De afgelopen verkiezingscampagne leken vriend en vijand het erover eens: na de hervormingen in de ouderenzorg, moet er méér geld naar de verpleeghuizen. Er zijn miljarden euro’s in het vooruitzicht gesteld en het ziet er naar uit dat er ook meer geld komt. De vraag is echter wel waar dat naar toe zou moeten.
Moet het vooral naar de verpleeghuizen, of juist naar meer zorg thuis? En wat we kunnen leren van de hervorming van de langdurige zorg die eraan voorafging? Ik zou willen waarschuwen voor het trekken van te snelle conclusies. En vooral: laten we deze keer vooral over de zórg zelf praten, in plaats van over de budgetten.
Hervorming moet nog beginnen
Herijking van budgetten leidt niet vanzelf tot betere zorg. De gedeeltelijke overheveling van de zorg van provincies en zorgkantoren naar gemeenten en zorgverzekeraars, is achter de rug. En de belangrijkste vraag is hoe cliënten en patiënten er beter van geworden. Als ik af ga op de signalen over knelpunten, dan denk ik dat de hervorming van de langdurige zorg op dat vlak eigenlijk nog moet beginnen.
De overgang van de AWBZ naar de Wet Langdurige Zorg en de gedeeltelijke overgang naar WMO en Zorgverzekeringswet, heeft bovendien onrust veroorzaakt en soms onduidelijkheid. Dat is deels onvermijdelijk bij zo’n grote operatie, maar de nadelen moeten wel overboden worden door zorginhoudelijke meerwaarde. Anders levert het niks op. Dan heeft straks een miljardendans rond ombuigingen alleen maar onrust gecreëerd en geen verbeteringen.
Over de schotten heen
Daarom is het nodig dat zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten in onderlinge samenwerking kunnen gaan investeren. Nu leiden de financiële schotten ertoe dat gemeenten of verzekeraars wel willen investeren, maar dat de baten weglekken, bijvoorbeeld door meevallers bij de zorgkantoren. De per schakel in de keten beperkte budgetten lokken afwachtendheid en stilstand uit.
Stel daarom de financierende partijen in staat om over de schotten heen te werken aan goede zorg, aan -inderdaad- het creëren van betere omstandigheden voor mantelzorgers, mensen met dementie, kwetsbare ouderen, dak- en thuislozen, mensen met langdurige geestelijke aandoeningen. En: stel die partijen in staat om dat in hun eigen regio’s te doen en – beste toekomstige ministers van VWS en Financiën – regisseer dat nu eens een keer niet van bovenaf.
Als we die ruimte creëren, dan komen er leereffecten die later zijn op te schalen. Dan zien we dat terug via de contractering en samenwerking van gemeenten, verzekeraars en zorgkantoren. Begin vooral niet landelijk, want elke zorgvraag die je dan preventief vermijdt, is alweer opgevuld met extra zorgaanbod voor je het in de gaten hebt; met als gevolg hogere in plaats van lagere kosten. Dat betekent een les in terughoudendheid aan landelijke tekentafels. Ik weet dat die boodschap soms irriteert bij ambtenaren die van alles willen. Maar als het dienen van betere zorg daarmee gebaat is, mag dat gevraagd worden.
Eerstelijnsverblijf
De financierende partijen zijn gezamenlijk aan zet: naast investeringen in het sociale domein (begeleiding, mantelzorgondersteuning en innovatieve trajecten) zijn er voldoende bedden voor eerstelijnsverblijf nodig. De bedden op de eerste hulp liggen te vaak vol met ouderen. Soms zijn plekken in een verpleeghuis – als het thuis niet meer gaat- moeilijk te vinden.
Verhalen over verwaarloosde ouderen halen de voorpagina. Gezamenlijk vermijden dat het imago van de zorgsector deuk na deuk krijgt, is van groot belang. Het antwoord ligt niet besloten in miljarden minder en meer, tenzij die miljarden de zorginhoud volgen. Niet eerst financieren of herschikken, maar eerst de inhoud en dan vooral van onderop.
Een paar miljard naar de verpleeghuizen lijkt een goede oplossing, maar het is de vraag of daar uiteindelijk de nood het hoogst is. Laten we nu wél goed nadenken over de zorg zelf, in plaats van alleen budgetten te verhogen of te verschuiven. Dat is ook het pleidooi van de ANBO en een aantal anderen in een brief aan de informateur, die ik van harte ondertekende. Het geld is hervormd, nu de zorg zelf nog.
Ab Klink,
Lid rvb Coöperatie VGZ
—
A.s. woensdag organiseert VGZ een debat onder de noemer “Moeten we ons langdurig zorgen maken over de ouderenzorg?” met medewerking van cliënten, zorgaanbieders, onderzoekers, bestuurders en de Patiëntenfederatie Nederland (gratis toegang, wel graag van te voren aanmelden).