‘Gemeenten blijven laks met beschut werk voor arbeidsbeperkten’, kopte Trouw begin februari. Het blijkt na een rondgang van Trouw bij het UWV dat na drie jaar slechts 735 banen zijn gerealiseerd voor mensen voor wie een reguliere baan te hoog is gegrepen. En dat terwijl de ambitie van het kabinet 50 duizend beschutte werkplekken is voor de komende jaren.
Gemeenten klagen dat er te weinig geld is, terwijl potjes die de overheid daarvoor heeft gereserveerd niet worden opgemaakt door de gemeenten. Daarnaast moet het bedrijfsleven ook een prikkel krijgen om mensen met een verstandelijke beperking en loonwaarde in dienst te nemen, de vrijblijvendheid is momenteel te groot. Dit geldt voor zowel gemeentes als bedrijven.
Aan de andere kant horen we ook positieve geluiden. Zo heeft de Participatiewet ervoor gezorgd dat jonggehandicapten een prikkel krijgen om aan het werk te gaan. Werkgevers moeten zich aan de Wet banenafspraak houden en zorgen voor werkgelegenheid voor deze groep. Het aantal werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt dat een baan heeft gevonden is flink gestegen ten opzichte van de doelstellingen vastgelegd in de Wet banenafspraak. Een goede ontwikkeling, alleen gaat het bij de Wet banenafspraak niet specifiek over de groep mensen die meer begeleiding en structuur nodig heeft, zoals onze cliënten met een verstandelijke beperking. Juist voor deze mensen worden te weinig banen, de zogenaamde beschutte werkplekken, gecreëerd. Dit kan en moet beter.
Gevangen in dagbesteding
Het gebrek aan beschutte werkplekken kan mensen met een verstandelijke beperking die wel loonwaarde hebben of dit kunnen ontwikkelen, gevangen houden in de dagbesteding. Terwijl echt werk heel belangrijk is voor deze mensen om meer regie te krijgen over hun eigen leven. SROI (Social Return on Investment) kan een effectief instrument zijn om meer beschutte werkplekken te realiseren, maar wordt nog te weinig ingezet bij aanbestedingen en inkoopvoorwaarden door zorgorganisaties.
Hiermee wordt mensen met een verstandelijke beperking de kans ontnomen om door het doen van echt werk een volwaardige plek als burger in de samenleving in te nemen. Door standaard SROI-voorwaarden in aanbestedingen of inkoopafspraken op te nemen, specifiek gericht op beschutte werkplekken, kunnen wij onze toeleveranciers stimuleren om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Hiermee kunnen we vanuit onze kant het proces verder in beweging brengen.
Werkgeversrisico’s
Bedrijven zelf zien nog te veel werkgeversrisico’s in het aannemen van iemand die meer begeleiding en structuur nodig heeft. Bovendien zien bedrijven vaak de voordelen niet, terwijl het ze ook veel kan brengen. Zij krijgen bijvoorbeeld professionele ondersteuning van zorgorganisaties zoals Prinsenstichting bij de begeleiding van de nieuwe medewerkers. Daarmee kunnen ze hun eigen vaardigheden als coach ontwikkelen. Daarnaast biedt Prinsenstichting leerwerktrajecten die een brug kunnen slaan naar een beschutte werkplek.
Wij onderzoeken bij alle nieuwe contracten die wij aangaan met onze leveranciers de mogelijkheid om invulling te geven aan SROI. Zo hebben wij met schoonmaakbedrijf ISS in de aanbesteding een SROI afspraak meegenomen. Het resultaat daarvan is dat wij samen met ISS een leerwerktraject Schoonmaak hebben ontwikkeld, waar mensen met een beperking aan deelnemen. Een geslaagde leerling is na dit leerwerktraject in dienst gekomen bij ISS en werkt nu op Schiphol.
Verantwoordelijkheid
Laten wij zelf als zorgorganisaties ook voor positieve cijfers zorgen. En belangrijker, het nut van SROI blijven benadrukken. Niet alleen gemeenten, maar ook bedrijven worden op deze manier op hun verantwoordelijkheid aangesproken. Ik roep zorgorganisaties op om zelf het initiatief te nemen in het creëren van beschutte werkplekken voor hun cliënten, in samenwerking met het bedrijfsleven. Goed voorbeeld doet goed volgen. Werk aan de winkel dus voor ons als branche!
Anneke Keijzer
Accounthouder en contractmanager Prinsenstichting