Academy on Vitality and Ageing