Vorige week publiceerde Zorgvisie een interview met Jos de Blok waarin hij aangaf zich altijd aan de Governancecode gehouden te hebben. Eigenlijk best een opvallende uitspraak, omdat bekend is dat de Governancecommissie van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg hier begin 2019 toch echt anders over oordeelde.
Bovendien heeft De Blok na de uitspraak van de commissie in overleg en afstemming met brancheorganisatie Actiz de statuten van Buurtzorg aangepast. Hierdoor voldoet hij nu wel aan de code, volgens De Blok én ActiZ. Zij hebben deze oplossing echter niet voorgelegd aan de Governancecommissie. Dat is ten minste opmerkelijk, met name vanuit ActiZ bezien. Waarom eerst een vraag stellen aan de commissie, maar vervolgens niet toetsen of je reactie op haar antwoord adequaat is? Wat mij betreft is het mede daarom de vraag of de stelling van beide partijen klopt.
Voer voor juristen
Als De Blok en ActiZ gelijk hebben, dan betekent dit dat de Governancecode zorg 2017 toelaat dat zorgbestuurders aandeelhouder zijn van c.q. een financieel belang hebben bij een toeleverancier. In dat geval wordt het ook interessant om na te gaan in hoeverre er bij de casus Alliade sprake is van strijdigheid met de code. De conclusie van het onderzoek van IGJ en NZa was namelijk dat belangenverstrengeling aan de orde was, omdat directeuren van de zorgorganisatie een financieel belang hadden bij een toeleverancier. Voor de goede orde: de cases zijn verschillend, maar het gaat om de vraag of en in hoeverre het hebben van een financieel belang bij een toeleverancier van de zorgorganisatie in strijd is met de code. Voer voor juristen.
Mijn suggestie zou dan ook zijn om de door ActiZ en De Blok gekozen oplossing te laten toetsen door de Governancecommissie. Gezien de uitspraken van De Blok, in hetzelfde interview, betreffende de wat hem betreft onnodige gang naar de Governancecommissie en de hoogte van de advocaatkosten, verwacht ik niet dat hij zelf zal meewerken aan deze route. Hopelijk zijn er dan andere belanghebbende partijen die wel deze stap gaan zetten: een mooie kans voor de NZa misschien?
Code scherper formuleren
Laten we voor nu even aannemen dat de stelling van ActiZ en De Blok klopt en dat de gevonden constructie inderdaad past binnen de huidige code. In dat geval zou mijn voorstel zijn om de code scherper te formuleren. Als de brancheorganisaties in de zorg dit niet doen, wordt er namelijk een vrijbrief gegeven aan NZa en IGJ om te pleiten voor een wettelijke norm inzake integere bedrijfsvoering.
De kern van deze discussie is dat de schijn van belangenverstrengeling moet worden voorkomen. Hoe groot of klein ook, met of zonder invloed op de besluitvorming, Jos de Blok heeft een financieel belang bij ten minste één leverancier van Buurtzorg. Mij lijkt dat ongepast. Dus is mijn antwoord op de vraag in de kop van dit artikel: Ja, De Blok is het goede voorbeeld, maar dit keer van hoe het niet moet. Zowel niet op het punt dat hij samen met ActiZ bepaalt of iets wel of niet conform de code is, maar ook inhoudelijk niet: een financieel belang als aandeelhouder hebben bij een leverancier van je zorgorganisatie is not-done voor een zorgbestuurder.
Voorzitter raad van bestuur De Zorggroep Noord- en Midden-Limburg en arbiter Scheidsgerecht Gezondheidszorg
Marcelclerx
Welke financiele belangen zijn er dan in toeleveranciers, ik zie ze niet?