Voor mij was 2015 het jaar van de indicatoren voor de acute zorg, maar ook van de reflectie. Nog net voor het einde van het jaar heeft het Zorginstituut Nederland kwaliteitsindicatoren vastgesteld voor de spoedzorg.
Het is zeker goed dat die nu er zijn, maar ik betreur het dat die tot stand moesten komen door een instantie van buitenaf. Al jaren is er over de organisatie van de spoedzorg gesteggeld en ik vind het een gemiste kans dat we hier als professionals niet met elkaar uitgekomen zijn. Als we die stap onderling hadden kunnen zetten, hadden we zelf de regie gehouden. Datzelfde geldt voor de organisatie van de Intensive Care in Nederland. Ook hier pakt het Zorginstituut de regie en hebben professionals het nakijken.
Hoe deze ontwikkeling gaat uitwerken, moet de komende jaren blijken, maar het is wel een hele verandering. We zullen als professionals moeten accepteren dat een bureaucratische instantie zich met ons werk bemoeit als blijkt dat wij zelf niet in staat zijn om het goed met elkaar af te spreken. Deze ontwikkeling ligt in het verlengde van een tendens dat er steeds meer vastgelegd en gecontroleerd wordt. De ruimte voor professionele autonomie wordt kleiner en blijkbaar geven professionals kans aan instanties om dit in te vullen. Tegelijk hebben professionals ook binnen hun beroepsuitoefening meer behoefte aan controle en regelgeving wat tot uiting komt door toenemende protocollering, regels en besluitvorming in consensus.
Geen behandeling
Wat ik positief vind, is dat we in de acute zorg steeds meer oog krijgen voor patiënten die geen behandeling willen. We hadden daar een aantal jaar geleden nog te weinig oog voor. We overleggen steeds meer met de patiënt zelf en besluiten steeds vaker om de tijd te nemen voor reflectie. Dat betekent nogal eens dat we in gezamenlijkheid besluiten behandelingen niet te doen en inzien dat dat juist een betere keus is.
In 2016 zal blijken hoe de indicatoren in de praktijk gaan werken. Ik verwacht de samenwerking in de regio zich zal door ontwikkelen, maar ook dat er minder klassieke ziekenhuizen zullen komen. Er komt voor de patiënt dus steeds minder keuze, wat de marktwerking onder druk zet. Er komt minder keuze in aanbieders, maar ook in verzekeraars. Er zijn veel merken op de markt, maar die vallen bijna allemaal onder dezelfde grote maatschappijen.
Bij een nieuw jaar horen natuurlijk goede voornemens. Die heb ik ook. Ik ga nog meer inzetten op het verbeteren van samenwerking tussen zorgverleners, ketenpartners en zorgaanbieders. Daarin liggen nog niet benutte kansen.
Hoogleraar Health Care TIAS
—
In de laatste dagen van 2015 kijken verschillende trouwe Skipr-bloggers terug op het afgelopen jaar en vooruit naar de gebeurtenissen in 2016. Vandaag: Peter van der Voort, Hoogleraar Health Care TIAS.