Het rapport besteedt veel tekst aan de veronderstelling dat het Slotervaart ziekenhuis zijn best had moeten doen om zich beter voor te bereiden op de gevolgen van het faillissement om die chaos te voorkomen.
Zorgverzekeraars
De aanbevelingen hebben daarentegen alleen betrekking op twee ministers. De minister van Medische Zorg moet de zorgplicht van zorgverzekeraars herijken zodat de continuïteit van de zorg bij een faillissement gewaarborgd blijft. Daarenboven moet hij zorgverzekeraars verplichten financieel garant te staan om de zorg netjes af te bouwen in geval van een faillissement. De minister voor rechtsbescherming, ik wist niet dat we die hadden, moet zelfs het faillissementsrecht aanpassen. Een stevige actielijst voor het kabinet dus.
Soepel faillissement?
Het faillerende ziekenhuis wordt in de aanbevelingen dus helemaal niet genoemd. Je kan van tevoren ook helemaal niets doen om een faillissement “soepel” te laten verlopen. Je kan alleen maar alles doen om juist niet failliet te gaan. Zodra je aan een faillissement gaat denken, of erger erover gaat communiceren, is het hek van de dam en verval je in een onbeheersbaar proces. Dit resulteerde vervolgens in de chaos rond de patiëntenzorg die overigens goed en gedetailleerd beschreven wordt in het rapport.
Het Slotervaart ziekenhuis had drie maanden van tevoren een plan moeten maken voor het ordentelijk verlopen van het eventuele faillissement. Het staat in de tekst, maar niet in de aanbevelingen, want het is natuurlijk onzin! De dag nadat het eerste conceptplan intern besproken is staan de schuldeisers op de stoep en je hebt de chaos die je met het plan wilde voorkomen. Verder is de curator verantwoordelijk voor de gang van zaken en die moet vooral de schuldeisers ter wille zijn. De raad van bestuur staat buiten spel, met of zonder plan.
Calamiteit
Verder kent het onderzoeksrapport een weeffout. Wanneer er in een ziekenhuis een calamiteit plaatsvindt en de patiënt komt onverwacht te overlijden dan is de cruciale vraag; hoe had dit voorkomen kunnen worden. Stel dat na een grote medische misser er helemaal aan het einde van het zorgtraject ook nog iets misgaat in de gang van zaken rond het levenseinde. Dan is niet de belangrijkste en al zeker niet de enige vraag die gesteld moet worden; hoe had de zorg vlak voor het overlijden beter kunnen verlopen? De onderzoeksraad doet dit in feite wel.
Stresstest zorgsysteem
Een bredere scope van het onderzoek had veel meer tekortkomingen bloot kunnen leggen. Het faillissement was een soort stresstest voor het huidige zorgsysteem en van de uitkomsten die te lezen zijn in het rapport word je niet vrolijk. De enigen die er goed vanaf komen zijn de zorgverleners die nog zoveel mogelijk hebben getracht de continuïteit van de zorg te waarborgen. “Zo heeft een arts een patiënt met een zeer hoge bloeddruk door het hele ziekenhuis moeten begeleiden omdat ander medisch personeel niet op de gebruikelijke manier te bereiken waren.” Een tafereel dat een Kerstverhaal waardig is.
Managementwijsheid
Tot slot een afsluitend citaat: “Na verloop van tijd realiseerde het ministerie van VWS zich dat het stelsel in theorie redelijk goed werkt, maar dat de praktijk weerbarstiger is”. Dit doet denken aan een oude managementwijsheid die zegt dat theorie en praktijk in theorie niet zoveel van elkaar verschillen, maar in de praktijk juist wel. Het zorgstelsel is een gedrocht geworden dat helemaal niet werkt. Die conclusie moeten we dan maar zelf trekken uit het rapport.
Jaap van den Heuvel
Voorzitter raad van bestuur Rode Kruis Ziekenhuis