Bestuurders van zorgorganisaties zijn van nature zeer innovatief en gericht op exploratie. Ondanks de innovatieve zorgbestuurders en de ongekende aandacht voor innovatie, horen we vaak dat het daadwerkelijk toepassen van innovatie in de dagelijkse zorgpraktijk toch nog maar moeizaam van de grond komt. Hoe komt dat?
Innovatie, zoals een beweegtuin bij een verpleeghuis, begint vaak met een idee. Maar met een goed idee alleen ben je er nog niet. Er moeten mensen zijn die dat idee concreet maken en uitvoeren, denk aan het maken van een projectplan en het betrekken van de juiste mensen. Als het idee aanslaat, gaat het groeien. Dat is succes. Vervolgens is het vooral een kwestie van de beweegtuin optimaliseren en netjes onderhouden, tot er routine in sluipt. Die routine is aanvankelijk prettig, effectief en behulpzaam, maar naarmate de tijd vordert, remt diezelfde routine verdere groei en vernieuwing juist af. Daarom is het belangrijk tijdig aan iets nieuws te beginnen, voordat groei tot stilstand komt.
Operationele focus
Alle vormen van innovatie volgen in grote lijnen dit groeiproces. En voor alle fasen in dit proces zijn andere talenten nodig. Mensen met ideeën zijn minder sterk geneigd iets af te maken, terwijl afmakers meestal niet met veel nieuwe ideeën komen. Uit de FWG Monitor Innovatiekracht, ons onderzoek met Human Insight waarin we het profiel van zorgbestuurders onderzochten, blijkt dat zorgbestuurders vooral bijdragen aan het eerste deel van het groeiproces: ze zijn van nature gericht op ideeën, exploratie en innovatie. Uit een ander onderzoek van Human Insight blijkt dat zorgmedewerkers uit het primaire proces, zoals medisch specialisten, vooral bijdragen aan het latere deel van het groeiproces. Zij hebben veelal een voorkeur voor een operationele focus met tastbare resultaten. Zij richten zich op details om kwaliteit te garanderen. En dat is maar goed ook.
Het stokje doorgeven
In de zorg hebben we – kortgezegd – dus te maken met innovatieve bestuurders, en optimaliserende zorgmedewerkers. Beide even nodig, beide talenten om te koesteren. Maar het verklaart ook het gat dat vaak wordt ervaren tussen het bestuur en de medewerkers in primaire zorgproces. Het gat dat ervoor zorgt dat goede ideeën niet altijd vorm krijgen in de dagelijkse zorgpraktijk. Om dit gat te dichten is er nog een ander talent essentieel, namelijk iemand die in staat is de brugfunctie te vervullen. Iemand die de vertaalslag kan maken van grote abstracte ideeën naar een concreet stappenplan in de dagelijkse praktijk. Iemand die zowel op een praktische als op een strategische manier aan de toekomst kan denken. Iemand die graag werkt aan nieuwe dingen zolang deze in een groter plan passen met zicht op een duidelijk einddoel. Iemand die de vele ideeën filtert en van de beste zegt: ‘geef dat idee maar aan mij dan zorg ik voor een plan en voor de uitvoering’.
Wil je als zorgorganisatie innovatief zijn? Stop dan met een eenzijdige focus op innovatieve zorgmedewerkers, en focus op diversiteit binnen je organisatie. Zorg dat je alle profielen in huis hebt om de volledige groeicurve af te dekken zodat in elke fase het stokje kan worden doorgegeven. Innovatie in de zorg is een estafette.