Ik moet u iets bekennen: ik ben dol op diagnostiek van de koude grond. Me opwindend over de blèrende ADHD’ertjes van de buren, gun ik ze vandaag een dubbele dosis Ritalin.
Bij de beeldvullende aanblik van Mart Smeets, sta ik keer op keer versteld van het narcisme van die zelfingenomen ijdeltuit. En laatst tijdens een interview met een tertiair reagerende psychiater vroeg ik me af wat ik het eerste bij de man zelf zou behandelen: zijn depressie of autisme.
DSM 5
Mij hoor je dus niet klagen over die nieuwe DSM 5. Met die onlangs herschreven bijbel voor psychiaters kan ik voorlopig weer vooruit met een nieuw arsenaal aan etiketten voor opmerkelijke nieuwe ‘stoornissen’. Dachten we tot voor kort dat het gewoon was dat vrouwen door hun opspelende hormoonhuishouding soms groen en geel van ellende zien, nu biedt de DSM daarvoor een prachtig label. Jawel, zij kampen met een premenstrual dysphoric disorder. Dus dames: vergeet die pure chocola, voortaan hebben jullie het volste recht op pillen om de beruchte PDD-dagen door te komen. En stel je voor dat mijn buren hulp zouden zoeken voor het besturen van hun krijsende kroost; die schatjes zouden dan zomaar het etiket disruptive mood dysregulation disorder opgeplakt kunnen krijgen. Let maar op, DMDD wordt vast een hit de komende jaren.
Stigma’s
Door de laatste SIRE-campagne – waarin mensen met een echt psychisch probleem aangeven hoe vreselijk anderen daar op kunnen reageren – realiseer ik me dat ik helemaal fout zit met al die stigmatiserende stikkers. Tegelijkertijd bedenk ik me dat ik in mijn vrienden- en kennissenkring nauwelijks mensen ken met een – hopelijk wel deugdelijk gediagnosticeerd – psychisch probleem. Geen wonder, dat houden we liever voor onszelf uit angst om voor gek versleten te worden. Uitzonderingen daar gelaten. Want gelukkig zijn er ook moedige mensen, die zich – de schaamte voorbij – kwetsbaar en krachtig durven opstellen om een eind te maken aan alle vooroordelen die hen parten spelen. Dat zijn de beste ambassadeurs, die de nieuwe stichting Samen Sterk Tegen Stigma terecht inzet om stigma’s te slechten.
Maatschappelijk verantwoord
Hun droom over een inclusieve samenleving waarin iedereen gewoon kan meedoen, deel ik. Maar daarvoor hebben we niet alleen moedige ambassadeurs nodig, maar ook – en misschien wel vooral – moedige werkgevers die echt doorpakken met arbeidsparticipatie. Want alleen in direct contact met mensen met een psychische probleem ontstaat er begrip. Alleen dan blijkt dat zij niet zo eng zijn als vaak wordt gedacht. En waar kan dat begrip beter ontstaan dan op de werkvloer? Natuurlijk, dat vergt een coulante en flexibele houding van werkgevers en een minder eenzijdige focus op productie en efficiency. Maar zijn we de tijd van ‘sneller, groter, meer’ inmiddels niet voorbij, omdat ‘beter, duurzamer, minder’ uiteindelijk meer perspectief biedt? Dus wie is de eerste zorgbestuurder die ook op dit terrein maatschappelijk verantwoord gaat ondernemen?!
Passieve overheid
Van de overheid hoeven we wat dit betreft niet veel te verwachten. Een quotum voor het in dienst nemen van mensen met een beperking komt er vooralsnog niet. Bovendien zijn we in Europa een van de hekkensluiters bij de ratificering van het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking. Daarbij tekent de huidige regering achter de komma aan nadrukkelijk oog te hebben voor de financiële consequenties. Oftewel: zo’n verdrag is leuk en aardig, zolang het maar niets kost! Het past bij de optimistische maar gratuite lijn van dit kabinet: niet zeuren, lekker blijven uitgeven, allemaal gewoon meedoen en zorgen voor elkaar! Maar ondertussen wordt het realiseren van een meer inclusieve samenleving toch vooral als kostenpost gezien. Want wat heb je aan maatschappelijke winst, die maar zeer ten dele in euro’s valt uit te drukken…
Ondernemers met lef
Door ingrijpende bezuinigingen op dagbesteding en sociale werkplaatsen zijn de afgelopen tijd grote groepen mensen met een kras of een deuk welbewust onderuit gehaald. Tegen die achtergrond is het bestrijden van stigma’s – hoe goed bedoeld ook – niet meer dan een doekje voor het bloeden: pleisters plakken op de wonden van keihard crisisbeleid waardoor kwetsbare mensen willens en wetens worden buitengesloten. Om die groep echt uitzicht te bieden op normaal meedoen, zullen we het dus vooral moeten hebben van ondernemers met lef en een open mind – ook in de zorg – die hun eigen vooroordelen en angsten overwinnen. Wie durft?!
PS. Nog even over die neurotische etiketteringsdrang van me. Mocht u dat herkennen en net als ik de laatste tijd denken ‘iedereen is gek geworden’, dan kan dat twee dingen betekenen. U ervaart een ongekend en zeldzaam moment van inzicht. Of het wordt hoog tijd om op vakantie te gaan. Ik kies de komende weken voor dat laatste. Ben benieuwd of dat helpt…