Er is een nieuwe Zorgbrede Governancecode in de maak, die vanaf 1 januari 2017 gaat gelden. Naleving van deze code geldt al als verplichting voor leden van brancheorganisaties in de zorg. De minister wil een stap verder gaan en de naleving verplicht stellen voor alle zorgaanbieders
Dit raakt dus ook zorgbestuurders en zorgprofessionals in de eerste lijn. Ons advies: buig u tijdig over de vraag hoe u goed bestuur en toezicht verankert in uw zorginstelling. In de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) is bepaald dat een zorginstelling voor haar bestuursstructuur aan een aantal eisen moet voldoen. Afhankelijk van het zorgaanbod en het aantal werknemers verplicht de WTZi een zorginstelling tot het instellen van een onafhankelijk toezichthoudend orgaan. Ook moeten raad van bestuur en de interne toezichthouder een verantwoordelijkheidsverdeling afspreken. Hoe deze verantwoordelijkheidsverdeling feitelijk wordt ingevuld, staat niet in deze wet. Hier komt de Zorgbrede Governancecode om de hoek kijken. Deze is opgesteld door de zorgsector zelf en is sinds 1 januari 2006 van kracht.
Toetsen
Op dit moment zijn de brancheorganisaties bezig met een vernieuwing en herijking van die bestaande code. Deze ‘editie 2017’ gaat met ingang van volgend jaar gelden. De minister wil bovendien naleving van de nieuwe Zorgbrede Governancecode verplicht gaan stellen voor alle zorgorganisaties. Dus ook voor zorgaanbieders die niet bij een brancheorganisatie in de zorg zijn aangesloten, zoals verschillende groepen aanbieders in de eerstelijnszorg. Daarnaast wil ze de code onder meer uitbreiden met verplichte accreditatie voor bestuurders en toezichthouders en opname daarvan in een bestuurders- en toezichthoudersregister. Het is de bedoeling dat de IGZ de naleving van de code zal gaan toetsen in haar reguliere toezicht.
Dat heeft nogal wat gevolgen voor zorgaanbieders die geen lid waren van een brancheorganisatie en dus nog niet verplicht waren de richtlijnen van de code te implementeren. Tegelijkertijd geldt dat organisaties die dat wel deden, ook met nieuwe richtlijnen te maken krijgen.
Onduidelijk
Voor veel eerstelijnszorginstellingen is het onduidelijk welke gevolgen een mogelijke samenwerking met andere eerste- of tweedelijns zorgaanbieders heeft voor de eisen die gesteld worden ten aanzien van de bestuursstructuur. De vernieuwde code geeft verheldering: de code geldt voor samenwerkingsverbanden als een lid van de brancheorganisaties de meerderheid van de zeggenschap heeft. Wanneer dit niet het geval is, is men uiteraard vrij de code na te leven. (De eisen die de WTZi stelt ten aanzien van de bestuursstructuur van instellingen gelden alleen als de gezamenlijke rechtspersoon een WTZi-toelating wenst te verkrijgen.)
Overigens eisen ook sommige verzekeraars inmiddels al naleving van de code, waaronder VGZ en CZ. De trend is zonneklaar: governance-eisen in de zorg zullen, net als in het bedrijfsleven, steeds minder vrijblijvend gaan worden.
Van afvinken naar dialoog
Op dit moment ligt een consultatieversie voor van de aangescherpte Zorgbrede Governancecode. In onze optiek is het een kans om de governance van de zorgonderneming nu in één keer goed en toekomstbesteding vorm te geven. Dat begint bij het screenen van bestaande statuten en reglementen van de organisatie op toepassing van de code; iets wat nu al in gang gezet kan worden. Want dan kan tijdig worden geanticipeerd op de aankomende veranderingen die de code 2017 met zich meebrengt.
Uw bedrijfskundig/juridisch adviseur kan u daarbij helpen. Dat is een investering die zich zeker zal terugverdienen. De Zorgbrede Governancecode kan voelen als een moetje. Maar deze set richtlijnen is niet voor niets ontwikkeld vanuit de zorgsector zelf. De brancheorganisaties willen dat met de vernieuwde code een belangrijke stap wordt gezet: “van het afvinken van regels naar het uitnodigen tot dialoog binnen zorgorganisaties.”
Fleur Verstegen en co-auteur Michel Wartena
Consultants VvAA voor Zorgondernemingen