Nieuwe ontwikkelingen op oncologiegebied zijn veelvuldig in het nieuws. Een probleem: de medicijnen zijn onbetaalbaar. Het probleem is niet het geld voor onderzoek maar het geld voor behandeling. De industrie moet zijn prijzen verlagen.
In de documentaire ‘Schaken met de dood’ gaat het om nog experimentele therapie. Nieuwe therapieën voor melanoom en longkanker kregen vorige week een positief advies van het Europees Geneesmiddelenbureau, dat medicijnen registreert. De middelen komen over twee of drie maanden in Nederland op de markt. Er gebeurt meer op het gebied van geneesmiddelen tegen kanker. Op het jaarlijkse wereldkankercongres ASCO in Chicago worden dezer dagen resultaten gepresenteerd over een nieuwe combinatietherapie: nog veelbelovender dan ieder middel apart, maar dus ook dubbel zo duur.
De openingslezing op dit congres ging dit jaar dan ook niet over de nieuwe vindingen maar over de exorbitante prijzen die de farmaceutische industrie hiervoor vraagt: het nieuwe longkankermiddel zal in Amerika een geschatte jaaromzet hebben van 174 miljard dollar, in Nederland houden we rekening met 200 miljoen euro. Ter vergelijking: op dit moment geven we in totaal 650 miljoen euro uit per jaar aan kankergeneesmiddelen. Ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen is een kostbare aangelegenheid maar deze omzetten zijn een veelvoud van wat er aan ontwikkeling is betaald.
Aandeelhouder staat centraal
In een vorig jaar verschenen rapport in opdracht van Nefarma staat te lezen dat de winst in de farmaceutische industrie 15 tot 20 procent is. Daarmee is de farmaceutische industrie één van de meest winstgevende bedrijfstakken ter wereld. Hier staat niet de patiënt centraal maar de aandeelhouder.
Levenmetkanker doet een dringend beroep op de industrie: maak de fantastische nieuwe vindingen bereikbaar voor de patiënt. Verlaag de prijzen. Zeker die van middelen die uit patent zijn, ook als er geen concurrenten op de markt komen: de investeringen zijn al lang terug verdiend. En investeer in vindingen die er voor de patiënt werkelijk toe doen door vroeg in het ontwikkeltraject het kaf van het koren te scheiden.