Sterker nog: ons zorgaanbod geeft geen enkele prikkel tot preventie. We bieden te veel aan en voorkomen te weinig. Het zorgaanbod groeit en doelgroepen voor behandelingen worden uitgebreid. Op je 86ste een nieuwe knie? De meeste specialisten zullen je graag ontvangen, ook al zijn de kosten gemiddeld 10 duizend euro en is de vraag wat een nieuwe knie op die leeftijd nog toevoegt. De logica dat een nieuwe knie nog kán overheerst.
Op je 63ste een nieuwe knie na jaren van overgewicht? Dezelfde specialist ontvangt je graag. Er is voor de patiënt geen prikkel tot preventie want, vooralsnog, wordt je toch wel geholpen. Terwijl diezelfde specialist jaren eerder een gesprek had kunnen voeren over je leefstijl. Maar er is geen prikkel voor die specialist om dat te doen. Want zij kunnen de kosten van zo’n langer leefstijlgesprek niet declareren en bovendien: de specialist is opgeleid voor deze ingrepen en wordt afgerekend op zijn productie. En dus blijven we nieuwe knieën aanbieden.
Wrong pocket
Preventie vraagt volgens mij om echt grote keuzes. Over belastingen op ongezonde voeding, en de beschikbaarheid ervan, over het stimuleren van sporten, over inzicht in leefstijl. Maar die keuzes maken we niet. We stellen discussies uit. Zo vragen we tabaksproducenten om hun mening en maken vervolgens de discussie veel te ingewikkeld met het ‘wrong pocket’ argument. Blijkbaar willen we alleen investeren als we weten dat de baten daarvan niet bij een ander terecht komen.
En anders hebben we altijd nog de preventieparadox om geen keuzes te maken. Misschien was het ook wel beter geworden zonder preventiemaatregelen. En ondertussen gebeurt er … heel weinig.
Preventiestatement
Is het dan allemaal niks op gebied van preventie? Is er helemaal geen oplossing? Misschien wel. Het Preventiestatement van de VNG en Zorgverzekeraars Nederland geeft hoop. Dit statement is het startpunt voor regionale preventie infrastructuren, waarin gemeenten, zorgaanbieders en -verzekeraars samen werken aan preventie. Maar ook hier staat nu nog geen geld tegenover.
Als we in deze structuur nu eens ‘investeerders’, organisaties die kosten maken voor preventie, vragen om de rekening bij deze infrastructuur in te dienen. Denk bijvoorbeeld aan artsen die een leefstijlgesprek voeren. En als we investeren in preventie betekent dat ook toekomstige baten. De regionale infrastructuur kan vervolgens werken als een vereveningsfonds en gefinancierd worden op basis van toekomstige baten van andere partijen.
Voorinvestering
Dat kan niet zonder hulp en voorinvesteringen van het rijk, én zonder vertrouwen in elkaar. En ja, ook dat is ingewikkeld. Maar we hebben het systeem zo ingewikkeld gemaakt dat dit ook de uitweg kan zijn onze preventieloosheid.
Philippe Sprenger
Directeur/Bestuurder Raedelijn