Kwaliteit in de zorg is ‘big business’. In de zorg zijn er honderden kwaliteitsverklaringen te behalen, zoals keurmerken, erkenningen, certificaten en kwaliteitszegels waarmee je je als zorgaanbieder kunt onderscheiden. De afgelopen vijf jaar kwamen er maar liefst acht per jaar bij.
Waar tien jaar geleden Kind en Ziekenhuis nog uniek was met zijn Smiley, hebben we nu het roze lintje van de Borstkankervereniging, het keurmerk Seniorvriendelijke Ziekenhuizen van de samenwerkende ouderenorganisaties, het Keurmerk Vaatzorg van de Hart & Vaatgroep en het NEO Keurmerk van de Vereniging Ouders van Couveusekinderen.
Overzicht kwaliteitsverklaringen
Nictiz en het Kwaliteitsinstituut presenteerden op donderdag 16 januari 2014 een overzicht van 75 van dit soort kwaliteitsverklaringen die er nu rond ICT en zorg te behalen zijn. Voor deze 75 keurmerken hebben zij in kaart gebracht wie eigenaar is, waar ze over gaan, hoeveel kwaliteitsverklaringen uitgegeven zijn, en hoeveel het kost om er één te krijgen. Alle betrokken ‘keurmerkorganisaties’ hebben hieraan meegewerkt.
Opkomst keurmerken
De opkomst van dit soort keurmerken betekent nogal wat voor de zorgaanbieders. Met name ziekenhuizen, krijgen steeds meer uitnodigingen van patiëntenverenigingen om voor een keurmerk te gaan. De druk om hieraan gehoor te geven is groot. Keurmerken zijn dan ook niet meer weg te denken uit de zorg. Maar wat moeten we er van vinden? Zijn ze een vloek of een zegen?
Transparantie over kwaliteit
Voor patiëntenverenigingen zijn keurmerken een manier geworden om namens hun achterban inzicht te krijgen en te bieden in voor hen belangrijke kwaliteitsaspecten van de zorg. Daarnaast bieden ze een manier om door middel van publiciteit aandacht te vragen voor goede zorg voor hun patiëntenbelangen. Ook voor zorgverzekeraars zijn keurmerken handig. Ze bieden een ‘politiek correcte’ manier om kwaliteit van zorg mee te wegen in de zorginkoop, zonder dat het de zorgverzekeraar zelf veel tijd en geld hoeft te kosten. Het feit dat ziekenhuizen in het algemeen meedoen in de race om een keurmerk, tenslotte, geeft al aan dat keurmerken ook voor zorgaanbieders voordelen hebben. Met een keurmerk van een patiëntenvereniging kan een aanbieder zich onderscheiden. Bovendien biedt het behalen van een keurmerk een mooie opsteker voor de medewerkers.
Nadelen
De kosten voor het ontwikkelen en het verkrijgen van keurmerken zijn aanzienlijk. Naast de kosten voor het keurmerk zelf, moet een instelling investeren om bewijslast te verzamelen. Vaak moet er voor het verkrijgen van keurmerken specifieke informatie worden verzameld die net even anders is dan de informatie die nodig is voor reguliere verantwoording. Zo leiden keurmerken tot extra administratieve lasten. Ook voor patiënten zijn er nadelen. Een keurmerk is weliswaar een snelle en eenvoudige manier om een beeld te krijgen van de kwaliteit van een zorgaanbieder, maar is tegelijkertijd ondoorzichtig. Weten patiënten wat een keurmerk precies inhoudt, en is dat wel relevant voor hun persoonlijke situatie? Bovendien is een keurmerk een momentopname. Zo wordt het nieuwe keurmerk Seniorvriendelijke Ziekenhuizen maar één keer in de twee jaar getoetst. De ziekenhuizen die in de eerste ronde de boot hebben gemist, moeten twee jaar wachten om opnieuw in aanmerking te komen terwijl ze in de tussentijd misschien wel net zo goed zijn als ziekenhuizen mét keurmerk. Wat een keurmerk precies wel en niet inhoudt is na te zoeken, maar het is de vraag of patiënten die moeite ook nemen en die informatie meewegen in hun keuze.
Hoe verder?
De huidige keurmerken kijken vooral naar de organisatie van de zorg, de beschikbaarheid van bepaalde voorzieningen, het gebruik van bepaalde systemen en de inzet van specifieke deskundigheid. Alle partijen in de zorg, ook en vooral patiëntenverenigingen, willen echter toe naar het meten van daadwerkelijke uitkomsten van zorg. Het lijkt logisch dat patiëntenverenigingen ook uitkomstmaten gaan opnemen in hun keurmerken. Als dat gebeurt, wordt het des te belangrijker dat verschillende kwaliteitsmeters dezelfde taal gebruiken en dat keurmerken meer geïntegreerd gaan worden in het geheel aan kwaliteitsinstrumenten en de daarbij horende informatie. Ideaal is dat eenduidige informatie die aan de bron in het zorgproces wordt geregistreerd, voor meerdere doelen wordt gebruikt. Zowel voor de reguliere verantwoording, als voor keurmerken. Zo leggen we een goede basis om patiënten betrouwbare keuzeinformatie te geven, en voorkomen we dat instellingen verdrinken in administratieve lasten voor verschillende registraties en kwaliteitsmetingen voor tal van keurmerken. Het Kwaliteitsinstitituut en Nictiz zullen zich gezamenlijk inzetten om aan die eenheid van taal en integratie bij te dragen.
Diana Delnoij, Hoofd Kwaliteitsinstituut i.o.
Lies van Gennip, Directeur Nictiz