Vorige week kwam het hoofdlijnenakkoord voor de ggz naar buiten. Als bestuurder van CNV Zorg & Welzijn voor de geestelijke gezondheidszorg ben ik kritisch over dit akkoord.
Werknemers in de ggz hebben te maken met een enorme werkdruk. Er zijn op korte termijn maatregelen nodig die zorgen voor meer personeel, minder administratie en meer plekken voor cliënten en patiënten. Hoewel het hoofdlijnenakkoord stelt deze problemen aan te pakken, worden nauwelijks concrete oplossingen benoemd om bij wijze van spreken morgen al soelaas te bieden. Wat daar voor nodig is, is een aanpak van de werkdruk per instelling of zelfs per team, zoals in het onderwijs is afgesproken. Het goede nieuws: daar is ook geld voor.
Zinnige zorg of matige zorg?
Het begin van het hoofdlijnenakkoord is prachtig. Er is een mooie visie neergelegd op hoe zorg in de ggz eruit zou kunnen zien. Maar ik vraag me sterk af of het akkoord dat toekomstbeeld ook dichterbij brengt. Het akkoord lijkt vooral te gaan over geld en het wegnemen van het wantrouwen tussen de betrokken partijen. Voor ieder probleem wordt een taskforce of overlegtafel bedacht, waarmee zaken steeds naar de lange termijn schuiven. Ondertussen piept en kraakt het in de sector, waar werknemers uitvallen en weglopen vanwege de werkdruk en de frustratie omdat er niks kan en van alles moet.
De problemen worden helder benoemd: personeelstekorten, wachtlijsten. Dan volgt er een lijst met afspraken met voor ieder wat wils. Maar die afspraken werken elkaar op veel vlakken tegen. Kwaliteit van zorg staat bijvoorbeeld op gespannen voet met het uitgangspunt van zinnige en zuinige zorg. Dat laatste is overigens een term waarvan zorgpersoneel echt ‘pukkeltjes krijgt’. Zuinige en zinnige zorg moet geen synoniem zijn voor matige zorg.
Wachtlijsten
Een ander speerpunt in het akkoord is het terugdringen van de wachtlijsten. Iets wat onze leden graag willen. Maar als we iets hebben geleerd van de afgelopen tijd, is dat wachtlijsten niet weg gaan door erover te schrijven. En dat is precies wat er gebeurt: alle partijen committeren zich aan het terugdringen van de wachtlijsten, maar hoe dan? Het personeel kan niet harder werken. Het ziekteverzuim ligt al boven de 6% en stijgt nog steeds. En zolang Zorgverzekeraars, gemeenten en zorgaanbieders elkaar gevangenhouden in wantrouwen over de bekostiging en geleverde zorg, zullen de administratieve lasten niet substantieel verminderen.
Om wachtlijsten terug te dringen is meer personeel nodig. CNV Zorg & Welzijn is daarom positief over het uitbreiden van de opleidingsplaatsen voor GZ-psychologen en dat meer professionals dan alleen psychiaters en GZ-psychologen als hoofdbehandelaar kunnen worden ingezet. Dat kan de werkdruk verminderen, hoewel dat tijd vergt- aangezien de opleiding tot GZ-psycholoog twee jaar duurt.
Werkdrukakkoord nodig
Om de doelstellingen in het hoofdlijnenakkoord te kunnen halen, zullen we niet alleen nieuwe mensen naar de sector moeten trekken, maar ook zuiniger moeten zijn op de huidige medewerkers. Het tegengaan van werkdruk is daarbij cruciaal en vraagt directe actie. Om de werkdruk nu meteen aan te pakken, moeten we werknemers op teamniveau ruimte geven om knelpunten op te lossen. Daarom pleit CNV Zorg & Welzijn voor een werkdrukakkoord. Het primair onderwijs laat zien dat teams zelf prima in staat zijn goede en werkende oplossingen te bedenken.
In het hoofdlijnenakkoord zijn afspraken gemaakt over het budget dat de overheid beschikbaar heeft voor de GGZ (het macrokader). Dit kader is in 2017 met 300 miljoen onderschreden. Daarvan komt 50 miljoen terug in dit hoofdlijnenakkoord. Dat zou betekenen dat partijen 250 miljoen hebben laten liggen? CNV zorg & Welzijn wil graag met staatssecretaris Blokhuis afspreken dat we deze ruimte gebruiken voor de maatregelen die de werkdruk direct verminderen. Net als in het werkdrukakkoord voor het primair onderwijs krijgt iedere GGZ-instelling hiermee een budget beschikbaar, die ze zelf, met hun medewerkers, in kunnen zetten om de werkdruk aan te pakken. Op die manier maken we echt werk van een gezonde sector GGZ.