Inmiddels zijn er goede data beschikbaar. Hieruit blijkt dat de kostenstructuur van het Nederlandse zorgsysteem in belangrijke mate afwijkt van de omringede landen. De curatieve zorg behoort tot de goedkoopste van Europa, de langdurige zorg en de intrinsieke kosten van ons zorgsysteem tot de duurste.
De vraag rijst waarom we niets met deze gegevens doen. We blijven hameren op “besparingen” in de curatieve zorg en grijpen niet of nauwelijks in in de andere twee sectoren.
Over de drie sectoren zijn in dit licht enkele opvallende aspecten te vermelden.
1. In de curatieve zorg zijn inkomens begrensd en winst uitgesloten. Bij de extramurale zorg is dit niet zo. Vandaar dat bijvoorbeeld Private Equity in toenemende mate belangstelling heeft voor de sectoren jeugdzorg, extramurale geestelijke zorg, thuiszorg en zelfs de huisartsenzorg. De soms excessieve winsten van zeker 85 zorgbedrijven zijn een bron van zorg en hebben tot een nieuw begrip in ons vocabulaire geleid: “zorgcowboys”.
2. Hoewel we een zorgvuldig samengesteld pakket basiszorg hebben, zijn er bijna 60 polissen en 10 verzekeraars waarvan 4 dominant. Hoewel er van een “markt“ sprake zou moeten zijn blijkt bij regionale onderhandelingen dat verzekeraars met hun contracten soms wachten op wat één van de “grote jongens” afspreekt. De consument speelt hierin geen enkele rol, behalve het betalen van de premie. De consument betaalt als het ware een auto die is overeengekomen tussen de schadeverzekeraar en een autofabrikant.
3. In een “markt” waar bijna 100 miljard in omgaat is het belangrijk je te kunnen profileren. Daarom wordt er een paar honderd miljoen aan reclame in de zorg besteed, terwijl dit voor een basisverzekering helemaal niet nodig zou moeten zijn. Veel zorgverzekeraars hebben echter ook nog andere belangen waar een zekere mate van klantenbinding nuttig voor is zoals voor het aangaan van reis- en schadeverzekeringen.
Voor profileren zijn ook lobby organisaties nuttig. Geen land kent zoveel zorglobby’s als Nederland. Een sector waarvan enkele jaren geleden werd vastgesteld dat daar een miljard Euro aan publiek geld in omgaat.
4. De Corona crisis heeft duidelijk gemaakt dat onze zorgcapaciteit niet alleen heel beperkt is, maar ook totaal versnipperd door het ontbreken van een regie. Kostbare ICT-systemen sluiten niet op elkaar aan en organisaties die eerst met elkaar moesten concurreren dienden nu weer samen te werken.
5. Al met al is een bureaucratisch netwerk ontstaan waarbij zorgprofessionals 35-40% van hun tijd aan administratie besteden. Eerder heb ik aangegeven dat een reductie van dit percentage een potentiële besparing van 8 miljard per jaar kan opleveren.
Stelselwijzigingen
De vraag is nu waarom deze geld verslindende inefficiëntie blijft bestaan. Bestuurlijk Nederland is huiverig voor “stelselwijzigingen”. Is het huivering of is het onvermogen? Ik vrees dat het antwoord ligt in het proefschrift van Willeke Slingerland: “Network corruption, when social capital becomes corrupted”. “Netwerk corruptie” wordt overigens in dit proefschrift gedefinieerd als “toestaan dat oneigenlijke belangen besluitvorming beïnvloeden ten koste van het algemeen belang”. Het hoeft hierbij niet te gaan om individuele belangen. Voorbeeld: een adviesbureau geeft de overheid een welgevallig advies, dat echter het algemeen belang niet dient. Wie triest wordt van dit proefschrift raad ik aan tenminste de samenvatting te lezen.
Bestuurlijk rouleren
Nogmaals het gaat in dit verband niet om persoonlijke verrijking. Het gaat bijvoorbeeld om de roulerende functies van een beperkte groep mensen in maatschappelijke sectoren. De ellende rond de gasproblematiek in Groningen, de Toeslagenaffaire, de volledig doorgeslagen woningnood zijn willekeurige voorbeelden. In de zorg herkennen we het verschijnsel van bestuurlijk rouleren tussen VWS, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en controlerende organen zoals NZa en ACM. Zelfs lobby- en adviesbureaus ontbreken niet in dit circuit. Onbewust ontstaan onderlinge belangen, tunnelvisie en onvermogen om buiten de geijkte kaders naar echte oplossingen te zoeken. De noodzaak daartoe wordt ook niet meer gevoeld.
En de werkvloer in de zorg? Die ploetert voort.
Robert W. Kreis
Chirurg Niet Praktiserend
Em. hoogleraar Brandwondenzorg VUmc
Jaap van den Heuvel
Prachtige analyse weer Robert. De verandering kan alleen maar van onderaf komen, maar klaarblijkelijk is de nood nog niet hoog genoeg.
Gijs van Loef
Beste Robert, zullen we contact leggen?
Met vriendelijke groet,
Gijs van Loef – onafhankelijk zorgstelselexpert/gokje: top columnist skipr pakweg laatste 6 jaar (ik hou het niet meer bij)