Samenwerking is binnen netwerkzorg essentieel, maar ook complex. Wat zijn de ingrediënten van duurzame en vitale zorgnetwerken? Op basis van mijn ervaringen in verschillende allianties en netwerken heb ik met mijn collega’s vijf condities geïdentificeerd die onmisbaar zijn voor een goed functionerende alliantie of netwerk.
Leiderschap kent vele voorvoegsels: medisch, dienend, transformationeel, ethisch, authentiek leider. Sommige zijn populair, sommige kunnen echt niet meer: machtige, bazige, hiërarchische, spreadsheetleiders. En dan is er Netwerkleiderschap. De titel van dit Skipr event.
Netwerken van wieg tot graf
We zien netwerken van de wieg (‘De eerste 1000 dagen’ van de VSV’s) tot het graf (netwerken palliatieve zorg). Er verschijnt geen rapport meer dat niet het belang van samenwerking in netwerken benadrukt: van VWS met haar ‘Juiste Zorg op de Juiste Plaats’, FMS met haar pleidooi voor ‘Netwerkzorg’, NFU die het belang van ‘Onderzoek en innovatie met en voor de gezonde regio’ bepleit en daar een rol voor de UMC’s ziet, de eerste lijn, druk met ‘Organisatie & Infrastructuur’ en de RVS die het belang van ‘Grenzenwerk’ benadrukt als één van de drie principes in haar Zorgagenda voor de gezonde samenleving.
En in de praktijk van alle dag gebeurt er nog veel meer. Er zijn netwerken rondom individuele patiënten en patiëntengroepen (denk aan Parkinsonnet) en onderzoeksnetwerken, want als je acute leukemie krijgt ben je blij dat het HOVON netwerk het onderzoek heeft gecoördineerd. Er ontstaan allianties tussen vergelijkbare zorgaanbieders (denk aan Santeon ziekenhuizen) en regionale zorg- en welzijnsnetwerken (Blauwe Zorg, Vitaal Vechtdal, Bestuurstafel Gezond Utrecht, Health Hub, Salland United etc. etc.). Er ontstaan allianties in de hoog specialistische zorg (denk aan het RAKU, het Regionaal Academisch Kankercentrum Utrecht) of geriatrische revalidatie en netwerken in de Acute Zorg, Gezonde Regio’s, netwerken kwetsbare ouderen of de arbeidsmarkt.
Kenmerkend voor al deze netwerken is het besef van betrokkenen dat de zorg zo complex is geworden dat verbeteringen niet meer door één zorgprofessional of -instelling alléén opgepakt kunnen worden. De vraagstukken van het komend decennium in de zorg zijn urgent, taai en complex en eisen samenwerking in allianties en netwerken. Maar succesvol samenwerken is helaas niet altijd vanzelfsprekend.
Netwerkleiderschap over grenzen
Kenmerkend van netwerkleiderschap is dat het organisatie-overschrijdend is. Het is echt niet nieuw. Het gaat over het vermogen tot verbinden tussen mensen, organisaties, belangen en structuren. Netwerkleiderschap vraagt om het om kunnen gaan met complexiteit, diversiteit, spraakverwarring, gesplitste loyaliteiten, onduidelijkheid ‘wie het voor het zeggen heeft’ en wederzijdse afhankelijkheid. Een succesvolle samenwerking vraagt om netwerkleiderschap, want je wilt niet dat de langzaamste het tempo en de kleurlooste de kleur bepaalt.
Netwerkleiders dienen met elkaar de condities te creëren om een samenwerking kansrijker te maken. Voor iedereen die actief is in deze samenwerkingsprocessen is netwerkleiderschap aan de orde. Het is juist niet voorbehouden aan de bazen of netwerkregisseurs alleen. Nee deze samenwerkingsverbanden kunnen alleen succesvol zijn als iedereen die betrokken is netwerkleiderschap laat zien in denken en doen.
Samen condities creëren voor kansrijke samenwerking
Wat doen dan die netwerkleiders? In ieder geval werken ze aan vijf condities voor kansrijke samenwerking:
• Ze spannen zich in om met elkaar te komen tot een gedeelde ambitie voor de samenwerking, en gaan niet alleen uit van hun eigen verhaal maar zijn juist op zoek naar de meerwaarde van het totaal
• Ze hebben oog voor en doen recht aan de belangen die aan de orde zijn; ze gaan niet alleen voor hun eigen belang of het compromis, maar juist voor de meerwaarde die voortvloeit uit ‘mutual gains’, vanuit oprechte interesse in de ander
• Ze begrijpen dat een constructieve relatie er echt toe doet; vertrouwen is zeker in samenwerking niet vanzelfsprekend, want iedereen is waakzaam. Netwerkleiders bouwen aan vertrouwen
• Ze begrijpen dat netwerkgovernance er echt toe doet en willen de samenwerking ook professioneel organiseren, waarbij draagvlak en daadkracht in balans zijn. Het gaat zeker in netwerken om het organiseren op twee niveaus: in coalities rond concrete vraagstukken, en op het niveau van het netwerk als totaal dat die coalities faciliteert en inspireert.
• Ze begrijpen dat samenwerking ‘niet uit de lucht komt vallen’. Ze organiseren een zorgvuldig samenwerkingsproces in lijn met de logica van het netwerk en dat recht doet aan die wederzijdse afhankelijkheid. En periodiek evalueren ze het samenwerkingsproces om te leren en verbeteren.
Over ieder van die condities valt veel meer te zeggen, en dat gaan we ook doen op het congres Netwerkleiderschap. Netwerkleiderschap draagt zo bij aan wat iedereen wil: ertoe doen, maatschappelijke meerwaarde creëren en leuke dingen doen met leuke mensen.