De cijfers liegen er niet om. Niet eerder was de stijging van het verzuim, maar ook het verloop zo hoog. Overall lag dit op 6,6% (CBS, 2020), maar dat is een vertekening. Het werkelijke cijfer ligt hoger (rond de 7,5%, Vernet) en is per sector verschillend. Zo is het in de ouderenzorg, in de woorden van Actiz voorzitter Henk Kamp, ‘niet meer te doen’. Hij haalt binnenkort defensie er bij. Dan loopt het tegen 12% aan. Bij jeugdzorg, GGZ en gehandicaptenzorg is het beeld evenmin rooskleurig: al maanden stijgende trend naar 7% en 8% en deze lijn is nog niet gestopt. De uitstroom is feitelijk nog onvoldoende in beeld. Overigens: het verzuim in de zorg was ook voor de pandemie al stijgende, evenwel niet in deze omvang.
Uiteraard kennen we de redenen van de uitval. Deze COVID-19 tijden betekenen ziekte, vermoeidheid, testen (en wachten op uitslagen). Opvallend genoeg werden medewerkers uit de gehandicaptenzorg niet eens meegerekend in de prioritering bij de GGD. Veel effect lijkt die prioritering overigens niet te hebben.
Pragmatische aanpak
Er wordt breed ingezet door alle zorgorganisaties op het behoud van medewerkers, tenminste om het verloop terug te brengen. Maar ook om oplossingen te bedenken en met een pragmatische aanpak het verzuim te tackelen. Er wordt uiteraard extra ingezet op uitzendbureau’s, maar ook zij staan onder dezelfde druk. Men ziet bijvoorbeeld kans om meer gezamenlijk op te trekken en oplossingen te zoeken, zo komt men tot kleinschalige initiatieven om medewerkers te ‘delen’, overheadpersoneel in te zetten, contracten uit te breiden, samenwerkingsverbanden met opleidingsinstellingen aan te gaan, extra wervingscampagnes op te zetten (NB: er liep al een landelijke voor de crisis: ‘Ik Zorg’), wordt preventies getracht meer te doen (eigen teststraten!), etc..
Veel wordt in de praktijk al gerealiseerd, maar nog vaak ad hoc. Het zijn veel druppeltjes op de gloeiende plaat. En toch ervaren medewerkers een extreem hoge druk en worden zij soms zelfs toch ingezet als ze moeten wachten op een uitslag.
Wellicht is het zinnig om iets breder te kijken, juist nu. Bijzondere tijden vragen bijzondere oplossingen.
Veiligheidsregio als kans
De 25 regio’s zijn er onder meer om ‘branden te blussen’. De arbeidssituatie in de zorg lijkt me zo’n brand. Uiteraard zijn deze regio’s zelf niet bedoeld voor de arbeidsmarkt, maar we zouden de zorg wel binnen deze regio’s kunnen verdelen en daar actief op inzetten. Er is tenminste een duidelijke overlap binnen deze regio’s met de zorg en de Covid-maatregelen. Wat is doable? Een veiligheidsregio als arbeidsregio bij een pandemie?
Er kan per regio een bestuur worden geformeerd uit de vertegenwoordigende bestuurders van de diverse zorgdomeinen en werkgevers uit andere sectoren (onderwijs, welzijn, justitie, horeca, cultuur, defensie, MKB, Land- & Tuinbouw, Toerisme). Vanuit dit bestuur is er een structurele verbinding met het bestuur van de Veiligheidsregio.
Het bestuur richt zich op:
– het inventariseren van de knelpunten en risico’s: in kaart brengen wat waar speelt. Dit kan snel en in korte lijnen. Data is overall wel beschikbaar maar het gaat om concrete noodsituaties die een korte-termijn actie vereisen. En het kan: zo wordt bijvoorbeeld horecapersoneel ingezet als gastvrouw in een VVT-organisatie;
– het adviseren van oplossingen voor zorgorganisaties en partners. Hier ligt de kracht van het samenspel en het snel kunnen schakelen tussen de verschillende organisaties en bedrijven;
– het realiseren van benodigde (rand)voorwaarden voor de adviezen (vgl. financiering, testen);
– het monitoren van de adviezen;
– het instellen van een regionaal crisisteam. Dit richt zich op het feitelijke ‘bluswerk’, ofwel het realiseren van de praktische oplossingen uit de adviezen, dan wel het signaleren van knelpunten. De voorzitter hiervan maakt derhalve deel uit van het regiobestuur.
– Het inrichten van een meldkamer voor het crisisteam
– het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening.
Duurt het lang om dit ‘allemaal’ te realiseren? Ik meen van niet en men hoeft ook niet op elkaar te wachten of op een landelijk beleid hierin: elke veiligheidsregio kan dit direct realiseren. Dan is er binnen twee, drie weken een bestuur en een crisisteam dat aan de slag kan.
Naar mijn idee ligt hier een kans om de uitval juist nu op te pakken. Het hanteren van een ‘arbeidsveiligheidsregio’ kan behulpzaam zijn en een stevig kader bieden. We redden het amper in ons eentje, tillen de forse problematiek naar een hoger niveau en bieden een sociaal breder draagvlak voor de knellende zorg om het uit te houden.
Jac de Bruijn
Zelfstandig adviseur zorg en samenleving