De inkt onder het akkoord van minister Schippers met zorgaanbieders en de financiers over de toekomst van de ggz was nog niet droog of de huisartsen meldden bij monde van de voorzitter van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) al dat iedere krimp in de ggz direct gevolgen zou hebben voor hun praktijklast.
Natuurlijk wilden de huisartsen die patiëntenstroom graag verwerken, maar dan wel tegen een extra betaling.
Huisartsen vragen extra geld
Al sinds het vastleggen van het basistakenpakket door staatssecretaris Van Der Reijden – die het omvangrijke door de LHV aangereikte pakket graag accepteerde, maar zonder nadere betaling te regelen: “Ik zie niets nieuws”, zo sprak hij – lijkt de huisarts bij iedere verandering in de zorg primair te reageren met een vraag om extra geld. Daarmee nog maar eens aangevend dat het begrip integrale zorg niet meer bestaat.
Eigen bijdrage HAP
Later deze week kregen we nog zo’n bericht te verwerken. In een enquête van Huisarts Vandaag bleek een meerderheid van de responderende huisartsen te voelen voor een eigen bijdrage bij het bezoek aan een HAP. Niet omdat die mogelijk niet noodzakelijke zorg duurder is dan de doorgaans door de huisarts geleverde zorg, maar omdat wie naar de HAP gaat niet de huisarts bezoekt en dat kost omzet. Bovendien worden de kosten van de HAP-zorg teruggeploegd uit de tarieven voor de huisartsen en moeten er meer avond- en nachtdiensten worden gedraaid om de patientenstroom aan te kunnen.
Op 20 juni verscheen er ook een proefschrift (van Christel van Dijk: Changing the GP payment system: do financial incentives matter) waarin wordt gesteld dat huisartsen weinig gevoelig zijn voor het financiële systeem waarin zij werken. Het goede nieuws is dat de manier waarop huisartsen worden betaald slechts een beperkt effect heeft op de betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van huisartsenzorg. Daarmee kan een breed gevoelen dat huisartsen zich niet zo zouden gedragen de prullemand in. Het slechte nieuws is dat wel wordt gewaarschuwd voor “internationale” praktijken waarin bij sterke financiële prikkels de huisarts meer stuurt op zijn eigen inkomsten dan op zorgnoodzaak. Dat is in Nederland niet nodig als richtlijnmakers en brancheverenigingen al zorgen voor een gedegen financiële incentives.