Het zal u verbazen, maar het is toch echt zo. Niet alle kinderen en hun ouders krijgen de jeugdgezondheidszorg die ze nodig hebben. Hoe zit dat? Iedereen kan toch naar het consultatiebureau en deelnemen aan het Rijksvaccinatieprogramma? Ja, dat klopt, dat is de ‘kale basis’ aan jeugdgezondheidszorg die alle gemeenten moeten bieden. Een basis die al jaren onder druk staat door bezuinigingen en tekorten in bijvoorbeeld de jeugdzorg.
Gezondheidscrisis na corona
Dit terwijl opkomende maatschappelijke problemen, zoals overgewicht, angsten, depressies, stress of verslavingen, nu aangepakt moeten worden. Zeker nu zich – ook bij jongeren – een nieuwe gezondheidscrisis na de coronacrisis aftekent. Met mogelijk nog grotere gezondheidsverschillen tot gevolg, waarvoor ook de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving vorige maand waarschuwde bij het verschijnen van haar rapport ‘een eerlijke kans op gezond leven’.
En juist daar zijn onze jeugdgezondheidszorg professionals op hun best. In het gesprek met ouder en kind. In een vroeg stadium de juiste steun bieden. Problemen signaleren voor ze escaleren en zo zorgen dat kinderen niet onnodig in te zware (jeugd)zorg terecht komen. Daarbij gaan de kosten natuurlijk voor de baten uit.
Maar dan moet een gemeente daar wel voor kiezen. Kiezen voor ondersteuning bij ouderschap, leefstijlinterventies op obesitas, roken, drugs of alcohol. Preventieve programma’s als Voorzorg of M@ZL. Allemaal niet verplichte, maar ó zo belangrijke interventies om te zorgen voor gezonde toekomstige generaties.
Ontoereikend budget
Het makkelijkst is natuurlijk om gemeenten de schuld te geven. Realiteit is dat zij er de afgelopen jaren alleen maar taken bij hebben gekregen, met een ontoereikend budget. Bovendien was een belangrijk deel van het geld dat er wel kwam niet gelabeld. Waardoor het ook aan andere zaken moest worden besteed. Zo dwingen we gemeenten tot de onmogelijke keuze tussen geld investeren in de plaatselijke bibliotheek of in de gezondheid van een kind.
Dus in plaats van boos te zijn op onze gemeenten, is het tijd dat wij hen te hulp schieten. Met wij bedoel ik onze volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer en het kabinet. Door het kale basispakket zoals wij dat kennen uit te breiden en daar structureel en gelabeld geld voor vrij te maken. Zodat gemeenten niet meer voor een onmogelijke keuze staan. En we als GGD’en iedere moeder op Moederdag (en vader op Vaderdag) gewoon een mooi cadeau kunnen toewensen. In plaats van gelijke gezondheidskansen voor hun kinderen. Want die zouden een vanzelfsprekendheid moeten zijn in Nederland.
Samantha Dinsbach
Directeur Publieke Gezondheid van GGD Twente en portefeuillehouder Jeugdgezondheidszorg bij GGD GHOR Nederland.