Dementiezorg is een puzzel op snijvlak van Wmo, Zvw en Wlz. Drie stelsels houden cliënt, zorgaanbieder, gemeente en verzekeraar onderling gevangen.
Iedereen wil werken aan goede uitkomsten in de totale dementiezorg, maar perverse prikkels duwen terug in deelbelangen en houden ons weg van gewenste uitkomsten. Ontsnappen uit de escape room met z’n vele kamers lukt alleen sámen. De kabinetsformateur zoekt de sleutelbos.
U kent vast de TV-reclames van Klaverblad Verzekeringen. Stel je de volgende scene voor. Een whizzkid presenteert een ‘briljant plan’ aan de directie: “Stuur alle ouderen met dementie versneld naar het verpleeghuis, dat levert veel geld op! Zo verkorten we de laatste dure Zvw-periode thuis en maken we méér Zvw-winst tijdens langere risicovrije Wlz-tijd. Immers, de zorgpremie loopt in verpleeghuis gewoon door, maar daar maken ouderen veel minder kosten in de risicodragende Zvw. We zijn dubbele dief van eigen portemonnee als we doorgaan met langer thuis.”
De directie stuurt de rekenmeester weg, want dit spoort niet met de maatschappelijk rol als zorgverzekeraar die streeft naar de beste uitkomsten voor mensen met dementie thuis.
Perverse prikkels
Hoeveel ‘oplossingen’ kan een whizzkid bedenken? Dementie is de een-na-grootste zorgpost, maar nog niet goed verwerkt in het vereveningsmodel. Dat leidt tot voorspelbare verliezen voor verzekeraars en perverse prikkels. Voor chronische zieken in het algemeen is de verevening al verbeterd, maar de sleutels voor dementie zijn nog zoek in de Escape Room. Bovendien spelen afwentelproblemen niet alleen binnen de Zvw, maar bij dementiezorg juist op de grensvlakken van alle drie domeinen; Wmo, Zvw én Wlz.
Neem het grensvlak Wmo en Wlz: gemeenten sturen soms aan op versnelde Wlz-indicatie als een burger met dementie om Wmo-hulp vraagt. Budgetbewaking is op zich een financieel-rationale aanpak bínnen de Wmo, maar of we de mens met dementie thuis daarmee helpen? Investeren in mantelzorg is ook een Wmo-opdracht en houdt mensen met dementie bewezen langer thuis. Maar voor de gemeente is dat nu een uitgavenpost, waarvan de winst door minder of latere zorg neerslaat in de Zvw (zorgverzekeraar) of Wlz (zorgkantoor).
Nog een voorbeeld is de zogenoemde “zorgval”, als er extramurale Wlz-zorg (VPT of MPT) thuis moet komen volgens de financiers, terwijl de Wmo of Zvw al loopt. De intentie deugt: mensen nog langer thuis met expertise vanuit Wlz. Maar het eindresultaat is dat de cliënt mínder uren krijgt, tegen hógere eigen bijdragen. En vaak ook andere gezichten wanneer de oorspronkelijke aanbieder geen Wlz-erkenning heeft, maar van de Wlz-aanbieder geen onderaannemerschap krijgt. Dan wordt de cliënt gemangeld tussen stelsels, is hij dief van eigen portemonnee en verliest ook nog continuïteit in zorg en persoon. Juist in deze fase van gevorderde dementie is dat essentieel.
Gefragmenteerd
Aan de ziekte valt niet te ontsnappen, de dementiezorg is een escape room voor gevorderden. Zie bijvoorbeeld de discussie tussen generieke wijkverpleging tegen één integraal tarief versus doelgroepenbeleid voor dementie met eigen tarief en inkoopvoorwaarden, ook voor de keten. En dan heb ik het nog niet gehad over ontbrekende registratie, matige ketensamenwerking en concurrentie. Of talrijke discussies over procedures en competenties tussen professionals, WMO-adviseurs, medewerkers van CIZ (indicatie) en zorgkantoor (leveringsvorm).
Professionals proberen het onderling wel steeds weer op te lossen voor hun cliënten, maar dat kost veel energie en tijd. Bijna niemand overziet alle wet- en regelgeving. Gedoe tussen drie stelsels leidt tot afwenteling, bureaucratie en transactiekosten. Het houvast uit de Zorgstandaard Dementie en andere landelijke kaders verbrokkelt door toenemende variatie in lokale deeloplossingen. De intentie van lokaal maatwerk deugt, maar de uitvoeringspraktijk raakt gefragmenteerd. Dat kost veel gezoek, overleg en afstemming; per wijk, stad en regio.
Sleutels
Juist de mens met dementie vergt integraal aanbod over de domeinen van zorg, wonen en welzijn heen, met één persoonsgericht ondersteuningsplan. Met één sleutelbos en één regie kunnen we samen ontsnappen uit de escape room.
Ik geef de kabinetsformateur alvast een paar sleutels. Versnel en verdiep de ontwikkeling van dementievriendelijke gemeenten. Financier de totale dementiezorg uit één bron, inclusief medische en psychosociale interventies. Experimenteer met een lump sum bedrag per persoon per jaar, waarmee alles thuis wordt betaald. Neem de COMPAS-studie serieus: gespecialiseerd casemanagement in een geïntegreerd dementienetwerk is méér kosteneffectief dan generiek casemanagement in los verband. Stuur op uitkomsten zoals kwaliteit van leven van cliënt, volhoudtijd van mantelzorger en minder (crisis)opnamen. En verbindt professionals en managers over schotten heen in casuïstiek-gedreven leernetwerken, met speelruimte en budget voor kortcyclisch verbeteren. Om deze leerjaren te overbruggen nog een extra gedragsregel over ‘gedogen’: werk écht vanuit het perspectief van de klant, niet alleen voor eigen portemonnee.
Dat creëert de broodnodige rust voor duurzame uitkomsten: langer thuis, hogere kwaliteit van leven, sterkere mantelzorg en lagere kosten over het hele ziektebeloop.
Hoogleraar Management & Organisatie van Ouderenzorg bij het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (EUR) en sinds februari bij Vilans februari programmaleider van Dementiezorg voor Elkaar.