Reflecteren is een essentieel onderdeel van het werk van een bestuurder van een zorgorganisatie. Stiltes inbouwen is nodig om met het écht belangrijke bezig te zijn. In die zin dient het een belangrijk doel. Het stil zijn op zich is zonder doel. Dat lijkt een paradox. Anita Wydoodt (bestuurder in de zorg) en Mieke Moor (organisatiefilosoof) denken hardop na.
Wydoodt: Enige weken geleden stond ik in mijn werkkamer tussen twee afspraken in rustig voor het raam een appel te eten. Een jonge arts liep mijn kamer binnen en zei: “Zo, sta je lekker een appeltje te eten?” Ik had de neiging om te zeggen dat ik veel meer aan het doen was, namelijk even rustig ademhalen tussen twee vergaderingen om afstand te nemen van alle externe prikkels en voor mezelf de ruimte te maken om met hernieuwde volle aandacht het volgende gesprek in te kunnen gaan. Ik wilde met haar delen hoe verademend het is om de dingen die ik doe met aandacht te doen en dat ik het niet meer anders wil. Dat ik het iedereen kan aanraden om die route voor zichzelf te verkennen omdat je kwaliteit van werken en leven er zoveel beter van wordt.
Moor: Als ik je goed begrijp dan heb je die neiging om uit te leggen wat je deed onderdrukt. Waarom eigenlijk? Een collega vertelde me laatst een omgekeerde versie: hij stapte tijdens lunchtijd binnen bij een bestuurder die achter haar bureau de krant zat te lezen en zich onmiddellijk verontschuldigde ‘dat ze gewoon even tijd over had’. Blijkbaar ligt er een taboe op even niks (doelgerichts) doen.
Wydoodt: Bestuurders worden vaak geselecteerd omdat ze een uitgesproken visie hebben op wat er in hun sector of bedrijf te doen staat. Communiceren, zenden en actie zijn daarmee dominante gedragsstijlen. Even tijd nemen om na te denken, stilte toelaten en mijmeren horen daar niet onmiddellijk bij. Ik kom weinig collega’s tegen die zeggen dat ze het niet te druk hebben, terwijl het juist de kunst is om in de hectiek waarin je werkt, de rust te creëren om goede afwegingen te maken en besluiten te nemen. We leven in een tijd waarin zaken veelal niet eenduidig zijn, maar juist ambigue. Daarin moeten we weloverwogen keuzes kunnen maken.
Moor: De appel is zowel in de religie als in de filosofie een betekenisvol symbool voor het opdoen van kennis: Kants kennisleer begon met de onschuldige vraag ‘wat is een appel eigenlijk?’. En Eva werd zich door het eten van de verboden vrucht ineens bewust van het onderscheid tussen goed en kwaad. Zo onschuldig is het eten van een appeltje dus niet! Wie zichzelf toestaat om even uit de drukdoenerij te stappen en een moment van rust in te lassen kan in eerste instantie vooral onrust ervaren, omdat de gebruikelijke orde van het denken wordt doorbroken door een willekeur van gedachten. In het boeddhisme wordt deze aandoening (!) wel ‘het gillen van de geest’ genoemd. Voor bestuurders die juist geselecteerd zijn op het hebben en houden van overzicht kan zo’n rustpauze dus bepaald ongemakkelijk zijn. Hoe ben jij daartoe gekomen?
Wydoodt: Naast het handelen zelf is reflecteren over wat en hoe ik mijn werk doe een rode draad in mijn loopbaan. Het is voor mij een manier om in beweging te blijven en me te ontwikkelen. En er ligt ook een bewuste keuze aan ten grondslag: dat om te handelen vanuit mijn persoonlijkheid en hoe ik als mens in de wereld sta, kan bijdragen aan de vraagstukken van de zorg(organisatie). Ik heb ontdekt dat ik vooral dán vanuit kracht handel. Het vraagt trouwens wel oefening en discipline om regelmatig in stilte te zitten en ruimte voor ‘niets’ te maken. Je weet immers niet wat er uit dat niets ontstaat.
Moor: Maar hoe doe jij dat praktisch in de drukte van elke dag?
Wydoodt: John Cleese omschrijft dat mooi als ‘het creëren van oases in tijd en ruimte’ waar je je even terugtrekt uit alles wat urgent is. Voor mij zijn dat bijvoorbeeld kleine momenten tussen twee afspraken door waarin ik even ‘tijdens het handen wassen’ bewust ademhaal of uit het raam staar en rustig een appeltje eet. Soms zijn het langere momenten zoals een kwartiertje eerder opstaan om te mediteren of een boswandeling maken zonder te praten.
Als bestuurder moet je niet enkel bezig zijn met wat urgent is, maar vooral ook met wat echt belangrijk is. Me daarvan bewust zijn, is een essentieel onderdeel van mijn baan.