Heeft u het volgende ooit meegemaakt? U wilt een huis kopen. Daarbij vraagt de bank u terecht naar uw inkomen en de duurzaamheid daarvan door middel van een dienstverband.
Wettelijk gezien mag dit driemaal een tijdelijk contract zijn en daarna is het een contract voor onbepaalde tijd. Met de tijdelijke contracten kunt u als werknemer op dit moment uw hypotheek wel op uw buik schrijven.
En dan nu de wereld van de zorginstellingen. U wilt uw organisatie verder ontwikkelen of nieuwbouw plegen. U gaat naar de bank en die vraagt naar uw inkomsten. U overlegt de overeenkomsten met de zorgverzekeraars of de gemeente en krijgt van de bank te horen dat dit wel mooi is maar slechts één jaar geldig. U kunt uw lening op uw buik schrijven of krijgt toch minstens een zeer forse risico-opslag.
Voor zorginstellingen bestaat niet zoiets als driemaal een tijdelijk contract en dan een contract voor onbepaalde tijd. Waarom eigenlijk niet, waarom moeten zorginstellingen in de vrije markt wel volledig risico lopen en mogen zorgverzekeraars risiomijdend zijn? Ontstaat hierdoor geen scheve marktverhouding?
Oplossingen
Maar laten we het eens oplossen, want dat is altijd leuker dan zeuren dat iets er nog niet is. Stelt u zich eens voor, 2015 is het jaar waarin de zorgverzekeraars en gemeenten, al dan niet geholpen door de overheid met wat wet- en regelgeving voor het laatste of eerste duwtje, besluiten dat je nog maximaal driemaal een jaarcontract kunt krijgen als zorgaanbieder en daarna een contract voor onbepaalde tijd. Met daarbij uiteraard allerlei regelmechanismen op de te leveren prestatie, zoals uw werkgever ook van u iets verwacht in kwantiteit en kwaliteit in ruil voor uw maandsalaris. Stel nu dat we dit zouden hebben, dan lossen we hiermee een aantal zaken op:
1. De zorg krijgt een stabielere factor waardoor de continuïteit van de organisaties met beperkte winsten beter gewaarborgd is, en instellingen zijn in staat om te anticiperen op veranderingen in plaat van daarop te reageren (winstmarges zorginstellingen zijn veel te laag om in een vrije markt schommelingen te kunnen opvangen). Dit scheelt kapitaalvernietiging en zorgt voor werkbehoud in de sector en daarmee maatschappelijke winst.
2. Doelmatigheid kan goed bereikt worden om in een meerjarenperspectief de optimale zorg vorm te geven.
3. Instellingen krijgen weer iets gemakkelijker toegang tot werkkapitaal, en voor banken ontstaat meer zekerheid, waardoor investeren in innovaties binnen handbereik komt.
4. Het zogenoemde partnership model tussen zorgverzekeraar of gemeente en instelling krijgt weer een gelijkwaardige balans en risico’s worden gezamenlijk gedragen. Zorgverzekeraars gaan hiermee wel ook risico dragen, maar daarvoor hadden ze toch die grote reserves opgebouwd?
5. Het inkoopcircus ieder jaar zal er niet meer zijn, maar zal plaats maken voor discussies over de geleverde prestaties in kwaliteit en tevredenheid in plaats van over prijs en volume. Hier hebben patiënten werkelijk wat aan, plus het scheelt heel veel werk en overhead en daarmee kosten.
Lef
En wat vergt het? Lef en vertrouwen bij de financiers en volwassenheid bij de instellingen in het creëren van een meerjaren bedrijfsvoering. Stel nu eens dat dit een realistisch model is. Dat zorgaanbieders dus samen met zorgverzekeraars en gemeenten gaan anticiperen op veranderingen, in plaats van te reageren op kortetermijnzaken. Zou de zorg dan niet een heel ander toekomstperspectief krijgen?
Geert de Kousemaeker
Directeur Fluent