Hoe komt het dat het niet lukt om de aanpak van kindermishandeling hoog op de politieke agenda te krijgen? Ik ben jaloers op de ouderenzorg, met zo’n pleitbezorger als Hugo Borst, verzuchtte ik onlangs in een gesprek met een vriendin. Haar antwoord was verrassend en kort: omdat kindermishandeling van niemand is. En ik zei: Wat?!
We hebben allemaal ouders en die ouders worden op enig moment oud. En dan worden wij geacht voor die ouders te zorgen of ervoor te zorgen dat iemand anders dat doet. Vroeg of laat komt de ouderenzorg ons leven binnen. En wie wil nou niet dat er goed voor zijn ouders gezorgd wordt? Ouderenzorg, daar hebben we allemaal wel wat mee. Zelfs als we geen ouders meer hebben, want dan gaat het om onze eigen zorg als we oud zijn. Geen speld tussen te krijgen.
Met kinderen krijgen we in ons leven ook allemaal te maken. De een wat meer dan de ander. We krijgen zelf kinderen, we ontmoeten kinderen van vrienden, we geven les aan ze of sporten met ze, of we zien ze alleen maar lopen en spelen op straat. Maar mishandeling van kinderen, dat is iets waar je liever ver van blijft. Als je het al meemaakt, dan heb je het er niet over. Schaamte en schuld, machteloosheid en verdriet maken dat je het verzwijgt.
Wie kent niet de situatie dat je in een drukke winkel of in de bus opeens kindergeschreeuw hoort. Dat je ziet dat een ouder een kind een mep geeft, of door elkaar schudt, of aan een arm optilt en hard schreeuwt. En dat je dan denkt, eigenlijk zou ik nu iets moeten doen, maar niet weet wat en snel doorloopt. Ondertussen denkend: ik bent niet verantwoordelijk voor andermans kinderen. Dat zijn de ouders van die kinderen en hun familie.
Verantwoordelijkheid
Waar we zorg voor ouderen als een collectieve verantwoordelijkheid zien, voelen we ons bij kindermishandeling collectief onmachtig. En waar zorg voor ouderen een duidelijk belang dient en een positief gevoel oproept, ligt dat bij kindermishandeling anders. Het belang om voor onbekende kinderen te zorgen ligt een stuk verder van je bed. Wie ben jij om je daarmee te bemoeien?
En daarom is kindermishandeling van niemand. Of nee, kindermishandeling is van al die mensen die dag in dag uit proberen om het goede te doen voor al die kinderen en hun gezinnen waar geweld en onveiligheid regeren.
Dus vergeet het, zei mijn vriendin. Er komt geen grote beweging die gaat strijden voor een betere aanpak van kindermishandeling. Er komt geen Hugo Borst die door een boek en tv-optredens de landelijke politiek gaat beïnvloeden. En er komt ook geen grote demonstratie op het Malieveld, met al die kinderen die hun recht op veilig groot groeien opeisen. Wat beteuterd gaf ik haar gelijk.
Kind in de knel
Maar toch, als je weer eens denkt dat er iets niet pluis is, dat een kind in de knel zit, kijk dan niet weg. Maak contact en onderschat je eigen bijdrage niet. Het meest schrijnende vind ik altijd weer de opmerking van kinderen dat de volwassenen in hun omgeving wegkeken. Dat niemand ingreep, een vraag stelde, een hand uitstak. Je kunt zonder dat je het weet heel veel betekenen. Door een veilige plek te bieden, of het gesprek met ouders aan te gaan. Niet beschuldigend maar gewoon vragen: kan ik iets voor je doen. Soms helpt een middagje oppassen al heel veel in een overbelast gezin. Of misschien ben jij die ene leraar die dat beslissende zetje geeft waardoor het kind zijn opleiding afmaakt.
En wat betreft Hugo? Ik verwacht veel hem. Een andere Hugo. Hugo de Jonge, onze nieuwe minister die beloofd heeft van de aanpak van kindermishandeling een topprioriteit te maken. Van iemand met die ambitie hoop ik nog veel horen.
Anneke Jelsma
Onswerk