Mee blijven doen in het aanbod van complexe curatieve zorg, vergt grote investeringen. Maar zolang we onze ziekenhuizen kunstmatig klein houden, gaat dit in Nederland niet lukken.
Small is beautiful – dit lijkt het adagium van de toezichthouders in de zorg. Veel zorgbestuurders begínnen niet eens aan verkenningen van fusies of overnames, uit vrees dat die niet langs NZa en ACM komen. De recente publicatie over het effect van fusies op de kwaliteit van zorg zal daar niet bij helpen. Cure en care kleinschalig organiseren, direct rondom de burger, binnen regio’s – dat is natuurlijk prachtig. Maar tegelijk slaat ‘klein is mooi’ op twee fronten de plank juist mis.
Want de zorg is, ten eerste, niet dé zorg. In de zorgvraag van burgers zit steeds meer differentiatie, en ook het aanbod differentieert. Er kán steeds meer: nieuwe mogelijkheden bij voorheen onbehandelbare aandoeningen; steeds complexere maar toch veilige ingrepen. En front nummer twee: de zorg raakt steeds meer technologie-gedreven, vooral door digitalisering. Dit is ook een proces van globalisering, gedragen door wereldwijd opererende spelers. Denk aan de lens die Novartis ontwikkelt samen met Google, denk aan de medische inzet van Watson van IBM.
Complexe zorg van uitmuntende kwaliteit
Deze ontwikkelingen hebben één ding gemeen: een goed antwoord vergt grote investeringen. Kleine organisaties kunnen die niet opbrengen. Het is geen toeval dat organisaties die complexe zorg van uitmuntende kwaliteit leveren, voor een goede prijs, steeds vaker grote aanbieders blijken. Zoals Cleveland Clinic en Mount Sinai in de VS, Karolinska in Zweden, Narayna in India, Helios in Duitsland. Juist doordát deze organisaties al groot zijn, kunnen ze nog weer verder groeien en sterker worden.
Door onze ziekenhuizen tot kleinschaligheid te dwingen, maken we het ze onmogelijk om hierin mee te gaan. Een voorbeeld: gezamenlijke aanschaf van EPD’s door een aantal afzonderlijke ziekenhuizen is lastig, door verschillen in eisen. Maar voor een eigen EPD, kosten tientallen miljoenen, hebben Nederlandse ziekenhuizen het geld niet.
Schaalgrootte brengt hier uitkomst. Niet alleen lokaal en regionaal. Ook in de vorm van bovenregionale en soms internationale spelers, met grootschalige focus op kennis en technologie. Die dan weer op plaatselijk niveau, in gezonde concurrentie met vergelijkbaar sterke partijen, hun beste gezicht laten zien met maatwerk, goede zorgpaden, ketensamenwerking. Think global, act local.
Blijven hangen in de vorige eeuw
De strakke kaders van de Mededingingswet veroordelen de zorg in Nederland tot blijven hangen in de vorige eeuw, zeker voor het meer complexe segment. Met de recente ACM-publicatie die constateert dat fusie geen effect heeft op kwaliteit van zorg, doen we onszelf tekort. Leidt fusie tot snelle verbetering van uitkomsten van zorg? Nee, waarschijnlijk niet. Maar op langere termijn wel, doordat er meer ruimte is voor zaken als subspecialisatie, innovatie en investeringen in nieuwe technologie.
Intussen komt er een compleet nieuw soort aanbieders van zorg, vooral uit de wereld van technologie. Zoals Medtronic, dat zelf klinieken overneemt. Of Philips, dat continue diagnostiek van chronische patiënten aanbiedt. Op deze nieuwe marktsetting, met nieuwe concurrentie, zullen klassieke zorgaanbieders een antwoord moeten vinden. Overwaaien zal het niet: het wordt meedoen, of opgeslokt worden.
Maar meedoen vergt middelen en kracht. Als zelfstandige organisaties of als partners in allianties tussen nieuwe partijen en traditionele aanbieders. Denk aan de Watson-deal van IBM met Memorial Sloan Kettering. Of aan de nieuwe care-infrastructuur die Japan Post Group samen met Apple en IBM ontwikkelt (zie het recente KPMG-rapport Wie doet het met wie in de zorg).
Ook hier is schaalgrootte weer essentieel: om méé te kunnen investeren in die nieuwe allianties, en om een gelijkwaardige partner te zijn.
Kruideniersmentaliteit loslaten
Voor complexe curatieve zorg moeten we anders gaan kijken naar schaalgrootte. We moeten die juist willen stimuleren. Alleen dan kunnen we investeren om op wereldniveau mee te blijven doen. We moeten de kruideniersmentaliteit loslaten, en kiezen voor curatieve zorg van wereldklasse, geleverd door spelers van formaat.
Voorzitter KPMG NL Gezondheidszorg