In de afgelopen tijd heb ik mijn oor vaak te luisteren gelegd bij anderen, buiten de sector. De korte conclusie is dat we in een moeilijk en gepolariseerd debat over geneesmiddelen zijn beland. Die polarisatie weerhoudt ons ervan om wat verder uit te zoomen en te kijken naar de wérkelijke oorzaken op het gebied van betaalbaarheid en beschikbaarheid. Dat start wat mij betreft bij het echt afpellen en beantwoorden van drie vragen, op basis van openbare en onafhankelijke bronnen: stijgen de medicijnuitgaven in Nederland, geven we teveel uit aan geneesmiddelen en zijn geneesmiddelenprijzen zo hoog dat ze andere zorg verdringen?
Raar?
Als we starten bij de totale medicijnuitgaven van Nederland, dan valt iets op. Onze medicijnuitgaven per inwoner zijn na inflatiecorrectie de afgelopen achttien jaar niet gegroeid, constateerde Het Financieele Dagblad onlangs. Maar in die achttien jaar zijn er wel 1,6 miljoen inwoners bijgekomen. Verder zijn wij binnen Europa – na Denemarken – het land dat het kleinste deel van het zorgbudget besteedt aan medicijnen. Het is misschien raar uit mijn mond, maar de overheid, zorgverzekeraars en ziekenhuizen hebben de afgelopen jaren een knap staaltje werk geleverd, door deze uitgaven goed in de hand te houden.
Het echte probleem
Het beeld in de media en politiek wordt niet zelden bepaald door prijzen van zeldzame uitschieters, zoals een baanbrekende cel- of gentherapie, waarmee we kunnen bereiken waarvan we tien jaar geleden slechts konden dromen: de patiënt niet alleen in leven houden, maar ook genezen. En dan geldt ook nog dat de vraagprijs die u in de media ziet, niet de werkelijk betaalde prijs is. Na vertrouwelijke prijzen tussen het geneesmiddelenbedrijf en het ministerie van VWS blijft daar gemiddeld iets meer dan de helft van over. Onze medicijnuitgaven bedragen netto niet meer dan 5,6% van het zorgbudget. U mag zelf beoordelen of dat veel of weinig is. Maar ik durf te stellen dat betaalbaarheid van medicijnen niet het échte probleem is in Nederland. Dat is beschikbaarheid.
Kostenfocus
Je zou dan immers verwachten dat alle geneesmiddelen in Nederland beschikbaar zijn voor de patiënt. Helaas is dat niet zo. Patiënten en apothekers ervaren iedere dag tekorten aan veelal generieke geneesmiddelen. En op nieuwe geneesmiddelen wachten patiënten in Nederland maanden langer dan in veel andere Europese landen. Door een sterke focus op kosten, ons complexe en vaak gestapelde beleid hebben we te maken met een slechtere beschikbaarheid van medicijnen.
In perspectief
Het probleem van die ziekenhuisbestuurder is hiermee nog niet opgelost, dat realiseer ik mij goed. Ik beweer overigens ook niet dat alle medicijnen spotgoedkoop zijn. Maar laten we de feiten in perspectief blijven zien. Minder dan 1 procent van alle Nederlandse patiënten gebruikt een ziekenhuismedicijn dat duurder is € 10.000 per patiënt per jaar. Het overgrote deel van onze geneesmiddelen, zo’n 80 procent, waren ooit innovatieve geneesmiddelen en zijn nu generiek. Gemiddeld kost een pakje generieke, soms levensreddende geneesmiddelen in ons land nog geen 2 euro. Kortom een geneesmiddel gaat levenslang mee en maakt veelal het verschil of iemand kan werken en deelnemen aan de maatschappij óf dat iemand is veroordeeld tot een rolstoel, ziekenhuisbed of sociaal isolement.
Geen ‘quick fix’
Het is dan ook hoog tijd dat we het met de overheid, verzekeraars, artsen en patiënten hebben over die beleidskeuzes. Hoe kan het samen, simpeler en sneller? Dat zijn geen eenvoudige gesprekken en er is al helemaal geen quick fix. Toch is het keihard nodig, juist nu Nederland verder vergrijst. Intussen kunnen we nog onnodige uitgaven aan medicijnen terug dringen door meer gepast gebruik en een betere voorspelbaarheid aan de start. Daar werken we als geneesmiddelensector graag aan mee. Voorwaarde daarvoor is wel dat we met elkaar een ontspannen en constructief gesprek kunnen voeren, en goed samenwerken. Dat is helaas niet zo eenvoudig als het klinkt, maar ik geloof heilig in de uitgestoken hand. Bij deze!