Zoals de meeste mensen inmiddels wel weten, is het invoeren van het integrale tarief, één tarief waaruit de betrokken zorgverleners en de organisatie van de zorg bekostigd wordt, een middel waarmee minister Schippers de samenwerking binnen de verschillende disciplines rond de zwangerschap probeert vorm te geven.
De vooronderstelling is dat als deze gedwongen samenwerking bewerkstelligd wordt, de daling van het vermeende hoge babysterfte cijfer ook gewaarborgd zal zijn. In wezen is het een dwangsom waarmee partijen die niet met elkaar zouden willen samen werken wettig aan elkaar verbonden worden. Het is daarmee een Spartaanse methode. Denk u even in hoe het zou voelen om vastgebonden te worden aan iemand waarmee u niet wilt samen werken. Leuk? Nee. Effectief? Dat moet nog blijken.
Het is allang bekend dat mensen alleen innerlijk gemotiveerd worden en open staan voor de inbreng van de ander als ze zich gezien en gerespecteerd voelen, als er weerklank is voor hun behoeftes en ruimte voor hun unieke kwaliteiten. Een beleidsregel die van buiten af wordt opgelegd, versterkt niet de innerlijke motivatie om te groeien en/of samen te willen werken, maar maakt dat mensen passief worden. Ze gedogen elkaar vanuit machteloosheid en komen uiteindelijk na de stadia van irritatie, boosheid en paniek uiteindelijk wel terecht in acceptatie.
Is een zwangere gebaat bij die zich lijdzaam voegen naar een dergelijk beleid? Onderzoek toont aan dat een omgeving waarin we ons niet gezien voelen stress veroorzaakt. Stress onder zorgverleners verhoogt het risico op medische fouten en de kans op een burn out. Hiermee komt de kwaliteit van zorg rondom de zwangere onder druk te staan.
Slimmer
Een andere vraag die we onszelf kunnen stellen is of het eigenlijk wel nodig is. Zijn we niet allang met elkaar aan het samenwerken en zou het niet veel slimmer zijn om onze neiging om te focussen op dat wat niet lukt te verschuiven naar wat wél lukt? En is dit ook tegelijkertijd niet véél leuker en efficiënter?
Zo blijkt uit een brief van minister Schippers aan de Tweede Kamer dat de VSV’s al veel beter met elkaar samenwerken. En zijn er namelijk al genoeg voorbeelden van samenwerking die de cliënt centraal zetten zonder verlies van autonomie van welke beroepsgroep dan ook.
Zo is het UMCG bezig met een transmuraal protocol waarin autonomie en continuïteit van zorg gewaarborgd wordt en ook in Amsterdam wordt steeds meer ruimte gegeven aan de cliënt om gewoon mens te mogen zijn en worden haar wensen gehoord en geëerd.
Zo is gebleken dat het babysterftecijfer reeds daalt; 29 procent minder overlijden in 2013 ten opzichte van 2009. Waarom dit cijfer reeds is gedaald, is wetenschappelijk niet bekend. Wel wordt de suggestie gewekt dat de verbeterde samenwerking binnen de VSV’s daaraan een bijdrage heeft geleverd.
Beloning vanuit preventie
Vanuit stichting De Geboortenis, die zich inzet voor een duurzaam gezonde samenleving met de gezonde geboorte als basis, zouden we graag zien dat de aandacht verschoven wordt naar de beloning vanuit preventie en vanuit een gezondheidsmodel. Nu is het nog zo dat zorgverleners vanuit de verzekeraars worden beloond indien zij een interventie plegen. Een bijkomend risico is dat hiermee onnodige interventies plaats vinden op basis van deze financiële prikkel. Deze onnodige interventies zijn duur en verstoren de zwangerschap en het geboorteproces. Tevens loont het in de huidige structuur niet om op de lange termijn gezondheidswinst te behalen. Een cliënt die voor eens en altijd van een probleem af is komt namelijk niet terug en betekent dus inkomstenderving.
Als in plaats daarvan geïnvesteerd zou worden in een gezondheidsmodel waarin minder interventies gelijk zouden staan aan meer inkomsten, komt er investeringsruimte vrij voor preventie. Aanstaande moeders zouden dan al in een heel vroeg stadium tools in handen kunnen krijgen om zelf bewust keuzes te maken t.a.v. hun eigen gezondheid en de gezondheid van hun baby. Te denken valt aan een training in stress reductie aangezien bekend is dat chronische stress samenhangt met de kans op een vroeggeboorte. Dé factor die grotendeels het vermeende hoge sterftecijfer bepaalt.
Basisbehoeften
Willen we uit de kokervisie van korte en dure extern gemotiveerde gezondheidszorg stappen en toewerken naar een beleid die duurzaam goedkopere zorg mogelijk maakt, dan zullen we moeten toewerken naar een zorgmodel dat rekening houdt met de factor ‘menselijkheid’ en onze basisbehoeftes als mens om te kunnen ontwikkelen, iets te willen bijdragen en zelf rechtvaardig en vriendelijk behandeld te worden (bron).
Tijdens het symposium ‘Mens Worden, Mens Zijn’ op 17 juni 2016 in Zutphen zullen we hier nader op ingaan. U bent van harte welkom!
Voorzitter van de stichting Geboortenis