Met een veelvoud aan ambities is begin 2015 goed bestuur in de zorg door de bewindslieden van VWS stevig neergezet. Je zou welhaast denken dat bestuurders in de zorg vóór 2015 niet wisten hoe dat moest.
Niets is minder waar. Al sinds de inwerkingtreding van de Kwaliteitswet zorginstellingen in 1996 is het bestuur van de zorginstelling verantwoordelijk voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg. Die verantwoordelijkheid werkt al ruim 24 jaar door in alle geledingen, in alle lagen, op elke vloer en niet onverdienstelijk. De Nederlandse zorg behoort immers niet voor niets tot de top van de wereld. Professionals en bestuurders hebben dat samen mogelijk gemaakt, zelfs zonder alle ingrepen op het gebied van governance.
En toch blijft de roep om een versteviging en verdieping van de governance aanhouden. In de eerste voortgangsrapportage van de minister en staatssecretaris van VWS (brief van 14 maart jongstleden over de voortgang van goed bestuur in de zorg, TK 32012, nr. 37) wordt een breed scala aan acties nader belicht. Een selectie.
– Governance code
Om te beginnen met de herijking van de zorgbrede governancecode door de gezamenlijke brancheorganisaties. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zal de herziene code handhaven als veldnorm: ook brancheorganisaties en leden die de code niet hadden omarmd, zijn vanaf 1 januari 2017 aan de herziene code gebonden. De conceptversie zal dus voor het gehele veld van belang zijn om van commentaar te voorzien.
– Accreditatie
Naast de inrichting van de governance, wordt dan nu echt getracht alle bestuurders in de zorg te accrediteren met een streven van tweederde voor 1 januari 2018. De focus ligt op leden van raden van bestuur. De aandacht die naar de Medisch Specialistische Bedrijven (MSB’s) is uitgegaan in het afgelopen jaar heeft zich daarentegen niet gericht op governance binnen die bedrijven of op goed bestuur. Dat zou wel een aandachtspunt behoren te zijn in de verhouding met de raden van bestuur. MSB’s zijn immers als ‘Shell’ maar dan binnen de muren van het ziekenhuis. De kwaliteit van bestuur is binnen die bedrijven minstens zo belangrijk. Al was het maar omdat zorg verlenen echt iets anders is dan besturen.
– Wkkgz
Ook de (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg) Wkkgz passert de revue. Inmiddels is de wet bijna drie maanden oud. De daarin verankerde bestuurlijke ondertoezichtstelling is nog niet officieel ingezet door de IGZ, officieus ongetwijfeld wel. Alhoewel de wettelijke basis reeds bestaat, zullen de IGZ en de NZa daarnaast een gezamenlijk Toezichtkader Goed Bestuur opstellen. De hoop is dat het optreden van de toezichthouders hierdoor meer eenduidig en voorspelbaar wordt: de toekomst zal het leren. Het zal veeleer de druk zijn onder water die de beweging maakt, dan het officieel inzetten van wettelijk instrumentarium.
– Doorontwikkeling MSB
Tot slot is de doorontwikkeling van de samenwerking tussen ziekenhuis en MSB een aandachtspunt. De TIAS-quick scan integrale bekostiging en governance laat goed zien op welke manier VWS zich in de aanloop naar 1 januari 2015 verkeken heeft op de bewegingsbereidheid van de medisch specialisten. Fiscaal gewin heeft het gewonnen van gelijkgerichtheid. Zelfs een individuele band tussen medisch specialist en raad van bestuur is door de toenmalige Orde van Medisch Specialisten in de ban gedaan. De enige juiste reflectie op de integrale bekostiging is naar ik meen de ontkoppeling van de gelijkgerichtheid van de toen Kwaliteitswet zorginstellingen, thans Wkkgz, en de beschouwing dat die ontkoppeling nooit had mogen plaatsvinden. De door de IGZ ontwikkelde zelftest is in dat kader geen zelftest maar een pleister op de wond die als gevolg van de invoering van de integrale bekostiging zichtbaar werd en nog altijd is.
Voor bestuurders en toezichthouders is de governance in de zorg een verplicht nummer. Den Haag gaat met volle kracht vooruit!
Advocaat/partner bij Nysingh advocaten en notarissen