Het is ongelofelijk lastig om misverstanden te voorkomen wanneer verschillende behandelaren bij een patiënt betrokken zijn.
Dat besefte ik onlangs door een ongeval in de familie. Helderheid over de rol van de verschillende artsen is nodig. Misschien kan een rol van hoofdbehandelaar ook helpen, al is het door achteraf te leren van misverstanden.
Mijn broer was bij het wilgen knotten uit een boom gevallen en naar een academisch ziekenhuis gebracht. Het resultaat: een paar gebroken lendenwervels en een gebroken nekwervel. De arts vertelde op basis van een MRI dat het goede breuken waren en dat een operatie niet nodig was. Met een korset zou alles goed komen. We waren opgelucht.
Maar een uur later kwam de domper. De arts met het goede nieuws had het alleen over de rug gehad. Later was er nog een arts gekomen die over de nek ging. En die nek moest dus op basis van dezelfde MRI wél geopereerd worden. Die operatie is overigens prima verlopen, maar de vraag blijft hoe dit misverstand voorkomen had kunnen worden. Velen van ons kennen immers voorbeelden van patiënten die niet binnen één superspecialisme vallen en daardoor verwarrende uitleg krijgen en soms ook echt risico’s lopen.
Specialistentaal
Had het geholpen als de arts specifiek had gezegd: “Goedemiddag, ik heb alleen naar uw rug gekeken en daarover kan ik het volgende zeggen”? Dat is allerminst zeker, want het onderscheid tussen rug en nek maak je als leek niet. De taal van de specialist en die van de leek verschilt hemelsbreed. Met meer specialistentaal voorkom je misverstanden waarschijnlijk niet.
Het had wel geholpen als de arts verteld zou hebben dat er nog een collega zou komen om het over een ander onderdeel van de diagnose te hebben. Want zoiets is voor gewone mensen goed te begrijpen. Voor een patiënt is het prettig als een arts zich bewust is van al die andere artsen die ook gesprekken voeren met de patiënt en telkens ook de rol van de anderen even benoemt.
Regiebehandelaar
Kan in dit soort gevallen de rol van hoofdbehandelaar helpen? Die rol is bedacht om de samenwerking tussen artsen te verbeteren en om patiënten een aanspreekpunt te bieden. De rol is nog in ontwikkeling. Artsen vinden het prettig om hoofdbehandelaar te zijn. Je kunt dan een DBC openen en je hebt een zware stem bij het overleg. Maar de coördinatie blijft nog vaak onderbelicht. In de ggz hebben ze daarom voor de term regiebehandelaar gekozen. Dat benadrukt dat het om regie gaat naast het behandelen. Misschien is die term ook een goed idee voor de ziekenhuizen.
Maar welke term ook gekozen wordt, hoofdbehandelaar of regiebehandelaar, laat hun rol ook zijn dat zij bij het ontslaggesprek de ervaringen van de patiënt en diens familie (laten) navragen en de verantwoordelijkheid voor verbeteringen op zich nemen. Misverstanden zijn niet te voorkomen, maar je kunt er wel iets van leren.
Programmadirecteur van de Top Class, onderdeel van het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur