De vrije artsenkeuze zien we in Nederland als een groot goed. Het komt er feitelijk op neer dat iedere burger de mogelijkheid moet krijgen om de zorgverlener van zijn/haar voorkeur te kiezen. Bij een restitutie polis is het de kern van de polis; je kiest zelf een zorgaanbieder en de verzekeraar vergoedt de kosten. Bij een natura polis ligt het ingewikkelder; je moet in beginsel kiezen uit een (beperkt) aantal aanbieders waarmee de verzekeraar een contract heeft gesloten. Gelukkig biedt de wet een escape: indien een verzekerde zonder restitutiepolis kiest voor een niet-gecontracteerde zorgaanbieder heeft die persoon recht op een door de verzekeraar te bepalen vergoeding; de hoogte van de vergoeding mag niet zodanig (laag) zijn dat die feitelijk een hinderpaal voor de verzekerde vormt. Klinkt prachtig.
Praktijknorm
De vraag is vervolgens: wat is een redelijke vergoeding. De verzekeraars hebben het vaak over een breed gedragen praktijknorm van 75-80 procent van het marktconforme tarief. De herkomst van de norm is ongewis. Het argument van verzekeraars dat het percentage door de Hoge Raad zou zijn vastgesteld is helaas foutief: de Hoge Raad stelt in een arrest uit 2019 dat noch het gerechtshof noch de Hoge Raad in algemene zin heeft geoordeeld dat een generieke vergoeding van 75-80 procent geldt als een breed gedragen praktijknorm die in overeenstemming is met het hinderpaalcriterium. Voorts is het uitermate opmerkelijk dat in 2022 ruim de helft van de natura polissen lagere percentages bevatten. Ze vormen dus in de ogen van de verzekeraars al een hinderpaal voor hun natura-verzekerden.
Hinderpaal
Er zijn vier manieren waarop een cliënt met de korting op de vergoeding kan omgaan. Ten eerste kan de cliënt de korting bijbetalen. Ten tweede kan de aanbieder de korting kwijtschelden. Ten derde kunnen client en aanbieder afspreken te wachten tot een restitutiepolis is afgesloten. Ten vierde kan de cliënt vanwege de korting op zijn/haar schreden terugkeren naar gecontracteerde zorg. De laatste optie is dus feitelijk de hinderpaal in de praktijk: een client kan niet naar de zorgaanbieder van zijn/haar voorkeur vanwege financiële barrières en wordt dus min of meer gedwongen voor gecontracteerde zorg te kiezen. Helaas hebben we geen zicht op hun aantallen, ze blijven onder de radar, want ze hebben nu zorg nodig en kunnen niet wachten op de uitkomst van een ellenlange beroepsprocedure.
Onderzoek
De overheid beweert dat zorgcontracten noodzakelijk zijn om de prijs en de kwaliteit van de zorg te beheersen. Recent onderzoek in de ggz in opdracht van het ministerie van VWS lijkt de claim niet te staven. Een Vektis-rapportage over (on)gecontracteerde zorg in de ggz toont aan dat ongecontracteerde zorg grosso modo minder tijd en minder geld per client kost. Een Significant-onderzoek naar drie groepen in de ggz kon geen eenduidige verklaring voor de kostenverschillen tussen gecontracteerde en ongecontracteerde zorg vinden en concludeert dat de invloed van de contracten op de kwaliteit beperkt lijkt te zijn.
Verlaging van de vergoeding voor ongecontracteerde zorg bedreigt het restant van de vrije artsenkeus: aanbieders kunnen de korting niet blijven kwijtschelden en verzekerden kunnen de korting niet uit eigen zak bij betalen. Verder lijkt contracteren niet bij te dragen aan het beheersen van de prijs en de kwaliteit. Rijst de vraag waarom het integraal zorgakkoord vol inzet op contracteren en de vrije artsenkeus voor natura polissen de facto afschaft. Tijd voor evidence based policy naast evidence based medicine in de zorg. Dus graag de cijfers op tafel, anders lopen we het risico in land van fact free politics te belanden.
Paul Ulrich
Belangenbehartiger GGz
Oscarlopescardozo@olcadvies.nl
Het is sowieso een fabeltje dat de zorgverzekeraar op kwaliteit inkoopt. Ze weten er niets van af. Ook al beschikken ze over data waaruit kwaliteit informatie te halen valt dan doen ze er nog niets mee. Data analyse kost namelijk geld en dat hebben ze er niet voor over. Kortom geld, geld en en nog eens geld is de enige drijvende kracht achter dit zorgakkoord.