Staatssecretaris Van Rijn brengt zijn plannen om te bezuinigen op de AWBZ slechts magertjes voor het voetlicht. Het valt te betreuren dat het kabinet weinig aandacht besteedt aan het toelichten en uitleggen van zijn overkoepelende visie op de verbouwing van de welvaartsstaat. Het geïdealiseerde beeld over wat de gemeenten allemaal kunnen betekenen is misleidend.
De opvatting dat gemeenten straks de mogelijkheid krijgen om maatwerk te bieden klinkt mooi. Maar het woord misleidt en maskeert. Onder de noemer van maatwerk gaat rechteloosheid en afhankelijkheid schuil. De kans op willekeur is groot. Burgers moeten hun familie en sociale netwerk mobiliseren en mocht dat niet toereikend zijn, dan kunnen zij bij de gemeente aankloppen. Daarop volgt het ‘keukentafelgesprek’ waaruit moet blijken welke zorg, ondersteuning en begeleiding de hulpvrager niet zelf kan regelen. Hier moet duidelijk worden in welke gevallen het gaat om professionele aspecten en in welke gevallen het om eenvoudiger zaken gaat. De vertaling van het ‘keukentafelgesprek’ is een steunpakketje met een bepaalde looptijd, bijvoorbeeld een jaar, want dan wordt weer bekeken of de toegekende steun in stand moet blijven. Gemeenten zullen deals sluiten met organisaties en die geven invulling aan het hoe en wat. De forse bezuiniging zal leiden tot een versobering.
Gemeenten
Gemeenten krijgen veel voor hun kiezen. Zij zijn het die de afschaffing van het ‘verzekerde recht’ moeten uitleggen en het geïdealiseerde maatwerk moeten verkopen. Ze hebben de Wmo-doctrine nog lang niet onder de knie en dat gaat ze voor 1 januari 2015 niet lukken ook. Wethouder Karsten Klein van Den Haag beweerde dat al en hij heeft gelijk. Van Rijn wimpelde dit bezwaar af en bezweert alle vertrouwen in de gemeentebesturen te hebben. Ik vrees dat deze vriendelijke bejegening ze niet zal helpen.
Vuren
Belangrijker dan de organisatievraag is de beleidsmatige. De Wmo valt onder de noemer van medebewind. Dit houdt in dat gemeenten uitvoering geven aan opgedragen taken. Colleges van B&W, vooral portefeuillehoudende wethouders, worden voor een gemankeerde kar gespannen en moeten zich bij hun burgers daarover verantwoorden. De gemeenteraad is het controlerend orgaan. Houd je tussen al die vuren maar staande…
Terug in de tijd
We moeten in de zorg snijden om de rest overeind te kunnen houden. Als we alles op z’n beloop laten zijn straks de meest kwetsbaren, de mensen met de laagste inkomens, het kind van de rekening. Zo argumenteert de staatssecretaris. Zijn voornaamste argument is dus: we moeten wel ingrijpen, er is geen keus! Een tijding van te vrezen onheil. Voor de uitvoering van zijn beleid verwijst Van Rijn ons terug in de tijd. Naar ‘wat vroeger normaal was’, ‘wat meer naar elkaar omzien’, zonder verzeild te raken in termen van liefdadigheid.
Eenzijdig
Ik geloof dat we nooit zullen terugkeren naar vervlogen tijden. Uit de geschiedenis vallen wel lessen te leren, maar die moeten passen in sociaal culturele context van vandaag. Het gewenste pleidooi zou ik eerder richten op nieuwe en eigentijdse vormgeving! Veel te eenzijdig wordt het beeld geschetst van een gewijzigde insteek voor de ouderenzorg. Daar wordt onmiskenbaar stevig in gesneden, maar er zijn veel meer groepen die de ingrijpende verandering zullen ondervinden.
Specifieke deskundigheid
Het snijdt hout om te zeggen dat burgers zich moeten realiseren dat zij een keer ouder worden en dat daarmee een hulp- en zorgbehoefte gepaard gaat. Het is reëel om te betogen dat we onszelf erop moeten voorbereiden om alsdan de zorg- en welzijnsbehoeften adequaat in te vullen. Het is begrijpelijk dat familiezorg zo lang als mogelijk is de geldende vorm en norm van ondersteuning en zorg is. In de explicatie moet het echter veel meer gaan over specifieke en kwetsbare doelgroepen in de zorg, zoals zintuiglijk gehandicapten, mensen met complexe (niet aangeboren) hersenletsel, kinderen met verstandelijke beperking en gedragsproblemen, mensen met psychiatrische aandoeningen. Voor veel van deze cliënten is specifieke deskundigheid nodig om de integrale zorgvraag te diagnosticeren, te organiseren en te realiseren. Ik houd voor deze mensen mijn hart vast.
Uitstoot
De vakbonden hebben er wel erg in, maar Van Rijn is (te) weinig expliciet. De voorgenomen ombuigingen in de AWBZ en alles wat later nog volgt, want dit is nog slechts de inleiding, gaat gepaard met een gigantische uitstoot van werkgelegenheid. Vooral voor lager geschoolde part timers. Bij alle verlies van banen die in Nederland al plaatsvindt, onder meer in de bouw, is dat geen geringe impact. Een paar jaar geleden maakten we ons nog grote zorgen over de ‘tekorten van handen aan het bed’. Dat geluid is nu al verstomd.
Schone schijn
Het verhaal van de staatssecretaris had kunnen zijn: we verbouwen de welvaartsstaat, want de wal heeft het schip gekeerd. We begeven ons niet terug in de tijd. Nee, we vinden uit wat hoort bij deze tijd en bij de toekomst die wacht. Families en gemeenschappen hebben een uitgesproken taak en verantwoordelijkheid. De overheid kan in bepaalde gevallen financieel bijspringen met producten en diensten die in natura worden geleverd of geregeld door professionele medewerkers van maatschappelijke ondernemingen. Daarvoor gelden aanzienlijk versoberde generieke regelingen, maar burgers hebben daarmee wel iets om op terug te vallen en het is beter dan de schone schijn van lokaal maatwerk.