In de huidige beleidscyclus worden plannen doorgaans rond de jaarwisseling geschreven en in de lente afgerond. Wanneer de plannen vervolgens op 1 april worden gepubliceerd is het onvermijdelijk dat de schrijvers nog veel ruimte willen laten voor onzekerheden en toevoegingen. Dit is dan ook de voornaamste reden dat de concrete kaders ten behoeve van innovatie niet in het hoofddocument worden gespecificeerd, maar vaak worden verwerkt in later gepubliceerde addenda. Zoals de cyclus nu is ingericht, blijft het op het moment van schrijven voor de beleidsmakers van zorgorganisaties gissen naar de toekomst. Zij kunnen daardoor op basis van het gepubliceerde inkoopbeleid geen concrete plannen maken. Ambitieuze plannen behoeven een beleidscyclus die dat ondersteunen.
Toenemende focus op verduurzaming
De algemene trend die de afgelopen vijf jaar als rode draad door de verschillende inkoopbeleidsstukken loopt, is een toenemende focus op (kwalitatieve en financiële) verduurzaming van de zorgsector. Zorgverzekeraars verwachten daarin steeds meer inzet van zorgaanbieders. Deze verduurzaming vindt dan ook plaats over meerdere lijnen:
- Door de dubbele vergrijzing, en daarmee een groter beroep op de zorg, is er een groot tekort aan personeel binnen de zorg ontstaan. Hoewel dit tussen 2017 en 2020 veel aandacht kreeg, is de arbeidsmarktproblematiek het afgelopen jaar een minder prominent thema binnen het inkoopbeleid.
- Al sinds de eerste editie inkoopvergelijking in 2017 vinden zorgverzekeraars het belangrijk dat er cliëntcentrale zorg wordt geleverd.
- Zorgverzekeraars streven ernaar digitale zorg in te zetten waar mogelijk, en fysieke zorg in te zetten waar moet. Sinds vorig jaar wordt er door een aantal verzekeraars verwezen naar specifieke landelijke initiatieven, zoals de VIPP-programma’s die als doel hebben de digitale gegevensuitwisseling tussen zorgverleners en patiënten te versnellen.
- Sinds 2019 wordt er meer ingezet op het versterken van regionale ketensamenwerking, vaak op basis van best practices.
- Contracteren van herkenbare aanbieders in de wijk wordt al enkele jaren nagestreefd, vooral in de sectoren ggz & wijkverpleging. Het grote aantal zorgaanbieders bracht in het verleden onduidelijkheid en inefficiënties met zich mee. Zorgverzekeraars zetten daarom nu al een aantal jaar in op minder aanbieders.
Relatieopbouw middels eenjarige contracten
Sinds 2018 zien we een opkomst van meerjarencontracten, die worden ingezet om samenwerking en duurzame innovatie aan te moedigen. In 2021 is daar een ommekeer in te zien; in verband met een aantal (verwachte) nieuwe bekostigingsmodellen valt een deel van de zorgverzekeraars terug op éénjarige contractering voor de wijkverpleging en de ggz. Dit is -voor nu- een stap terug. Meerjarencontracten blijven noodzakelijk om investeringen in het verduurzamen van de zorg mogelijk te maken.
Flexibiliteit noodzakelijk
Concluderend zien we dat de jaarlijkse inkoopcyclus, inclusief de korte duur van contracten, zowel zorgaanbieder als zorgverzekeraar zeer weinig ruimte biedt om oplossingen te vinden voor de langetermijnuitdagingen van de zorgsector. De huidige invulling draagt voor zorgaanbieders bij aan onzekerheid, neemt veel tijd in beslag door administratieve lasten en biedt beperkte investeringsruimte. We zien dan ook dat de inhoud van het inkoopbeleid de afgelopen vijf jaar grotendeels hetzelfde is gebleven, terwijl de uitdagingen niet minder zijn geworden. Om de uitdagingen waar de zorgsector voor staat het hoofd te kunnen bieden, is het inbouwen van meer flexibiliteit, raadzaam.
Robin Schepers
Adviseur Publieke Sector BDO Advisory