Mensen met een beperking kunnen en willen participeren in de samenleving. Laten we hen daarin ondersteunen, ook met een inkomen.
Donderdag is er in de Tweede Kamer een bijeenkomst over de Participatiewet. Deze wet moet meer mensen aan een plek op de arbeidsmarkt helpen, ook degenen die daarbij hulp nodig hebben.
Er zijn eerste successen te melden, maar voor de meeste mensen met een verstandelijke beperking is de participatiesamenleving een belofte die nog niet is waar gemaakt.Dit terwijl zij wel degelijk kunnen en willen werken.
Creativiteit
Onlangs was ik op het Integraal Kindcentrum De Bosmark in Dinxperlo. Daar ontmoette ik mensen met een beperking die er op dinsdag en donderdag werken op de basisschool en kinderopvang. Ze vegen van het schoolplein, legen de papierbakken, vouwen de theedoeken, helpen bij het aan- en uittrekken van jassen en mutsen en het open draaien van drinkbekers.
De kinderen en de leerkrachten waarderen deze nieuwe collega’s enorm en missen hen als ze er een keer niet zijn. Voor henzelf is het een geweldige ervaring om te worden gewaardeerd en ‘dank je wel’ te horen.
Vaardigheden
Dit soort werk is in de publieke en semipublieke sector volop voorhanden: op het stadhuis, in de bibliotheek, of in de zorg. Met een beetje creativiteit kunnen we mensen met een beperking veel meer inschakelen. Hun inspanningen zouden dan moeten worden beloond met een participatie-inkomen. Dat werkt veel motiverender dan een jarenlange bijstandsuitkering, waarop zij weer worden gekort als ze een vrijwilligersvergoeding ontvangen.
Er is ook een groep mensen met een licht verstandelijke beperking die wel degelijk betaald werk kan verrichten. Velen van hen vallen buiten de boot omdat na het speciaal onderwijs een beroepsopleiding nog te hoog gegrepen is. Ze hebben meer tijd nodig om zich te ontwikkelen, of ze scoren onvoldoende op vakken als taal en rekenen.
Zij kunnen wel degelijk vakinhoudelijke vaardigheden ontwikkelen, die bijvoorbeeld van pas komen in de horeca of de groenvoorziening. Werkgevers met een leerwerkbedrijf kunnen hen een praktijkverklaring geven zodra zij een bepaalde taak onder de knie hebben. Een stapeltje van zulke praktijkverklaringen geeft hen een betere kans op betaald werk. Of ze kunnen, inmiddels een jaartje ouder, alsnog naar een beroepsopleiding.
Landelijke regeling
Er bestaan een paar initiatieven voor dit soort scholing op maat, zoals de Academie voor Zelfstandigheid. Maar nog lang niet overal en er is geen structurele financiering. Daarom zou er een landelijke regeling moeten komen die deze groep jongeren de mogelijkheid biedt zich verder te ontwikkelen. Waarom investeren we wel flinke bedragen in de opleiding van mensen met veel capaciteiten en niet een veel kleiner bedrag in de ontwikkeling van mensen die zich langzamer ontwikkelen dan anderen?
Maar als betaald werk ook op langere termijn te hoog gegrepen is, is meedoen de volgende optie in een participatiesamenleving. Dan moet ons sociale stelsel dat mogelijk maken in plaats van belemmeren. Beschouw het inkomen dan als een participatie-inkomen.
Directeur Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland